Bulgarije

6 juli: Leuven- sofia

Ons vliegtuig vertrekt om 10u40. Met de nieuwe bocht van Nossegem zijn we er normaal al in een kwartiertje. We zijn echter al vroeg op en na ontbijt en nog een stokbroodje kopen, halen we de trein van 8u09 nog. Ruim te vroeg komen we dus aan in Zaventem waar we al moeite hebben om het loketje te vinden van Austrian Airlines. Blijkbaar moeten we bij Lufthansa zijn. Toch kunnen we al direct inchecken met onze elektronische tickets. Er staat nog nergens volk dus we kunnen rustig doorwandelen tot de boarding-gate. We krijgen een klein vliegtuigje en geen eten, maar voor we het weten zijn we na enkele “Just Laughs and Gags” al in Wenen. Even overstappen, deze keer zonder tent en terug op een gelijkaardig vliegtuig. Als we in Bulgarije arriveren, vliegen we al direct boven hét symbool van Sofia, de Alexander Nevski kathedraal. Met minibus 30 rijden we tot in het centrum, we twijfelen even waar we er uit moeten, maar springen er gelukkig tijdig uit. In hostel Mostel is geen plaats meer vrij dus wandelen we verder naar het Internet Hostel. Daar is gelukkig nog wel plaats. Omdat het nog maar vijf uur is gaan we nog eventjes de stad verkennen. We wandelen via de Sofia City Garden naar het theater. In het park zijn oude mannen gezelllig aan het schaken en we glippen nog even het Art-museum binnen waar er een orkestje aan de gang is. Onze wandeling brengt ons verder langs de Presidency (maar om 19u00 is er blijkbaar geen wissel van de wacht), het Archeologisch museum, de kerk van St George binnenin en de minerale baden. Naast de minerale baden liggen allemaal drinkfonteintjes, er komt echter heet water uit en de Bulgaren komen er allemaal hun 5-liter flessen vullen. Via de moskee komen we bij de kathedraal Sveta Nedelya terecht. Onze zoektocht naar een deftig restaurantje levert ons 1 pizzaslice op. Even later vinden we toch iets (Primavera) waar we een typisch Bulgaarse slaatje ( de bekende shopska salade) verorberen.

7 juli: Sofia

Het ontbijt wordt vanaf 8u30 geserveerd. Geroosterde boterhammen met vijf soorten beleg, mmm. We beginnen onze dag met de zoektocht naar gas. We hebben een adresje gevonden op internet (Stenata) dus dat zal wel lukken. Eerst nog stafkaarten kopen van het Rila- en Piringebergte. De kampeerwinkel blijkt nog dicht dus brengen we eerst een bezoekje aan de Woman’s market. Ze verkopen er veel fruit maar voor de rest niets bijzonders. Na het gas gekocht te hebben vervolledigen we onze wandeltocht van gisterenavond. De wandeling brengt ons langs de twee Russische kerken, de St Nikolai en de Alexander Nevski. Via de Romaanse ” Church of Sofia” en het antiekmarktje slenteren we verder via de Universiteit naar het park Borisova Gradina voor de socialistische en communistische monumenten. Lunchen doen we weer met een typische gerecht, de banitsa, bladerdeeg gevuld met de alomvertegenwoordigde kaas. Dessert verorberen we op een bankje bij een nabijgelegen kerkje. Vandaaruit wandelen we terug naar de presidency voor het wisselen van de wacht en de muurschilderingen in het kerkje binnenin. Museums genoeg, maar ons voorkeur gaat uit naar het natuurhistorisch museum. Jammer dat er allerlei dieren stonden en niet enkel Bulgaarse soorten. We hebben wel alle vogels die we konden zien nog eens geoefend en de mineralen bekeken. Hierna zijn we een kijkje gaan nemen aan het bus- en treinstation om te zien hoelaat we de volgende dag naar Dupnitsa kunnen vertrekken. Het duurt even voor we de cyrillische tekentjes kunnen ontcijferen maar het lukt ons toch alleen is er pas ’s middags een trein. Bij het busstation hebben we meer geluk. Er staat een Engelstalige pc met de vertrekuren. Enkel nog aan het loketje uitleggen wat we willen blijkt moeilijk. Dan op weg naar onze hostel voor een lekkere douche. We kiezen om te eten een restaurantje uit de Sofia-brochure maar het blijkt er pokkedruk. Dan op zoek naar iets anders, maar ’t is moeilijk te zien waar ze eten serveren. Als we al ergens neerzitten, blijkt dat ze alleen desserts serveren. We drinken er een sok (fruitsap) en belanden er uiteindelijk in de blokhut die we vorige keer al hadden gezien. We proeven er van tarator, de typische koude bulgaarse soep van yoghurt, komkommer, walnoten en dille.

8 juli: Sofia-Dupnitsa-Saparevo Banya-Skakavista

Omdat onze bus pas om 11u vertrekt, ontbijten we rustig op ons gemak samen met de Nederlanders die ook in het hostel slapen. We wandelen weer naar het busstation en de bus vertrekt stipt op tijd. Het is wel druk op de baan en dus is het langzaam rijden. Ze zijn er net ook aan de weg aan het werken. Rond 13u00 worden we ergens langs de grote baan afgezet. Er ligt wel een voetgangerstunneltje en gelukkig voor ons ligt daar het busstation en staat de bus naar Sapareva banya al vertrekkensklaar. In een wip zijn we er. We kopen nog vlug iets eetbaars (blijkbaar weer een banitsa) en gaan op zoek naar het pad. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het begin vinden is altijd moeilijk. We vragen het nog even en blijkbaar zitten we toch in de goeie richting. ’t Is wel bergop, bergop en bergop. Eerst een breed pad, later een smaller. Onderweg komen we nog een spectaculaire bron tegen en hoger volop bosaardbeitjes. In Panichiste brengen we ook nog snel een bezoekje aan het bezoekerscentrum maar meer dan foto’s en kaarten is er eigenlijk niet te zien. Het blijft bergop, we zien al enkele hutten en veel toeristen die terugkomen van een dagje wandelen. Eindelijk bereiken we dan Skakavista, de eerste hut. We gaan nog iets verder om onze tent op te zetten tussen de sparren.

9 juli: Skakavista-Rilski Ezera-Rila klooster

Opstaan (Wouter heeft het al koud gehad ’s nachts), ontbijten met muësli en we zijn weeral om half zeven op weg. het begint met een steile klim en het blijft langzaam klimmen tot voorbij een skilift. Wanneer we het het minste verwachtten zien we dan uiteindelijk één van de zeven meren liggen. Prachtig gewoon. We wandelen verder langs een kudde paarden en zien één voor één de andere meren liggen. Ze hebben allemaal een naam door hun vorm. Het oog (Okoto), de nier (Babreka), de traan (Salzata 2535m), de tweeling (Bliznaka), … Op het oogmeer ligt nog volop ijs. Na dit meertje moeten we opnieuw even omhoog en ineens zijn we in de mist verzeild en zien we niets meer. Gelukkig hebben we net op tijd van de prachtige zeven meren mogen genieten. Vanaf het Razdela zadel daalt het pad langzaam en in de vallei liggen prachtige meanders. Nog een snelle lunch voor het begint te regen. We passeren onze eerste sneeuwvlakte en het blijft druppelen. Het afdalen begint steil te worden. Het wordt een lange en zware tocht waarbij telkens de vegetatie verandert tot we in het eiken-berkenbos belanden. Ik had nooit gedacht dat ik afdalen zo vermoeiend zou vinden. Elke bocht denken we het Rila klooster in de verte te kunnen zien. Niets is minder maar tot om vijf uur het klooster ineens voor onze neus staat. Omdat we bekaf zijn nemen we een kamer in het prachtige Rilaklooster anders moesten we nog op zoek naar een geschikte slaapplaats. De kamer is Spartaans (de matras hangt bijna door tot de grond) maar de douche en de omgeving maken het helemaaal goed. We bekijken het klooster op ons gemaken en gaan zelfs uit eten in restaurant Drushlyavitsa.

10 juli: Rila – Kobilino Branishte

We zijn weer vroeg op pad en moeten de sleutel afgeven aan de politieman die de wacht houdt. Zouden de paters ook nog niet wakker zijn? Eerst loopt het pad door de prachtige bloemenweides waar de ochtendmist nog volop hangt. Daarna gaat het pad richting Saint Luke’s Hermitage en de grot waar je geen zonden hebt als je eruit kan klimmen. We zijn dus zondeloos. Het pad wordt vervolgd in een sparrenbos waar we verschillende keren de weg verliezen omdat er veel “paadjes” waren van mensen die naar de rivier komen. Aan de Kiril Meadow eten we wat lekker van ons vers brood en dan begint de klim. Eerst nog tussen de sparren en dennen maar deze maken snel plaats voor bloemenweides en een meer waar we een endemische leliesoort tegenkomen (Lilium jankae). Het weer verslechtert en het is voortdurend poncho uit/poncho aan. We komen bij een onbemande hut aan maar het is nog vroeg en we wandelen nog even verder bergop. Het weer blijft slecht en het pad blijft de eerste uren stijgen. Een slaapplaats daar vinden zal moeilijk zijn. We besluiten dus even terug naar beneden te gaan en in de hut te overnachten hoewel het nog maar half vier ofzo is. Het blijkt geen slechte keuze want het begint te gieten. We krijgen nog even gezelschap van twee Bulgaren maar dan is de hut helemaal van ons alleen. Buiten loopt een hele kudde paarden. De drie leiders van de kudde zijn echter gehandboeid, hun voorste poten zijn aan elkaar vastgebonden en ze moeten hinkend de berg op. We maken gezellig eten en duiken dan het bed vol muizenstrontjes in. Dekens zijn er genoeg ( wel half opgegeten door muizen) maar het is er warm genoeg in de slaapzak.

11 juli: Kobilino Branishte – Semkovo

Als de wekker afloopt, is er buiten enkel mist te zien. We besluiten dus nog te blijven liggen tot half acht. Het weer blijft slecht en we moeten steeds hoger. We passeren een sneeuwvlakte maar van de omringende omgeving zien we nul komma nul. We kunnen niet anders dan verder blijven gaan en opeens verschijnt er een eerste berg als ware uit het niets. Even later verschijnt ook het grootste balkanmeer en zien we waar we naar toe moeten (Ribni Ezera). Ook de eerste en laatste gems verschijnt aan ons oog. Tegen de middag arriveren we aan de Hizha waar we picknicken en ik een bezoekje aan het toilet breng. Dat belooft niet veel goeds voor de staat van de rest van de hut. Na het meer volgt een korte klim waar iemand ons de weg vraagt naar Rila. Er komt nog een moeilijke passage over de rotsen en Wouter krijgt een pijnscheut in zijn knie maar dan belanden we op de hoogvlakte waar het zalig wandelen is. Zo gaat het even door en zelfs de zon komt er even door. Dan begint de afdaling, eerst nog geleidelijk maar dan wat steiler zodat ik op mijn kont beland. We overnachten in het bos in de buurt van Semkovo waar het stikt van de muggen.

12 juli: Semkovo – Bansko

Nog even stappen en we zijn in Semkovo, een skioordje zo blijkt. Ons plan is van daaruit naar Bansko te geraken. Op’t eerste zicht nogal moeilijk want er is geen kat te zien en er staan slechts enkele hotels. Het geluk is echter aan onze kant. Er passeren twee auto’s en de de tweede stopt al voor ons. Een typisch ouderwets autootje, hij moet wel zijn zeis verleggen zodat er één rugzak in de koffer past. De vriendelijke chauffeur neemt ons mee tot Belitsa hoewel hij zelf eigenlijk niet zo ver moet. Onderweg toont hij nog een “ouderwetse wasmachine” aangedreven door de natuur. Blijkbaar is het toch nog een tijdje afdalen tot Belitsa. Daar aangekomen, arriveert er juist de bus maar het duurt nog even voor ze weer vertrekt. Ze gaat slechts tot het volgende dorpje maar daar zou een station zijn. De trein naar Bansko blijkt echter pas 4 uur later te vertrekken. We gaan dus maar terug liften en niet veel later hebben we al terug prijs. Helemaal tot het centrum van Bansko. Onderweg wordt er wel veel spookgereden voor alle putten in de weg. In Bansko gaan we op zoek naar een hotelletje. We vinden het niet, zelfs als we het vragen. We nemen er dan maar eentje in de buurt, Alpine Hotel. Een uitgebreide douche en we gaan het stadje verkennen. Mooie oude straatjes maar voor de rest is er niet veel te zien. We lunchen met een lekker soepje. In de late namiddag doen we nog een dutje en zien stage 10 van de Tour de France. Daarna trekken we terug het dorpje in. Eerst naar de winkel voor wat inkopen en dan naar het National Park Office wat precies niet echt de bedoeling is voor bezoekers. Het toeristenbureau kan ons wel verder helpen met de busuren. We dineren met een uitgebreid omelet en onze eerste kebabche en duiken ons zalig bed in.

13 juli: Hizha Vihren- Tevno Ezero

We ontbijten met ons yoghurtje en trekken dan naar het busstation, tenminste dat proberen we want het blijkt niet zo evident te vinden. Een Engelsman helpt ons spontaan, en na bij het treinstation te zijn aangekomen, merken we nog een huisje op dat het busstation is. De minibus vertrekt om half negen tot aan de Hizha Vihren. Je kan ook te voet, maar we zijn al twee keer Rila opgelopen en zijn van oordeel dat het boven mooier is. Onderweg passeren we de nieuwe skipistes en ’t is echt geen zicht. Aan de hut is het eerst weeral even zoeken vooraleer we op het juiste pad belanden. Zachtjes gaat het naar boven tot we rechts van een meer moeten wandelen. Het is één en al rotsblokken en het gaat zeer moeizaam vooruit. Het pad gaat voor de rest van de dag moeilijk zijn. Als we bovenop een kam zijn, begint het nog te hagelen ook. In de verte dondert het ook en we pauzeren wel tweemaal om met goed zicht over de kam te raken. De kam is geen makkie, op ons gat moeten we er soms af met langs beide kanten een afgrond. Als we er over zijn begint het weer te stortregenen en ook daar schuilen we even voor tijdens de lunch. De Duitsers die we altijd passeerden, zijn al lang niet meer te zien. Na de kam volgt dus een korte afdaling en moeten we weer een col over. ’t Is de eerste keer dat we tenten in de buurt zien. Na de laatste col is het dalen en als we eindelijk bij Tevno Ezero zijn aanbeland verdwijnen de wolken als nseeuw voor de zon. ’t Is nog nooit zo warm geweest en geen muggen. Ik ben in mijn nopjes. De hut is wel volzet maar na tweemaal vragen, krijgen we gelukkig een extra deken voor in de tent op 2500m. Lekker eten, mooie zonsondergang bij het meer. Meer moet dat niet zijn.

14 juli: Tevno Ezero-Rozhen

Het is weer even zoeken naar het rode pad en dan zijn we weer op weg. En de Duitsers gaan ook dezelfde richting uit. Het is even bergop ( de laatste col) en dan een moeilijke afdaling. Daar komt nog eens bij dat het één steile sneeuwvlakte is. Ik zie het niet direct zitten maar we moeten erdoor. We proberen eerst schuin tot de rotsen maar daar raken we er niet meer op de sneeuw omdat de sneeuw aan de rand van de rots helemaal weggesmolten is. Wouter probeert toch recht naar beneden maar al gauw rolt hij naar beneden. Ondertussen zijn de Duitsers ook aangekomen en zij proberen het langs de andere kant. Met moeite geraak ik er maar dan is het “doenbaar”. Waar we normaal 5 minuten over zouden moeten doen, doen we in ongeveer anderhalf uur maar we geraken er heelhuids op een kleine schaafwonde na. De rest van de dag is het pad lekker langzaam afdalen tussen de koeien. Rond een uur of twee arriveren we aan de Hizha pirin waar de Duitsers blijkbaar genieten van een heerlijk middagmaal. Wij hebben echter al gepicknickt en trekken dus verder. Even later begint het te hagelen, regenen en bliksemen. Het onweer gaat snel voorbij maar het pad staat helemaal onder water en het blijft nog lang naregenen. De regen heeft blijkbaar wel de vuursalamanders uit hun schuilplaats gelokt. Het pad gaat door bos en meer open struweel. In de verte duiken de zandstenen op. Ook het Rozhenklooster zien we deze keer wel liggen. Toch overnachten we, deze keer in het mediterraan klimaat, omdat mijn ene schouder blijkbaar afziet. Met verse tijm bereiden we ons avondeten.

15 juli: Rozhen-Melnik

We staan de laatste keer vroeg op zodat we vroeg in het Rozhenklooster kunnen zijn, voor de eerste toeristen. het pad daalt en af toe is het moeilijk om het pad te vinden want hoe dichter bij de bewoonde wereld, hoe meer paadjes. Even lopen we dan ook verkeerd, hoewel we goed hadden gekeken. We blijven de grindweg volgen maar als ie eenmaal de verkeerde richting uit blijft gaan, keren we op onze stappen terug op zoek naar het laatste groene streepje. Ik vind het op een losse steen op het gras een tiental meter van de weg. De piramides doemen voor onze ogen op. Rond negen uur arriveren we in het klooster na de laatste klim. In Rozhen staan nog de authentieke huisjes. Het klooster is heel mooi vanbinnen, we mogen echter geen foto’s trekken. Mooie fresco’s met duiveltjes. We kunnen zelfs even naar boven. De pater is ondertussen de kerkkom aan het poetsen. We ontbijten buiten in het zonnetje terwijl we naar de wielewaal luisteren en de eerste toeristen aankomen. Het is weer even zoeken hoe het pad verder gaat want op de kaart gaat het dwars door het klooster. Maar als we toeristen uit de andere richting zien komen, weten we dat we goed zitten. Als we dachten dat het moeilijke gedeelte nu achter de rug was dan zitten we mis. Op sommige plaatsen waar het vrij steil was, was het pad half weg geërodeerd en konden we er maar net met onze rugzakken langs. Het uitzicht is wederom spectaculair. Eenmaal beneden volgen we de bedding van een rivier die ons tot in Melnik brengt. Eerst uit de rivier geraken en dan ons hotel (Rodina) zoeken wat alletwee niet evident is. Heel het dorp ligt op een heuvelflank en de straten zijn slechts voor voetgangers. We vinden het uiteindelijk toch pal naast de hoofdweg en we “genieten” van een koude douche. Daarna lunchen we op een gezellig terrasje met een soepje en verkennen verder het dorpje. We zijn er vlug door en na een terrasje rusten we nog even verder uit op de kamer. Voor het avondmaal bezoeken we nog het museum waar we alvast de wijn van de streek mogen proeven en de oude wijnkelder bekijken. We zijn gelukkig net op tijd voor het onweer in Mehana Barbara waar we van een flesje Melnik 13 geniet terwijl de weg in een modderstroom ontwaart.

16 juli: Melnik-Sofia – Plovdiv

De dag begint voor ons al vroeg want de bus vertrekt al om zes uur ’s morgens. De hotelbaas heeft ons een andere deur getoond maar blijkt dat we gewoon opgesloten zitten als we willen vertrekken. Gelukkig ontdekken we nog een raampje waar wij en onze rugzakken net door kunnen. Eind goed al goed. op naar de bushalte. En ja hoor, om zes uur stipt arriveert de bus. Omdat we geen busuren hebben en niet ergens een dag vast willen zitten, gaan we met een omweg langs Sofia zodat we zeker zijn van een aansluiting. Om 13.00 arriveren we dan al in Plovdiv. Het busstation ligt echter buiten het centrum en we moeten nog een tijdje stappen tot het PBI Hostel (Plovdiv Bulgarian Inn). Dan gaan we de oude stad verkennen. Het is heel warm dus we doen alles rustig op ons gemak met een ijsje of een drankje. Mooie straatjes maar verder valt er niet veel te zien. We hebben wel even moeite om het amfitheater te vinden. We hebben alles al gezien maar hebben onze hostel al betaald dus zal het de volgende dag een daguitstapje worden.

17 juli: Bachkovo

Vandaag wordt het een dagtochtje naar Bachkovo. Eerst op zoek naar het Rhodopi busstation met een lekkere verse bagel. De bus staat al vertrekkensklaar en we springen erin. Een uurtje later worden we gedropt aan het klooster. De stalletjes leiden ons naar de toegang van dit rustieke klooster. Eens binnen worden we overdonderd door de pracht en eenvoud der dingen. Wouter trekt dan ook stiekem een foto hoewel het eigenlijk niet mag. De fresco’s van de hand van Zografi verbazen ons telkens weer. In het binnenpleintje loopt de geit te grazen. Na deze cultuurverrijking gaan we op zoek naar natuurverrijking. Buiten bevindt zich een informatiebord maar een lus zit er niet in dus we zullen noodgedwongen langs dezelfde weg moeten terugkomen. Gestaag stijgt het pad tussen beboste heuvels naar het eerste kerkje gelegen onder eeuwenoude platanen. Even verder gaan we door de toegangspoort van het eigenlijke reservaat Chervenata Stena. Een stenen trap leidt ons tot een tweede kerkje en als we de omgeving blijven verkennen , komen we ook in een rotskapelletje terecht. Eenmaal meer terug naar beneden, waden we in het bergriviertje dat jammer genoeg ijskoud is. Verder beneden ontdekken we prachtige watervallen als ware uit het niets. Eenmaal beneden, moeten we blijkbaar nog wel een uurtje op de bus wachten maar er is gelukkig een fris briesje. Terug in Plovdiv brengen we een bezoekje aan een grote supermarkt Billa voor het eten voor morgen onderweg op de trein. Dan een treinkaartje bestellen, dit lijkt moeilijker want we begrijpen eerst niet dat je voor een ticketje voor de volgende dag niet aan het loket moet zijn maar ergens boven in een kamertje. Toch lukt alles nog goed. Met een ticketje om 6u.50 naar Burgas verlaten we gelukkig het station. We proberen op ons gevoel terug naar het hotel te gaan maar het laat ons even in de steek. Na de douche dineren we gezellig in een mehana.

18 juli:Plovdiv-Burgas-Nessebar-Varna

De ochtend begint al vroeg. Gelukkig zijn we vroeg in het station want het spoor vinden is niet simpel want ze zijn niet genummerd en er staat geen bestemming op. Met wat hulpvaardige Bulgaren lukt het ons uiteindelijk wel. Eerst hebben we een coupeetje voor ons alleen maar dan komt er een Bulgaar bij ons zitten die wil babbelen. Omdat wij er niets van verstaan, buiten de landen van Europa die hij opnoemt, verlaat hij ons gelukkig waardoor we languit een dutje kunnen doen tijdens de vijf uren durende tocht. Onderweg passeren we veel ooievaars, zonnebloemen, graanvlaktes,.. Tegen de middag arriveren we in Burgas en de mensen staan ons op te wachten voor private rooms maar we proppen ons nog net in de bus naar Nessebar die vertrekkensklaar staat. Daar weten we even niet goed waar we eruit moeten maar zoals altijd komen we op onze pootjes terecht. We laten onze rugzak achter in een restaurantje en verkennen dan het World Heritage stadje. Er staan inderdaad mooie kerkjes maar hier aan de kust is het het ene toeristenkraamje na het andere. We houden het dus snel voor bekeken. Alleen een lunch aan het water kan ons bekoren. De kerkjes zijn nu vaak ingenomen door kunstgallerijen. We halen nog de bus van half vier naar Varna en kunnen er maar juist bij op. Het eerste hostel in Varna waar we aankloppen, blijkt vol te zijn maar in het tweede Flag Varna Central Hostel hebben we meer geluk. Een lekker doucheke en gezellig eten in Mehana la Cuchura in typische Bulgaarse stijl. We maken nog een avondwandeling langs de vele restaurantjes aan de kustlijn.

19 juli: Varna-Balchik

We laten onze rugzak achter in het hostel om een stukje van de stad te bezoeken. Eerst een bezoekje aan de wederom prachtige kathedraal met Russische invloeden. Dan naar de Romeinse Thermen die we vanaf een kerkje goed kunnen bezichtigen. Ons pad gaat verder naar het strand waar we al snel een duikje wagen in de zee. Zalig. Via het “naval museum” wandelen we verder het hele park door tot aan de zoo om daar weer een duik te nemen in de zee. We keren op onze stappen terug en lunchen bij de fastfood ( hotdog en pizza). Gelukkig is er iemand in’t hostel zodat we onze bagage kunnen oppikken. Dan naar de bushalte waar blijkbaar alleen bussen naar Albana stoppen. Op naar het echte busstation dan maar, 2 kilometer verder en niet meer op onze kaart. Geen probleem voor ons, het busje staat weeral vertrekkensklaar als we er aankomen. Als we in Balchik arriveren, staat er een oud vrouwtje de mensen op te wachten voor “private rooms” voor 10 lev. Als blijkt dat het maar voor één nacht is, slaagt de prijs op tot een luttele 12 lev per persoon. Maar ’t is een hele mooie kamer vlakbij het busstation. We vertrekken direct naar de botanische tuinen en het paleis dat een half uurtje verder ligt. Hier worden de toeristen in’t zak gezet, want blijkt dat je twee ticketjes moet kopen. Eéntje voor de tuinen zelf en ééntje voor het ‘paleis’ dat in de tuinen ligt en waar je nochtans geen inkomkaartje moet laten zien. Het is er wel aangenaam vertoeven, prieeltjes, rozentuin, cactustuin, rotstuin, fotogallerij,.. en we leren hoe die speciale boom in het Bachkovoklooster heet (Diosbyros kaki). Met zicht op zee verorberen we onze meloen en wandelen we terug via de dijk waar we nog een laatste keer zwemmen via een trapje tussen de rotsen. In Balchik moeten we heel het dorpje terug omhoog voor we van de douche kunnen genieten. Ons avondmaal hebben ook boven de zee, met nog een ijsje op de dijk als dessert.

20 juli: Balchik-Kavarna-Kaliakra-Kavarna-Dobrich-Varna-Ruse

De bus vertrekt om 8.u30 dus we zijn weer vroeg uit de veren. Ontbijt met een gevuld ‘broodje’ en op weg naar Kaliakra Cape met een overstap in Kavarna. We willen er eerst uit in het infocentrum maar het blijkt gesloten en we kunnen gelukkig nog mee met het busje tot aan de kapp. We zijn als eerste aan de kaap samen met de vrouwtjes die de toeristenstalletjes open houden. Bij één van de behulpzame vrouwtjes laten we onze grote rugzak achter. ’t Is er mooi en er vliegen heel veel vogels. Aalscholvers, Dwerg- en Kuif-,.. We wilden er nog een wandeling in de steppe maken, maar veel pad is er niet en op de makadam in de zinderende hitte zien we niet goed zitten. Jammer, de steppe zit trouwens propvol met kleine slakjes van de karakolvorm. We nemen het busje terug naar Kavarna waar we via Dobrich in Ruse willen raken. In Dobrich aangekomen, blijkt er geen bus naar Ruse te vertrekken en zouden we terug naar Varna moeten. Eerst denken we dat ze ons in’t zak proberen te zetten tot we het woord “catastrophe” begrijpen. Er is blijkbaar een accident gebeurd onderweg en ze weten zelfs niet of er een bus een dag later al zal rijden. Terug naar Varna dan maar, jammer maar helaas. Een hapje eten en dus terug de bus op. In Varna kunnen we gelukkig nog de twee laatste ticketjes naar Ruse kopen. Tijdens de twee uur dat we moeten wachten, genieten we van een ijsje, drankje en de mensen rondom ons. Eens in de bus, blijkt het nog een heel gedoe om op de juiste stoelnummers te belanden want die van ons zijn bezet, maar de stoelen van de mensen die er zitten, zijn natuurlijk ook bezet enzovoort en enz. En het wordt nog meer afzien want de airconditioning doet het ook niet. Bovendien komt er nog bij dat onze bus door één of ander ministerie gecontroleerd wordt en we nog uren ergens moeten wachten. Blij zijn we dus als we in Ruse aankomen. ’t Is weer even zoeken waar het hotelletje ligt dat in onze Lonely Planet staat, en als we de receptie zien, hebben we schrik dat we het niet kunnen betalen. Maar dat valt goed mee, 42 lv voor een mooie kamer ( wel zonder airconditioning, maar met minibar en tv) met ontbijt. We haasten ons om nog een deel van Ruse bij daglicht te kunnen zien, de bibliotheek, het plein, de Donau,… En een gezellig parkje om te eten.

21 juli: Ruse- Ivanovo – Koshov

Vandaag willen we het Rusenski Lom natuurreservaat bezoeken, in de buurt van Ruse. We hebben echter geen kaart dus we brengen eerst een bezoekje aan het Rusenski Lom National Park Office. Daar is echter niemand die ons verstaat, de baas is er niet en het enige dat we te zien krijgen als we een kaart vragen is de landkaart van Bulgarije. We proberen het in de boekstalletjes en het toeristenbureau dan maar eens. In het toeristenkantoor hebben ze wel een kaart, maar mogen ze niet verkopen. Idioot. Ze kunnen ons wel al verder helpen met de treinuren. We besluiten dan toch maar te vertrekken zonder kaart, misschien vinden we er ginder wel één. Bijna waren we al tevroeg uit de trein gesprongen want we dachten dat hij enkel in Ivanovo zou stoppen, maar blijkbaar nog in verschillende kleinere dorpjes. In Ivanovo is nog een informatiebureau waar we het nog eens proberen. Geen kaart maar wel een folder over de Middeleeuwse restanten van Ivanovo en Cherven. En het belangrijkste, er staat een Middeleeuws pad op en de rivier, maar meer ook niet. Maar voldoende voor ons. De wandeling tot aan de vallei en de beroemde rotskloosters is warm. En de kloosters zijn kleiner dan verwacht, maar wel nog mooie rotschilderingen. De wandeling in het Rusenski Lom park is heel mooi. Met tijden is het moeilijk om de vegetatie te doorkruisen maar de fluitende vogeltjes maken alles goed. Enkel watervoorziening is een probleem. De Rusenski Lom ziet zo bruin als de Amazone in het tropische regenwoud, en we drinken er dus liever niet uit. We blijven in de buurt van de kliffen en de rivier wanneer we plots een oehoe zien. Machtig, hij vliegt van ons weg en poseert mooi op één van de kliffen. Van wielewalen krioelt het er ook. En als we dichterbij een dorpje komen, zien we ook nog hoppen, bijeneters, scharrelaars en van ver een zwarte ooievaar. Onze dag kan alvast niet meer stuk. En dan komen we zelfs nog een doprje tegen waar we een terrasje kunnen doen, onze watervoorraad bijvullen en worst kopen. We zijn moe en willen niet ver meer stappen. We passeren nog wat verlaten huisjes en zien dan een prachtig graslandje naast de kliffen. Magnifiek. aan de overkant van de rivier krijst echter heel de nacht een varken alsof het precies gespeend wordt. En rustig staan we ook niet echt met de tent. Er passeren nog verschillende mensen die uit het niets tevoorschijn komen. Met vis, brandhout, of zomaar.

22 juli: Koshov-Cherven-Veliko Tarnovo

We zijn weer vroeg op want we willen de hitte voor zijn en gisteren was het zo’n lastig pad. Eerst nog genieten van een lekker omeletje. Vandaag lijkt het pad makkelijker, misschien omdat we nu echt op het middeleeuws pad zitten? Tegen 10 uur zijn we al in Cherven en brengen we er een bezoekje aan de 6e eeuwse Citadel. Ze ligt vanboven op een heuvel. Er blijft weinig van over maar door het kijkgat van de uitkijktoren poseert toch maar weer een pracht van een wielewaal. Op de terugweg naar beneden durven we eindelijk de gele vruchten proeven. En ja hoor, ’t zijn lekkere pruimpjes. Beneden nemen we toch maar een ijsje als dank dat ze even op onze rugzakken wilden letten. In Cherven zoeken we eerst de bus, maar blijkbaar rijdt ze niet in’t weekend. Dan maar liften. Ze nemen ons direct mee, alleen nog ergens stoppen om spullen af te laden. We kunnen zelfs mee tot Ruse, vanwaar we de bus tot Veliko Tarnovo kunnen nemen. ’t Is weer een minibus en ’t is er verdomme heet en in Veliko is het ook een stukje stappen. We zijn op zoek naar kamers to rent als we door een dame worden aangesproken voor private rooms. Oké voor ons maar 20 lev per persoon is te duur vinden we. Ze brengt ons dan naar één van haar vrienden die kamers verhuurt voor slechts 15 lev. Blijkbaar is er nog één klein probleempje. De kamer blijkt nog bezet te zijn en we worden in de salon gezet. Om de 5 minuten komt er iemand ons vertellen dat we nog 5 minuten moeten wachten. Uiteindelijk mogen we dan toch naar onze kamer. We verfissen ons even en gaan dan de Tsaravets citadel bezoeken. Zeker de moeite waard. Op de top van de heuvel staat blijkbaar een gewoon kerkje, maar binnenin doet het heel raar aan door de moderne schilderingen. Nu gaan we ons deftig wassen en lekker eten op een terrasje. In Bulgarije speelt de volgorde of de tijd wanneer ze welke gang brengen niet echt van belang. Ik heb mijn eten al op als Wouter zijn worstjes nog moeten komen. Nadien wandelen we terug naar het fort om de klank- en lichtshow te bewonderen. Helaas, we hebben lang gewacht, maar er was precies iets mis want méér dan twee laserstralen hebben we niet gezien. Terug naar bed dan maar.

23 juli: Veliko Tarnovo-Arbanassi

Vandaag willen we Arbanassi bezoeken. Volgens onze gids is het maar 5 km dus willen we het te voet doen. Arbanassi staat niet op onze kaart dus proberen we het op ons gevoel. Helaas mislukt het, we hebben wel mooi rond het fort gewandeld. We proberen nog te liften, de bus te nemen maar ook dit alles mislukt zodat het voor één keer de taxi wordt. Een Bulgaar wil ook nog mee, maar mag niet van de chauffeur. Arbanassi is een heel klein dorpje met nog veel kerkjes die goed bewaard gebleven zijn. In de “Nativity Church” is werkelijk elke centimeter beschilderd met honderden taferelen. In de huismuseums kan je de geuren van lang vervlogen tijden nog opsnuiven. We genieten er van een ijsje en gelukkig is de weg naar huis te voet gemakkelijker te vinden. ’t Is zelfs een hele mooie wandeling en altijd bergaf. Terug in Veliko slenteren we nog wat door de oude straatjes. ’s Avonds eten we nog een typisch Bulgaars gerecht, een gondola stoofpotje. Ook hier arriveren de frietjes 10 minuten nadat al ons eten op is. Jammer. We willen toch nog ééns naar de lichtshow gaan kijken. Door ons uitgebreid eten, zien we er slechts nog één minuut van, maar zeker de moeite waard.

24 juli: Veliko-Hisar

We hebben nog een aantal dagen over en hebben van de dorpjes wel genoeg gezien, ze lijken op den duur allemaal op elkaar. We willen dus terug de natuur in. We kiezen voor de Sredna Gora, één van de uitlopers van de Stara planina, het Balkangebergte dat het land in twee verdeelt. We moeten dus het gebergte over en het wordt een redelijk lange busrit. Alvorens al het busstation te vinden. Onze gastdame zei dat we om acht uur aan het station moesten zijn. Met veel getelefoneer had ze dit uitgezocht. In het ene busstation aangekomen blijkt dat er hier geen bussen rijden. Dan maar snel met de taxi naar het andere opdat we acht uur nog zouden halen. Ruim op tijd komen we er aan, want de bus vertrekt helemaal niet om 8 uur. De bus zit wel goed vol. Er moeten zelfs mensen rechtstaan. De trip brengt ons door verschillende dorpjes, onderweg zien we ook het bekende Shipka-kerkje en de bijbehorende Shipka-pas. In Hisar, een badoord, lunchen we eerst en kopen we nog wat proviand bij en dan begint de tocht. Bergop en snkikheet zo blijkt. In het begin is het ook weer moeilijk om het pad te vinden. Zeker omdat we geen kaart hebben, we willen het gewoon met de wegbeschrijving doen. Gelukkig kiezen we de juiste kant van de splitsing. Een man vertelt er ons ook dat binnen het uur er een rally gaat aankomen hier. Gelukkig mogen we verder. De wegbeschrijving heeft het over één oude eik. Voor zover we kunnen zien, staan er overal oude eiken. Na wat zoekwerk, en een waterzak minder die ondertussen is gecrasht, vinden we uiteindelijk die ene oude eik. Naast ons vliegt een zwarte ooievaar op. Prachtig. De weg blijft stijgen en de zon blijft schijnen. Hopelijk hebben we genoeg water. Een paar uur later, als we nog steeds aan het klimmen zijn, kunnen we nog net op tijd in de bosjes springen voor één van de jeeps van de rally blijkbaar. We dachten de laatste van de race, maar er passeren er nog een heleboel. Gelukkig zitten we tegen dan niet meer op de hoofdweg waar ze rijden, maar op een kleiner paadje. We vinden een prachtig uitzicht om onze tent op te zetten. De buizerds komen bij wijze van verwelkoming, ons begroeten. Lekker eten en van ’t uitzicht genieten, dat is alles wat ons nog rest. En de afwas doen zonder water, want dat sparen we liever om te drinken. ’s Nachts wordt Wouter echter ziek. Tweemaal moet hij de tent uitspurten, daar gaat zijn lekker avondmaal.

25 juli: Sredna Gora

’s Morgens is het dan ook het dilemma: gaan we verder naar boven nu we bijna bij de top zijn waar er water is, of gaan we uren naar beneden ook zonder water. Na veel wikken en wegen wordt het toch naar boven. Blij zijn we als we eindelijk de bron tegenkomen. Lekker fris water. Wouter overleeft verder op Isostar en druivesuiker en zo bereiken we toch de eerste hut van vandaag. We wandelen liever verder, eerst nog een beetje klimmen om dan in een prachtig grasland tussen de bosbessen te rusten. Tegen de middag neem we voor één keer eens een uitgebreide pauze zodat Wouter nog wat kan slapen. Als goede huismoeder maak ik een soepje om hem wat aan te sterken maar hij krijgt het nog niet binnen. We beginnen af te dalen, hopelijk moeten we dit straks niet allemaal terug omhoog. Ruime tijd, en nog veel rustpauzes later arriveren we dan ook aan de tweede hut. Een gigantische vervallen blok. We willen er ons water bijvullen, maar de twee eigenaars willen blijkbaar dat we blijven slapen want het lijkt al lang geleden dat hier nog gasten zijn geweest. Wij trekken echter verder en de derde hut komt er sneller dan verwacht. Weliswaar nog slechts een ruïne maar dat kan voor ons geen kwaad. We horen in de verte een geluid dat we niet kunnen thuisbrengen, maar wandelen rustig verder om een geschikt plaatsje te vinden om te overnachten. Geen probleem. Alleen wat lastig dat het geluid dat we hoorden de bellen waren van een enorme schaapskudde en die nu net passeren waar wij ons geplaceerd hebben. De schapen en geiten zijn geen probleem. De herdershonden zijn erger. Met vier staan ze nog tegens ons te blaffen, als de schaapjes al lang weg zijn. Wij houden ons been echter ook stijf en een half uurtje later zijn ze gelukkig weg. Genieten van de ondergaande zon bij het avonddiner. Zalig.

26 juli: Sredna Gora- Koprivstitsa – Sofia

Gelukkig is Wouter terug helemaal de oude. We dalen verder af en genieten onderweg van de verse frambozen. We passeren nog boerderijen, riviertjes, velden,… Nog een mooie wandeling. De mensen uit het dorp trekken allemaal met hun kar naar hun gronden. We arriveren al snel in Koprivstitsa, een klein historisch dorpje, waar in 1876 de eerste kogel werd gevuurd tegen de Turkse bezetting. We genieten heel de namiddag van de straatjes en caféetjes want de trein naar Sofia rijdt pas om vier uur.

27 juli: Sofia- Leuven

Geef een antwoord