16 juli: Herentals-Charleroi-Skavsta-Stockholm
Na een rusteloze nacht ontmoeten we elkaar om 10.00 uur in het station van Herentals. Een kwartiertje later zijn we al op weg naar het verre Stockholm. We stappen over in Berchem waar alle kindjes richting Planckendael gaan. Dat zal onze volgende reis worden. Een onwetende conducteur doet ons al bijna in Brussel-Noord uitstappen als we zeggen dat we naar de luchthaven willen, hoewel er Charleroi op onze Go-pass staat. In Charleroi-Sud uiteindelijk aangekomen zoeken we de bus richting luchthaven. Ticketje kopen in de hal en we zijn weeral een stop verder. In de luchthaven herverdelen we onze bagage omdat er maar 15 kg mee mag. De tent, de muesli en het melkpoeder, de toiletzak en mijn poncho, jas en extra trui gaan dus mee als handbagage en we zitten net onder de 15 kg. Na het inchecken passeren we de metaaldetector maar onze tent mag niet mee als handbagage vanwege de piketten en zal gewoon meegaan in de buik van het vliegtuig. Maar zo hebben we dan toch de extra euro’s (7€ per kilo) voor de extra kilo’s alvast uitgespaard. Nu is het wachten tot ons vliegtuig arriveert. Gelukkig kan Wouter nog ‘stimorol’ kopen om de ontploffing van zijn hoofd te voorkomen. Ik mag aan het raampje zitten en heb een heel mooi uitzicht al weten we wel niet wat er onder ons ligt, alleen de windmolens kunnen we duidelijk onderscheiden. Ondertussen heeft Wouter het te druk met zijn oren. We zijn een half uur voor op schema. Goed zo Ryanair. En het is 21° C en een zonnetje in Stockholm. Wie had dat gedacht. We kopen ons busticketje van Flygbussarna met de visakaart aan de automaat, halen onze bagage op, gelukkig is onze tent er ook bij, en springen op de bus. Een weids landschap maar nog niet zo spectaculair. Een dik uur later arriveren we aan het Centraal Station van Stockholm. We halen de Lonely Planet boven en wandelen richting de camping via de Kungsgatan. Zo zullen er nog vele volgen. De rugzakken wegen zwaar maar we geraken er. En gelukkig is er nog plaats op de Östermalms Citycamping, 1,5 km van het centrum gelegen in een sportstadion. We zoeken een geschikt plaatsje, zetten de tent voor de eerste keer op en gaan richting stad om iets te eten en een avondwandeling te maken. Het worden worstjes en een eerste bezoek aan Skeppsholmen. Mooi, heel mooi.
Na een ontbijt met vervallen brood gaan we op zoek naar gas. In de eerste winkel Naturkompaniet die we bezoeken is ons type uitverkocht. De verkoper zegt dat hij nog maar één andere winkel kent die dit type verkoopt en hij belt erheen maar ook daar is er niets meer. Dat wordt nog een lange zoektocht. Dan maar naar het toeristenkantoor waar je een nummertje moet trekken en ze ons ook niet echt verder helpen. Ga maar naar de camping zegt ze. In de voormiddag bezoeken we Gamla Stan. Het is heel mooi en het is net wissel van de wacht. Smalle steegjes en leuke antiekwinkeltjes. We lunchen op het pleintje Stortorget. In de Coop bij de coole zanger kopen we ons heerlijke nectarinnekes. Onderweg naar het parlement komen we al zingend de hare krishna tegen. Ook aan het parlement is er een groepje meisjes aan’t zingen en ontdekken we het geheim van de mimespeler. We wandelen verder langs Riddarholmen en Södermalm naar Langholmen op zoek naar gas. Overal langs de kade liggen mooie woonboten. De camping stelt niet veel voor, en gas hebben ze er dus ook niet. Hier kan je zelfs logeren in een oude gevangenis. Ook is er een mooi strandje, maar helaas hebben we onze zwembroek niet mee. We passeren nog een open lucht concertje en gaan over de grote brug terug richting Stockholm. Onderweg doen we nog een dutje langs het water en proberen we nog eens voor gas aan het tankstation. In Stockholm eten we kebab op de Hötorget, kopen cider in de 7-11, en gaan terug naar de camping waar we een live concert van de echte Stevie Wonder meemaken.
We kopen pistoletjes en gaan op goed geluk richting kade waar de boot naar Drottningholm vertrekt. We springen nog juist op tijd op de boot van elf uur. Het is leuk op de boot in’t zonnetje en een mooi uitzicht. Het paleis van Drottningholm is ook mooi en het heeft heel mooie tuinen. De soldaten marcheren er ook nog rond. Nu hebben we ons zwembroek eens bij, nu verdwijnt de zon toch achter de wolken en wordt het frisser ook. We wandelen langs het Chinees paviljoen en staan verwonderd hoe in het andere gebouw de complete dinertafel voor de koninklijke familie uit de grond kan verschijnen. We wandelen verder langs een toren en picknicken nog maar eens langs het water. Het theater is gesloten wegens een voorstelling die avond, maar we kunnen wel de video bekijken in de boetiekshop. Om drie nemen we de boot terug en gaan het Modern Museum bekijken. Picasso, Dali, Matisse, Klee, Mondriaan. En dat allemaal voor niks. Zeker de moeite. Omdat we nog altijd geen gas hebben gevonden moeten we weer op zoek naar eten. We zoeken de goedkoopste pizzazaak uit de Lonely planet. Een rare keet en voetbalsupporters, maar het smaakt ons uitstekend. Op de terugweg passeren we langs de 7-11 voor een yoghurtje als ontbijt de volgende morgen.
Na het heerlijke ontbijt met yoghurt pakken we al onze spullen in en gaan dan op zoek naar gas. De laatste kans. Gisteren was het zondag dus waren de winkels dicht maar we zijn nog twee andere NaturKompaniets tegengekomen waar we ons een kans willen wagen. En ja hoor. Gas in overvloed. We kopen maar zeker genoeg zodat we geen zoektochten meer moeten doen. Met onze propvolle rugzakken sjouwen we dan verder naar het station. Daar krijgen we met al onze moeite onze bagage juist in één lockertje. Nu alleen nog kleingeld vinden want de wisselautomaat werkt niet. Een vrouw wijst me op eentje een verdieping lager. Daarna gaan we onze ticketjes afhalen. Blijkbaar weten ze aan het loket van Connex, waarmee we naar het verre noorden zullen reizen, niets als we onze nummer geven. We besluiten naar Isha te bellen die ons het ticketje verkocht heeft alleen weten we niet uit welk land het telefoonnummer komt dat we hebben. Probleem dus. We proberen het aan een ander loketje dan maar. En ja hoor, je moet gewoon je nummer in een automaat ingeven en je ticketje komt eruit. Eind goed, al goed. We kunnen op weg. Op het eiland Djurgården passeren we een Duitse vrouw die ons haar ticketje van het Vasamuseet geeft. Dat is handig meegenomen. Eén voor één gaan we een kijkje nemen naar het schip Vasa dat 300 jaar op de zeebodem heeft gelegen. Indrukwekkend en weeral 15 € uitgespaard. Onderweg naar Skansen eten we nog een Super-Twister. Skansen is heel mooi, heel veel groendaken. En elanden, beren, lynxen, zeehonden, wolven, otters, vossen, veelvraten.
Allemaal dieren die we wel eens kunnen tegenkomen. We lunchen op een bankje in de kinderboerderij bij de pauw en de verspringertjes. Passeren langs een sami-dorp en allemaal typische huisjes. In het station zoeken we nog iets om te eten. Het worden broodjes van de 7-11. We nemen de rechtstreekse trein van 18.15 en zitten naast een Zweeds gezinnetje in de trein. Net als die een slaapwagon hebben gevonden, en wij denken lekker te kunnen slapen, komen er twee Hollanders naast ons zitten. Daar gaat onze platte rust. We proberen dan maar op alle mogelijke manieren te slapen. Zelfs onder de zetel.
De stafkaarten van onze gevolgde tocht vind je hier
De volgende morgen bereiken we de poolcirkel waar we net geen foto van kunnen trekken. Ondertussen hebben we ook al drie elanden gezien. Het laatste stukje van de treinrit staat al op onze stafkaart en we kunnen dus netjes volgen waar we zijn. De trein heeft een dik uur vertraging en rond half twee arriveren we in Abisko Turiststation. Zoals de hele treinreis regent het nog steeds. We kopen nog wat muggenspul en smeerkaas, posten onze kaartjes en vragen of je in het nationaal park zelf mag kamperen. Het antwoord is negatief dus besluiten we vandaag gewoon te wandelen tot de kampplaats in het park. Muggen, regen, natte voeten, nog veel wandelaars, de eerste sneeuw en een reusachtige canyon van de Abiskojåkka. Dat zijn de eerste indrukken van de korte tocht naar onze overnachtingsplaats.We passeren eerst een WC-hutje en denken dat we er zijn, maar vinden de splitsing van de rivieren niet terug, dan nog maar verder. Rond vier uur bereiken we de kampplaats, en het is redelijk druk onder het afdakje want het regent nog steeds. We drinken eerst een warm soepje onder het afdak en gaan dan een plaatsje voor de tent zoeken. We stellen zo vlug als we kunnen de tent op in de regen en gaan daarna terug naar het hutje voor onze spaghetteria, dat weegt het meest, te verorberen. We gaan maar vroeg slapen om fit te zijn voor de tocht aangezien we in de trein niet zoveel hebben geslapen. Het blijft pijpestelen regenen. Als ik om drie uur wakker word en de rivier veel harder hoor als normaal, kijk ik toch maar eens naar buiten. Gelukkig is het altijd licht in het noorden, anders zag ik nietsJ. Maar wat ik zie, betekent niet veel goeds. De rivier die gisterenavond een eindje van ons afstroomde, ligt nu ineens naast onze tent. We besluiten nog af te wachten hoe het evolueert. Als een uurtje later het water nog gestegen is en slechts 30 cm van ons vloeit besluiten we het rampenplan af te kondigenJ. De hut ligt echter onder kniehoog water, en de paden zijn ook niet echt meer te zien, dus weg kunnen we niet. We pakken alvast onze rugzakken in en besluiten nog af te wachten. De enige tent die er nog staat, slaapt rustig door, al staan ze wel iets hoger. Weer een uurtje later is het water gelukkig gezakt tot het niveau van drie uur. Nu kunnen we rustig nog wat rusten zodat we als het water laag genoeg staat, kunnen vertrekken.
Rond half negen zijn we weg. In de regen weliswaar. Eén ding weten we al, de tent is alvast waterdicht. Onze schoenen daarentegen niet, want 100 meter verder moeten we een stevige rivier over en het knuppelpad ligt 30 cm onder water. We zoeken ons een wandelstok want de stroming is vrij hevig en het pad glad. Het zal niet bij deze rivier alleen blijven en de wandelstok zal ons nog vele diensten bewijzen. Heel de weg is vrij nat. Je zou het moeten kunnen zien, maar doordat het zo hevig regende hebben we geen foto’s getrokken. Als het wat mindert met regenen, trekken we weer wel foto’s en gelukkig kunnen we ons filmrolletje wisselen in een WC-hutje dat we tegenkomen. We passeren ook de eerste Sami-hutjes. Tegen de middag zijn we aan de brug van Abiskojaurestugorna. Omdat we aan de hut niets te zoeken hebben, wandelen we een stukje verder en eten lekkere muesli op een heuveltopje. Het is zelfs droog maar nog wel frisjes. Hierna moeten we wat stijgen en lopen daarna evenwijdig met de bergflank. We passeren telkens hetzelfde koppel en het is niet leuk om te moeten wandelen met nog andere mensen in het zicht. De weg is moeilijk en je moet je constant concentreren. Rond vier uur gebeurt dan ook het onvermijdelijke. Ik verstuik mijn enkel. Gelukkig is er overal in de bergen wel een ijskoud riviertje aanwezig. Ik pikkel verder maar zal nog heel de reis er last van hebben bij rare bewegingen. Rond zes uur zetten we ons tussen de bergen bij een meertje en verorberen een heerlijke Hongaarse schotel en een soepje.
Waar gisterenavond nog de hemel helemaal bewolkt was, staan we nu op met een helderblauwe lucht. Er is geen wolkje aan de hemel te bespeuren. We ontbijten lekker in het zonnetje en zijn weeral op stap. Het duurt nog even voordat we aan het grote meer zijn, dat we voor de rest van de dag zullen volgen. We kunnen wel de boot nemen, maar zijn hard en gaan gewoon te voet. Er zijn heel veel voetsporen en uitwerpselen van rendieren en nog iets anders, maar we zien er geen. Er is een rendierhek en de sami rijden op hun vierwielers over de bergen voor hun vee waarschijnlijk. In Alesjaurestugorna wegen we onze rugzakken. 20 en 24 kilo. Ik kan het amper geloven dat ik ze al zover heb gedragen dan. We wandelen nog wat verder en lunchen in de late namiddag bij het Lappendorp Alisjávri. De weg daarnaar toe was heel modderig. Omdat we nu van het Kungsledenpad zijn afgeslagen, vrezen we dat we geen knuppelpaden meer komen. Iets verder zien en voelen we de eerste sneeuw op onze hoogte. We wandelen verder en besluiten te kamperen bij het tweede meer Vuolip Cazajávri. Het is te koud om te zwemmen maar we profiteren ervan om eens deftig te wassen. We eten weeral smakelijk spaghetteria en gaan zalig slapen. Hier vind ik ook het rendiergeweitje.
We vertrekken weer met frisse moed. Nadat we eerst een kwartier naar een rotsblok hebben gekeken waarvan Wouter dacht dat het een rendier was. Eerst moeten we een canyon oversteken. Met een nieuwe brug. Dit zal dus de brug zijn waar we over gelezen hebben. De tocht volgt verder over een heus stenenveld. We hopen maar toe een hutje te zien, maar het blijft maar uit. Eerst is het terug een goed pad naast een riviertje, maar later verdwijnt het pad en wordt het een heus modderbad. We zinken bijna weg en ’t is vrij zwaar om zo te wandelen met de rugzakken op onze rug. Het gaat dus vrij traag. Onderweg passeren we nog een jongen alleen met zijn hond die zijn eigen rugzakje draagt. Rond half drie bereiken we dan eindelijk Vistas. We lunchen er en gaan vrij vlug door want het is nog een stukje. We moeten nog vele waters oversteken. Chapeau voor de vrouwen van zestig die we kruisen. Niet allemaal zo gemakkelijk. We zijn dan ook blij als we in de verte een wilde rivier horen. Dat betekent dat de brug niet ver weg kan zijn. En inderdaad. Maar omdat ik niet graag naast zo’n wilde rivier slaap, wandelen we nog wat verder en vinden er een geschikt plekje, met stromend water weliswaar. We maken zelfs een kampvuurtje waar we onze sokken en proper gewassen ondergoed te drogen hangen. De menu bestaat uit een minutieus soepje, en heerlijke rundsschotel en rozijntjes als dessert.
Deze keer vertrek ik met compeed op mijn voeten. Wat met natte voeten natuurlijk niet veel uit haalt. Hopelijk is het pad vandaag beter. En ja hoor. De omgeving verandert telkens weer. Heel leuk. In de verte zien we mooie gletsjers. Tijdens de pauze plak ik ook Compeed op Wouter zijn rug want zijn knokeltjes zien af. We picknicken op het topje van een heuvel naast een rivier. De eerste van een heleboel die we weer moeten doorwaden. Ik begin me opeens wat misselijk te voelen. Waarschijnlijk van het muggenspul dat ik proefde toen ik mijn vingers vol choco aflikte. Traag gaat de tocht dus verder. Gelukkig gaat het wel over. We zien in de verte nog een vos weglopen, of toch zijn staart in de vlakte. We wandelen maar ver genoeg zodat we zeker dicht genoeg bij Nikkaluokta zijn om op tijd de bus te nemen. Want hier zijn weinig herkenningspunten. We vinden een plekje, alleen stikt het er deze keer echt van de muggen. Al wandelend verorberen we ons soepje, en noodgedwongen kruipen we in de tent voor onze aardappelschotel.
Deze keer regent het weer als we opstaan. We eindigen dus in mineur. Ruim op tijd zijn we echter in Nikkaluokta fjällstation waar we ons trakteren op een echte fruitsap en het eerste toilet sinds vier dagen. Blijkbaar zijn er nog vermoeide voetjes aanwezig in de hut, dus zo slecht hebben we het nog niet gedaan. We inspecteren het souvenirwinkeltje, noteren onze naam in het grote boek en om 12.40 vertrekt de bus naar Kiruna. Daar gaan we eens naar het stadje kijken omdat we moeten wachten op onze trein, maar er is niets te zien. We lunchen onder het troosteloze afdakje naast de supermarkt waar we onze inkopen doen. Terug naar de trein dan maar, waar we te horen krijgen dat die een uur vertraging heeft, dat was te denken, want het is dezelfde als die waar we mee gekomen zijn. Eindelik kan in droge sokken en sandalen aandoen. We proberen in het WC-hokje onze broek die nogal modderig is te wassen maar ’t lukt niet goed. We zetten ons in de trein in de dierencoupé aangezien we niet gereserveerd hebben. De treinreis is weer heel mooi, in de Lonely Planet staat ze zelfs beschreven als een toeristische attractie, de Ofotbanen Railway. We kunnen heel de rit nog volgen op de stafkaart. In Narvik aangekomen, tuimelt Wouter uit de trein, en néé dat is niet om te lachenJ. Na de verwondingen gecontroleerd te hebben, en van de eerste schrik af te zijn, wandelen we verder naar de camping. We plaatsen ons tentje, nemen een ijskoude douche, eten heerlijke spaghetteria en kruipen lekker onder de wol.
De routine zit er al echt in en na het opbreken en het verorberen van een omeletje wandelen we terug naar het station om onze bagage achter te laten. Onderweg passeren we nog het kerkhof, want ook hier heeft WO II hevig gewoed. In het station reserveren we ook nog de trip terug naar Zweden, maar ik denk dat het te ingewikkeld is, want de meneer zegt dat het systeem bezet is, en dat we zelf maar moeten bellen. Maar aangezien we toch nog onze bagage moeten komen oppikken, zullen we het later nog eens proberen.In de Rimi kopen we een heerlijk zelfsamengesteld slaatje. We gaan op zoek naar het busstation en moeten ondertussen nog een foto van een gitarist trekken. In Narvik is niet veel te zien buiten de wegwijzer naar een paar uithoeken van de wereld, dus wandelen we maar naar de haven waar we gezellig in ’t zonnetje onze lunch verorberen. We proberen terug aan het station te raken, reserveren deze keer bij een vriendelijke meneer en nemen dan uiteindelijk de bus om 16.00 naar Svolvaer. We moeten overstappen in Sortland en onderweg gaat de bus ook een keer op de boot, waarbij we moeten uitstappen en naar boven kunnen. Het is een hele mooie rit, zo tussen de bergen. We rijden verder tot Kabelvag, dat zou een kleiner dorpje zijn en dus meer kans om een geschikte slaapplaats te vinden. En ja hoor, tussen de huizen door vertrekt er een paadje naar een mooi gebiedje waar we zalig onze tent kunnen zetten. Vlakbij één van de grootste houten kerken van Noorwegen.
27 juli: Kabelvag-Leknes-Reine-Å
We wandelen na het ontbijt eerst naar een hotel om te vragen wanneer de bus vertrekt. De eerste hebben we al gemist dus dat wordt wachten tot 11.40. We genieten van een yoghurtje op het centrale plein. Daar zitten een heleboel duiven en Wouter trekt een foto van een groepje Zweedse vrouwen. Van Kabelvag willen we naar Reine. We moeten echter overstappen in Leknes en daar zo lang ( wel bijna 2 uur ) wachten zodat we in Reine de ferry naar Bunestad en het verlaten strand missen. Ondertussen lunchen we dan maar, al regent het wel en beetje. Eenmaal in Reine bekijken we het dorpje en besluiten om verder naar Å te gaan omdat een slaapplaats vinden hier niet simpel is. In Å vinden we een zalig plekje met zicht op zee. Achteraf blijkt dat het misschien wel tot de camping behoort, maar weten wij veel. We maken lekkere spaghetti pesto en wandelen na het eten nog even naar het dorpje. Het wordt een winderige nacht.
We slapen uit en brunchen met het heerlijke uitzicht. We laten onze tent staan en bezoeken het Fiskevaer museum. We krijgen een rondleiding in een rorbue, een typisch visserhuisje van vroeger, en daarna mogen we op ons eentje rondzien. De boatshed, de levertraanfabriek waar we tot onze spijt ook van de kabeljauwlevertraan proeven. De smaak is onmogelijk weg te spoelen. We genieten nog van een ijsje en een koffiekoek en gaan dan onze tent afbreken om de bus richting Moskenes te nemen waar we de volgende morgen de ferry zullen nemen. In het restaurantje bij de ferry trakteren we ons op een frietje, met ajuinsnippertjes J. Op de camping, 500 meter van de ferry, genieten we voor de eerste keer van een warme douche, te betalen weliswaar, maar we willen proper zijn voor de 20 uur durende treinrit. Op het menu staat een Indonesische rijstschotel en een zelf geplukt bosbessendessert.
We staan heel vroeg op want we moeten de ferry halen van 6.30. Het is een carferry. We zoeken een plaatsje, slapen wat, ontbijten nog eens met wat brood en arriveren ongeveer drie uurtjes later in Bodø. Hier zou de grootste populatie van zeearenden ter wereld leven. We zien er toch geen eentje. De trein gaat pas om 12.20 dus we hebben nog ruim de tijd om een lekker slaatje in de Rimi te kopen, we gaan nog eens terug voor de overschot van ons kleingeld en dat wordt de heerlijke pepperonikaas.We hebben ook nog de tijd om de kathedraal te bezoeken en langs de haven te passeren. Dan hebben we een lange treinreis voor de boeg. Overstappen in Trondheim om half elf ’s avonds en in Oslo om half acht ’s morgens. Het is een heel mooie rit door de Noorse fjorden, bergen en meren. Omdat de rest van de reis nog helemaal gepland moet worden, vervelen we ons geen minuut. Bovendien passeren we ook nog eens de poolcirkel en deze keer lukt hopelijk de foto wel. De nachttrein is iets minder leuk maar we hebben twee stoeltjes naast elkaar en we raken heelhuids in Oslo. Spijtig genoeg hebben we maar drie weken anders konden we dit ook bezoeken. Helaas gaan we verder richting Trolhattan waar we de bus nemen naar Udevalla.
De geplande kanotocht laten we maar schieten omdat het zonnetje achter de wolken zit. In Udevalla begeven we ons snel naar de winkel en terug. Op naar Lysekil met de bus. We arriveren in de namiddag. We contacteren het bureau van toerisme en gaan op weg naar de camping waar we willen zwemmen. Ik zet noodgedwongen de tent alleen op omdat Wouter op het toilet zit. Van zwemmen komt er echter niet veel in huis. De zee zit vol met blauwe en roze kwallen. De blauwe doen blijkbaar niets want ze smijten ermee, toch durven we niet verder dan onze knietjes. Dan maar douchen. Ook dat valt tegen want het is weer te betalen. Dan maar weer een koude. Toch lekker opgefrist wandelen we naar het stadje. We passeren langs de kerk die al dicht is, en langs de uitzichttoren. Dan gaan we op zoek naar een restaurantje. We wandelen heel de dijk af. Er zijn er wel gezellige, maar ze zijn ook duur. Dus houden we het maar op een pizza. Met een gratis wittekoolslaatje als voorgerecht. En een frietje en een zure rabarber ‘lakrits’ als nagerecht.
De volgende morgen laten we onze rugzakken achter bij de camping. Daarna wandelen we richting centrum waar we de ferry nemen naar Fiskebäckskil. Daar aangekomen, verorberen we eerst onze meloen. Er zijn hele mooie straatjes, leuke poesjes en een mooie molen. De kerk is ook heel speciaal, overal op het hout zijn schilderingen aangebracht en er hangen zeilscheepjes aan het plafond. We branden er een kaarsje op de goede afloop van onze reis. Carl Wilhelmsson zijn studio lopen we al voorbij zonder dat we het weten. Het is er alleen heel warm op het eiland. We nemen al snel de boot terug om op tijd voor de zeehondjes terug te zijn. We lunchen voor het Havets Hus, een aquarium en we vluchten al snel naar de schaduw. We zouden zogezegd de eerste Belgen op het schip zijn. De zon verdwijnt stilletjes achter de wolken maar de zeehondjes liggen wel mooi te zonnen. Zalig. We zijn net terug als het begint te regenen. We schuilen er in de hamburgertent en eten er een echt ijsje. Daarna gaan we naar het natuurreservaat Stångehuvud. Heel mooi, rotsen, zonnedauw en allerlei plantjes. Het is wel gevaarlijk glad voor Wouter zijn sandalen. Op de terugweg zien we weliswaar een waterslang. Daarna halen we onze rugzak op en wandelen tot we een geschikt plaatsje vinden. Eerst willen mensen ons nog helpen omdat ze denken dat we verdwaald zijn. Later plukken we nog een hele zak vol met rode besjes. We eten zelfgemaakte spaghetti en gaan vredig slapen.
We haasten ons om de bus van kwart na negen te halen. Ik verorber de rode besjes en we gaan richting Uddevalla. Daar hebben we nog tijd voor we overstappen op de trein dus we bezoeken nog snel het Bohusläns museum. Het is heel mooi, en dat allemaal voor niks. Er is zelfs een tijdelijke moderne tentoonstelling. De mevrouw aan de balie is zelfs overenthousiast. Dan op de trein, we moeten overstappen in Gothenburg waar we moeten bijbetalen omdat we op een Linxtrein moeten stappen om nog op tijd aan het toeristenbureau van Ystad te raken. Nog eens overstappen in Malmö waar we ervan profiteren om eens naar het historisch centrum te wandelen. Ook heel mooi. In Ystad aangekomen rijdt er geen bus meer naar Ales Stenar dus moeten we hier een plekje vinden. Makkelijker gezegd dan gedaan. Maar we vinden er toch maar één bij een meertje. Heerlijke ham-prei-puree en een wandeling naar de top van de heuvel voor de zonsondergang.
We ontbijten heerlijk in’t zonnetje aan een picknicktafel voor de verandering en wandelen naar ’t station waar we onze bagage achterlaten en het stadje bezoeken. De kerk is helaas gesloten wegens renovatie. We kopen lekkere pistoletjes die we bij het klooster opeten. ’s Middags gaan we even naar de bibliotheek om een mailtje te sturen maar ’t is daar nogal een knoeiboel. Als alles geregeld is moeten we nog een half uur wachten dus lunchen we maar voor de deur. We brengen voor de eerste maal een bezoek aan de systembolaget, de nationale drankwinkel. Alles staat er achter slot en grendel en je moet een nummertje aan de kassa zeggen en dan gaan ze het voor je halen. We wisselen nog onze overschot aan Noorse kroon bij de ferry in het Forexkantoor en nemen de bus om 15.10 naar Ales Stenar, het mysterieus zonneschip. Daar vliegt het vol met ‘zittende parachutes’. Na eerst vakkundig een teek uit mijn bil verwijderd te hebben en een Finse vrouw haar levensverhaal aanhoord te hebben, willen we verder wandelen tot aan het volgende dorpje, Lordrups Strandbad. Maar we vinden zo’n mooi plekje naast de kustlijn dat we al snel de wandeling staken. We nemen een uitgebreid bad in zee en genieten van het wondermooie uitzicht bij een flesje wijn na een lekkere spaghetti napoletana. Al zingend vallen we in slaap.
De dag begint met een stevige klim omhoog. Steil weliswaar zonder padje. We wandelen verder naar de eerste bushalte. Omdat we echter veel te vroeg zijn wandelen we maar helemaal tot in het dorpje waar we nog onze tanden poetsen. We halen nog juist de trein naar Lund. Daar verkopen we eerst onze buskaart die we per ongeluk hebben gekocht doordat de chauffeur geen Engels verstond. In Lund bezoeken we eerst de botanische tuinen want die sluiten om drie uur. Mooi, er zijn ook tropische serres met vleesetende planten, orchideeën en kwarteltjes, zelfs een Madagascargekko. Daarna gaan we eten want Wouter is flauw van de honger. Na een banaan en een nectarine wordt het een kebab, een worstmaaltijd en frietjes. We wandelen nog verder langs de universiteit en de kerkruïne maar veel is er niet te zien. Om drie uur zorgen we dat we in de kathedraal zijn want dan speelt de oude astronomisch klok die wel 500 jaar oud is, de hymne In Dulci Jubilo. Veel volk, mooie klok, maar een kort liedje. Daarna volgen we de gratis rondleiding in het Engels en leren we over de Giant Finn en liefdesbrieven onder de houten stoelen. We passeren nog de winkel en gaan terug naar ’t station om richting Karlskrona te gaan. We stappen een stationnetje vroeger uit en hopen om snel een slaapplaats te vinden. Niet zo gemakkelijk. Het wordt naast het kerkhof langs de autostrade. Gelukkig is het snel donker.
We nemen nog vijf minuutjes de trein naar Karlskrona waar we gratis onze bagage mogen achterlaten als we maar met de trein verder gaan. We wandelen naar Fisktorget vanwaar de boot vertrekt. Daar aangekomen vertellen ze ons dat we eerst ticketjes moeten gaan halen in het bureau van toerisme. We spurten dus heen en terug en zijn nog net op tijd terug op de boot. Zwetend als een zeehondje. Gelukkig vertrekt de boot niet voor er gecheckt is of het Belgisch koppel dat van het toeristenbureau komt, er wel op zit. Lekker in’t zonnetje passeren we langs buskruitopslageilanden. Deze torens hebben een houten dak dat elke keer vernieuwd kan worden als het ontploft is. In Kungsholmen aangekomen blijkt dat we een privégids Héléna hebben. Mooi, we komen binnen langs de leeuwenpoort, genaamd naar de poort in het Griekse Mykene. Aan de binnenkaart staan 11 mooi uitgesneden granieten stenen waarop vroeger Kungsholmen heeft gestaan. Het heeft een cirkelvormige haven, uniek in de wereld. We beklimmen de toren waar we een mooi uitzicht hebben en ook nog allemaal toestellen uit de oorlog zien. Er zijn ook veel botanisten geïnteresseerd in dit eiland. Omdat de muren niet stevig genoeg waren toen een nieuw soort kanonskogel werd uitgevonden, werden ze verstevigd met grond. Omdat er echter weinig grond aanwezig was op het eiland, moest elk schip dat hier aankwam grond meebrengen.Vandaar de vele verschillende soorten planten. Ook de botanische tuin is zo ontstaan waar een verhaaltje krijgen over de plataan en de ginkgo biloba. We stappen al vervroegd uit aan het Marinemuseum waar er tal voor museumschepen aan de kade liggen. We bezoeken de kathedraal en de drievuldigheidskerk en wandelen naar de kerk van de navy waar de bekende Rosenbom met zijn hoed voorstaat waar je een muntje in kan steken. We eten nectarinnen op het centrale plein en een lekkere meloen in’t parkje. Daarna gaan we weeral verder met de trein. Naar Kalmar deze keer, helaas moeten we een uurtje wachten in Emmaboda. Kalmar is heel mooi, waarschijnlijk omdat we honger hebben en het vol is van gezellige restaurantjes. We bezoeken de kerk en nemen de bus naar ergens dichtbij de camping. Als we ergens naast de zee een tent zien staan, denken we dat er bijna zijn dus zetten we die van ons er ook maar bij. ’t Is achteraf helemaal geen camping, goed voor ons. Alleen wat praktische WC-problemen zo in de open area. We eten heerlijke Ceylonkip en zien van het bad in zee toch maar af.
We nemen eerst een zalig bad in zee. De eerste keer echt zwemmen. Zalig. We wandelen langs het kasteel naar het centrum waar we nog snel even langs de glasblazerij, de pottenbakkerij en de winkel gaan. Dan nog maar eens op de trein. Richting Oskarshamn deze keer. Blijkbaar moeten we in Berga op de bus overstappen die gelukkig ook gratis is met onze Scanrailpas. We komen maar juist op tijd aan bij de ferry, helaas is alles volgeboekt. Waarschijnlijk omdat het Medieval Week is. We kunnen nog wel een standby ticketje kopen. Als er dan mensen niet komen opdagen, mogen wij misschien mee. Gelukkig mogen we al direct mee. We zitten buiten op’t dek van de reuzeboot. ’t Is er wel heel warm. We eten een pompelmoes, een ijsje en doen een dutje. En we zijn weeral een stop verder. Visby op het eiland Gotland. Eerst naar het bureau van toerisme om te vragen hoe we het best terug in Skavsta raken. Ze weten helaas niks, en omdat er ook geen bussen meer rijden, besluiten we maar om naar de Norderstrands camping te wandelen. Een dure grap maar de wandeling naar het dorpje na het eten waar er een Middeleeuws marktje is, maakt alles goed. We besluiten de volgende dag fietsen te huren.
We gaan eerst maar de boot reserveren zodat we toch nog thuis raken. 3.25 ’s nachts blijkt nog de enigste mogelijkheid. Dan nemen we die maar. We huren een tandem en een fietskarretje en gaan ermee naar de winkel, de kathedraal en onze tent inpakken. Op met de fiets dan. Richting noorden. We stoppen in Själso om te picknicken en fietsen verder naar de grotten. Helaas steil bergop en met een tandem en 50 kilo bagage zonder versnellingen is dit onmogelijk. Dan maar duwen. De grotten van Lummelunda stellen niet veel voor, weer zijn we de enigste die een Engelse gids willen. Een gekke wel. Van het natuur-geologisch pad verstaan we ook niets dus gaan we halfweg maar terug. De volgende halte is Lickershamn. Daar zwemmen we, eten nog een boterhammetje en bezoeken de ‘raukar’ Jungfrun, een kalksteenformatie. De volgende etappe leidt ons naar onze slaapplaats. We moeten goed uitkijken want rondom ons is het natuurreservaat en mag je niet kamperen. Toch vinden we nog een mooi plekje naast een erwtenveld. We eten lekkere sojagroentenrisotto en terwijl wandelt er rustig een vos voorbij. Hij kijkt eens naar ons, wandelt wat verder en kijkt nog eens naar ons. Zalig. Na het eten verkennen we de omgeving en vinden we twee grote kaakbeenderen met tanden en een hele ruggegraat. De vraag is alleen van wie.
We springen weeral op de fiets en stoppen bij het eerste kerkje in Hangvar om de afwas te doen en onze watervoorraad bij te vullen. Daarna gaat het richting Tingstade. Onderweg rusten we want mijn poep en mijn billen doen al pijn. In Tingstade zwemmen we in het meer, wassen ons nog en lunchen er lekker in´t zonnetje. Dan maar weer op weg. Deze keer langs de grote baan, maar zo vorderen de kilometers wel snel. Nog een pompelmoes en een dutje bij de kerk van Bro. Daarvoor ook nog een zelfontspannertruc. Eenmaal in Visby terug is het moeilijker om met onze kar te manoeuvreren. We plaatsen onze bagage in de ferryhal waar we een echte VikingBelg ontmoeten. Eerst zoeken we het sleuteltje nog, brengen onze fiets terug en gaan richting stadje. Nog langs de kerkjes en het Middeleeuws marktje waar we ons tegoed doen aan een zalig kipbroodje.We vinden 50 kroon dus ´t was bijna voor niks. Ook zijn we nog even toeschouwer van een Middeleeuws paardenspektakel. We gaan nog een aperitiefje nemen in Donners Brunn, perencider. We hebben toch nog lang te gaan. Daarna lekker eten, biefstuk en pizza van het huis gelukkig. We brengen de rest van de tijd door in een keldercafé-restaurant-nachtclub. Omdat het nog vroeg is vinden we een perfect plaatsje om de massa te observeren. Rond 1 uur vertrekken we richting boot. Als we klaar zijn, mogen we al inchecken en doen we in de wachtzaal nog een dutje en verder in de boot ook nog.
Om half zeven komen we aan in Nynäshamn en nemen de plaatselijke trein richting Stockholm. Gelukkig komt er geen conducteur want volgens de Lonely Planet moet je hier betalen met Scanrail. In Stockholm gaan we aan het water in Riddarsholmen ontbijten omdat we moeten wachten . Dan op de trein naar Nyköping. Daar laten we de helft van onze bagage achter om eens door het stadje te wandelen. Mooie rivier, een concert in´t kasteel maar voor de rest niet veel te zien. We kopen uitgebreid in de winkel en nemen om vier uur de bus naar Skavsta airport. Onze zoektocht naar een slaapplaats levert een slang op. Waarschijnlijk een ringslang, niet giftig dus. Iets verder vinden we gelukkig ook een mooi slaapplekje. We maken deze keer een echte maaltijd. Gebakken patatjes met ajuintjes en paprika en tijm. Tomaatjes met komkommer en spek en worstjes. Mmm, hoewel het overige eten de voorbije weken me even hard smaakte. Bijna worden we opgegeten door een hond maar hij loopt alleen onze tent omver
Na een ontbijt met stokbrood en yoghurt vertrekken we naar de luchthaven, ´t Is maar tien minuutjes wandelen. Eind goed, al goed. We doen onze afwas deftig deze keer, brengen de overschot van onze gas binnen, checken in en een uurtje later zitten we weeral op het vliegtuig. Deze keer mag Wouter aan het raampje. Weer zijn we een halfuurtje te vroeg, dit wordt alleen gerecupereerd doordat de bagageband niet werkt. We worden in het hete België vrolijk onthaald.