Oost-Turkije

15 augustus: Leuven-Istanbul

Onze vlucht vertrekt pas om 17u40. We kunnen ons dus nog de hele dag voorbereiden. We testen ons gasvuurtje op Colemanfuel voor het geval we geen gas vinden in Turkije en ’s middags gaan we nog iets eten in de Kaminsky, waarna we nog eens de treinen checken. De Dogu Express blijkt al zo goed als vol te zitten van Istanbul naar Erzurum. We zoeken dus een ander alternatief via Ankara. Dan kunnen we eindelijk op weg. We hebben nog altijd geen bevestiging gekregen van onze guesthouse reservatie dus dat wordt spannend aangezien we pas om één uur ’s nachts landen. Eens in Zaventem kunnen we al direct inchecken, we herbevestigen onze terugvlucht en wandelen per ongeluk de verkeerde gates binnen. Tweede keer, goeie keer. Ik piep echter bij de metaaldetector en moet op de schoenenscanner gaan staan. Verder geen problemen. De vlucht vliegt voorbij met een hapje en een drankje (cake of sandwich en bloedappelsiensap). In Milaan aangekomen, waar we moeten overstappen, wacht een bus ons op op de tarmac om ons naar de terminal te brengen. Nog even wachten in de relaxroom en we zijn weer weg. De lunch biedt onze deze keer een maïsbroodje met zachte kaas en artisjokken aan. We landen een kwartiertje te vroeg. Eerst nog een visum kopen voor 10 euro en de douane passeren voor we onze bagage kunnen oppikken. Even is er nog paniek omdat er één van onze matjes ontbreekt, maar even later komt dat ook op de bagageband aangerold. We overleggen even wat te doen nu er geen openbaar vervoer meer rijdt naar het centrum. In de vlieghaven slapen, met de bus en dan nog lang stappen? Uiteindelijk wordt het met twee andere toeristen een taxi delen, en worden we voor de deur van het Mavi Guesthouse afgezet. Door een computercrash is onze reservatie niet toegekomen en is er ook geen plaats meer. Maar geen nood, in het ernaast gelegen Motif Guesthouse is er nog ruimte vrij in de dorm. We proberen zo min mogelijk geluid te maken om onze kamergenoten niet te wekken en proberen ondanks de hitte te slapen.

16 augustus: Istanbul

We staan op met zicht op de Aya Sofia. Vroeg uit de veren want vanavond nemen we alweer de trein verder richting Ankara. We ontbijten buiten op straat voor ons hotelletje met het typisch Turks ontbijt. Brood, tomaat, eitje, kaas, confituur. We laten onze rugzakken achter in het pension en trekken er op uit voor heel de dag. We passeren eerst langs de Aya Sofia (Haghia Sophia). Er staat echter al zoveel volk aan te schuiven dat we verder wandelen richting Blauwe Moskee (Sultan Ahmet Camii). Hier is het al net hetzelfde dus we houden de feitelijke bezoeken voor op het einde van de reis als het hopelijk wat minder druk is aangezien het dan al september is. We wandelen langs de Hippodroom en de obelisken. De Hippodroom was vroeger het centrum van de stad. Drie obelisken zijn hier nog getuige van. De granieten obelisk van Theodosius werd door hem meegebracht uit de tempel van Karnak in Egypte. De slangenzuil is afkomstig uit Delphi, de slangenhoofden zijn echter verdwenen. Als laatste staat er nog een stenen obelisk waarvan de bronzen versieringen ook verdwenen zijn. We wandelen verder naar Eminönü, de wijk die aan de Gouden Hoorn en Galatabrug ligt. Hier willen we de boot nemen naar het Haydarpasa station in het Aziatisch gedeelte om onze treintickets voor vanavond te boeken. Net als we op de boot zitten, blijkt dat je de ticketjes ook vanuit het Sirkeci station op het Europees gedeelte kan boeken. Blijkt dan ook nog eens dat we op de verkeerde boot zitten, nl naar Uskudar ipv Haydarpasa. We laten de pret echter niet bederven en bezichtigen eerst nog 2 moskees zonder toeristen deze keer en nemen de boot terug. Onderweg hebben we nog een mooi zicht op Kiz Kulesi, een kerkje in het midden van de Bosporus, en het Dolmabahce paleis. Het water zit vol met vissen. Terug aan wal, wandelen we dus eerst naar het Europees station en bestellen ticketjes Istanbul-Ankara en Ankara-Erzurum. Onze tocht zet zich verder langs de Yeni moskee en de kruidenbazaar naar de Grote Bazaar (Kapali Carsi).

De Grote Bazaar telt meer dan 4000 winkeltjes en is bereikbaar via verschillende poorten. Ze doet mij echter heel toeristisch aan en kan mij dus niet echt bekoren. We gaan verder naar de Suleymaniye moskee met de tombes en een prachtig uitzicht op de Bosporus. We rusten uit op het grasveld maar we worden weggejaagd. Even later blijkt ook waarom, de sprinklers besproeien gans het veld. Nog een moskee (Sehzade Mehmet) en een aquaduct verder hebben we stilaan genoeg gezien. Op zoek naar gas nu. In de Lonely Planet heb ik twee kruisjes gezet en we proberen het eerste. Geen geluk, we vinden niets en zelfs internet zegt dat de winkel er niet ligt. Op naar het tweede kruisje dan maar. Maar hoe? Een bus naar Taksim square. Een blauwe, want de groene werken met ticketjes en die hebben we nog niet. Vanaf Taksim square wandelen we verder naar de wijk Besiktas waar het ook weer even zoeken is. Na een tijdje hebben we echter meer geluk. We vinden gas in de Adrenalin winkel. Geen Primus maar Jetboil, maar het zou ook passen. De boot terug vaart blijkbaar niet, dus wordt het weer met de bus terug, in de spits deze keer. Op de terugweg naar ons hotel eten we in een restaurantje lekker tavuk sis (kipsaté) met salade. We passeren nog de klank- en lichtshow van de blauwe moskee en gaan daarna onze rugzakken oppikken in het pension. Nu op weg naar de juiste boot (blijkbaar aan de overkant van de Galatabrug) en Haydarpasa. Dit station is net als het Sirkeci station een pracht van een gebouw. We zijn nog iets te vroeg voor de trein van 23u30, dus we drinken nog iets op het terrasje van het station, vlak aan het water. We zoeken de juiste stoelnummer op, maar er brandt geen licht in de coupé. Vijf minuutjes voor we vertrekken komen ze ons vertellen dat we verkeerd zitten. In de juiste coupé ( blijkbaar waren er twee met dezelfde naam) zit natuurlijk meer volk. We maken het ons gemakkelijk voor de lange treinreis. Slapen lukt ons echter toch niet zo goed want de lichten blijven de ganse nacht branden.

17 augustus: Ankara

omgeving Ankara

Om 7u30 arriveren we in Ankara. We stoppen onze bagage in een lockertje en brengen een blitsbezoekje aan de stad. Onze volgende nachttrein vertrekt namelijk al om 13u30. We gaan naar de stad, proeven van de simits (een soort bagels met sesamzaadjes, die we nog de rest van onze reis als ontbijt zullen tegenkomen) en trekken de citadel in. Daar is het mooi en rustig, maar voor de rest is er niet veel te zien. We doen nog inkopen voor de lange treinrit en gaan dan in het park een dutje doen. Het park stelt echter niet veel voor. De grote vijver staat gewoon leeg en alles lijkt vervallen. Om de tijd te verdrijven doen we dan maar een terrasje in het station, eten een kipkebabje onder het station en doen nog een dutje op het perron. Vervolgens volgt een treinrit van 22u tot in Erzurum. We vervelen ons echter geen minuut. De landschappen zijn heel mooi. Zeker de volgende morgen als we wakker worden langs de Eufraat.

18 augustus: Erzurum-Yusufeli-Yaylalar-Olgunlar

Spectaculaire zichten. We rijden pal door de kloof van de Eufraat. We arriveren iets later dan gepland in Erzurum (maar wat maakt nu 40 minuten op 22u) en wandelen rechtstreeks naar het busstation. We kopen een ticketje bij de ene busmaatschappij (Okul Tour) en moeten uiteindelijk toch mee met de andere (Artvin Expres) om 13u00. Van verwarring gesproken. Onze handen worden met eau de cologne verfrist en we maken ons klaar voor weer een ritje van 3 uur. We dalen van 2000 m tot in Yusufeli op 560 m. De omgeving is dus weer de moeite. Onderweg stopt de bus voor een drankje en zien we het prachtig Tortum meer. Normaal waren we van plan in Yusufeli te overnachten en de volgende dag richting bergen te gaan maar blijkbaar rijdt het minibusje enkel om 17u en dat is vrij laat. We stappen dus van het ene busje in het andere na haastig nog wat eten te kopen.

Deze trip (van 560 m terug naar 2100m hoogte) is weliswaar nog mooier. We volgen constant de rivier en ik zit lekker aan het raampje. Een groepje gezellige Turken dat ook gaat trekken, vergezelt ons. Het is al donker als we Olgunlar bereiken. Nu nog een plaatsje zoeken om te overnachten. Camping of pension? Na twee nachten treinen en voor vier dagen trekken, kiezen we voor het pension. De eerste twee zijn al volzet, maar in de derde (Denizgolu Pansion) is er gelukkig nog plaats, met privé badkamer nog wel. Precies wat we op dit moment nodig hebben. Na een uitgebreide douche gaan we nog snel een theetje drinken, maar na ons sluit de deur.

19 augustus: Olgunlar-Dilberduzu-Deniz Golu- nameless lake

kackar

Na ons ontbijt met brood en choco zijn we om 8u op weg. We steken al direct de rivier over omdat onze gids schrijft dat we de zuidkant van de rivier moeten volgen. Natuurlijk zitten we volop in de velden en loopt het pad even verderop. De omgeving is echter prachtig. Gans de vallei puffen we omhoog. We passeren nog een miniscuul dorpje Naztaf Yayla dat enkel als zomerverblijf gebruikt wordt en tegen de middag arriveren we in Dilberduzu. Dit is het basecamp voor de beklimming van de Kackar (3932m). Een groep van Joker heeft er ook zijn tenten opgeslagen. Even motregent het, maar wij trekken verder de bergen in. We krijgen lichtjes last van hoogteziekte maar omdat we denken dat we er bijna zijn, gaan we toch maar verder. Maar elke keer als we denken dat we er zijn, gaat het toch weer verder bergop

.kackar deniz golu

Uiteindelijk raken we toch aan Deniz Golu, ook een populaire campingplaats voor de beklimming van de top. We rusten hier even uit om wat te acclimatiseren voor zover dit lukt en trekken dan de laatste pas -hij ziet er moeilijker uit dan hij is- over. Hierachter ligt een pracht van een meer – zonder naam helaas- helemaal voor ons alleen. De ijskappen zweven nog boven het water. We zetten de tent op en kruipen vroeg in ons slaapzakje. Zonder eten want onze eetlust is verdwenen door de hoogte (3377m). Het rommelt in de verte en het regent bijna heel de nacht maar onze thermometer wijst toch nog 7°C aan.

20 augustus: Nameless lake -Derebasi Golu

We zijn vroeg uit de veren want de zon schijnt ondertussen. De dag begint met een pas over de rotsblokken en naar beneden over gruis. Daarna komt er nog een pas met dezelfde gruis naar beneden. Beneden picknicken we nog in het zonnetje aan het riviertje. Even later moeten we echter schuilen onder onze ponchos voor een heus onweer met hagelbui. De hagelbollen doen pijn als ze op ons hoofd vallen. Er blijft een wit tapijt achter. Twee Israeliers komen nog de pas af. We haasten ons snel verder want we moeten nog een hogere pas over voor het weer weer slechter wordt. Nog eens 5 minuutjes schuilen voor de tweede hagelbui en terug op weg. We passeren een groepje Turkse jagers. Eens boven op het zadel begint het weer te onweren en hagelen als jewelste.

We durven niet verder met de bliksem en schuilen zeker anderhalf uur voor de hagel en tellen de secondes tussen de bliksem af. Op een gegeven moment besluiten we toch maar te vertrekken (om voor de donker beneden te zijn) en wonder boven wonder verschijnt er nog slechts één bliksemflits, al blijft het wel de hele tijd regenen. Nu lijkt het net een winterwandeling want door de vele hagel ligt er precies een pakje sneeuw. We hebben moeite om het pad naar beneden te vinden (De Israliers blijkbaar ook want ze hebben hun tent pal op het zadel in het onweer geplaatst). Doorweekt arriveren we aan Derebasi Golu waar we na goed te kijken nog een tentje kunnen ontdekken en onze tent in de regen proberen op te stellen. We proberen ons gasvuurtje uit maar het lukt niet direct dus stappen we maar over op brood en choco.

21 augustus: Derebasi Golu- Yukari Kavron – Buyuk deniz

kavron

Als we opstaan is er gelukkig geen wolkje meer aan de lucht. We profiteren ervan om op ons gemak te ontbijten -inclusief preisoep- en onze kleren te laten drogen. Om 9u zijn we pas terug op weg. De eerste helft van de dag is het heel de vallei naar beneden tot in Yukari Kavron. We ontmoeten voor het eerst de Pontische Rhododendron – We zitten dan ook in de Pontische Alpen. Tijdens onze pauze langs het riviertje worden we gefilmd door een Turks gezinnetje dat op weg naar het meer is om te vissen. Wij zijn de bezienswaardigheid. Net wanneer het pad even zo vlak is als het maar kan zijn, struikel ik op een of andere manier en beland ik languit op mijn buik met mijn rugzak bovenop me.

Een gekneusde arm en enkel als gevolg maar we kunnen ermee verder. Rond de middag arriveren we in Yukari waar ze volop aan het schieten zijn tijdens onze lunch. Daarna volgt weer een klim tot helemaal boven. De zon brandt en het is heel warm waardoor het, als we eindelijk boven zijn, al bijna 16u is. We besluiten om daar in de prachtige omgeving van drie meren te blijven overnachten. We eten al wat noedels en verkennen de omgeving nog (Kara Deniz golu vanop het zadel en Meterel Golu bovenaan) met zicht op de Kackar. We genieten van het zonnetje en de omgeving tot de zon ondergaat.

22 augustus: Buyuk Deniz – Dupeduzu – Olgunlar – Yaylalar

Vandaag vertrekken we terug. Om 7 u zijn we al op pad na een muësliontbijtje. Over het zadel en dan bergaf via het haarspeldbochtpadje naar het meer Kara Deniz. Vervolgens de pas “caymakcür gecidi” over. Het zou de gemakkelijkste pas van heel Kackar zijn, maar hoog blijft hij toch wel. Bij de afdaling passeren we zelfs voor de enige keer een sneeuwveld. Na de pas volgt een lange afdaling. Eerst naar Dupeduzu en verder naar Dobe Yayla (waar het schaap aan het spit hangt) en Olgunlar. De afdaling is zalig gemakkelijk en onderweg passeren we een heleboel mensen die puffend omhoog klimmen. Ook het groepje Turken uit de minibus ontmoeten we opnieuw, weliswaar met 1 man minder. Rond half drie arriveren we in Olgunlar.
Olgunlar
De bus vertrekt blijkbaar pas de volgende morgend dus we drinken nog iets op het terras en wandelen verder naar Yaylalar. Misschien dat er daar wel een bus vandaag nog vertrekt. Noppes. Dan maar op naar het pension Camvuya (het oude gedeelte, er is ook een nieuw gedeelte van 2006 in Zwitserse stijl). We wassen ons met koud water (omdat de electriciteit nog niet op staat zo blijkt later) en verkennen de omgeving op ons gemak. Ondertussen woedt er oorlog in mijn buik maar als we om half acht aan tafel worden verwacht is alles alweer terug in orde. Er is nog slechts één Engels koppel aanwezig maar er is voor 7 personen gedekt. Het eten is zeer lekker: de typische linzensoep met rijst (ezo gelin), salade (waar we maar de helft van opeten omdat we de overige personen waarvoor gedekt is nog verwachten), kippenbil met gefrituurde patatjes en rijst. En dessert met alle fruit dat er verkrijgbaar is, druifjes, pruimen, vijgen, meloen, peren. Mmm. Na het diner gaan we slapen want we worden al om half zes de volgende ochtend op de bus verwacht.

23 augustus: Yaylalar-Yusufeli-Erzurum-Kars

lake tortum

Het is weer vroeg dag. De eigenaar van ons pension blijkt ook de buschauffeur te zijn. De tocht naar beneden is iets sneller dan naar boven, maar genieten doen we weer. Eenmaal in Yusufeli twijfelen we. Nog 5u wachten op de bus naar Kars of via Erzurum rijden. We kiezen voor het laatste. Een duurdere maar achteraf gebleken iets snellere keuze omdat we in Erzurum van de ene bus in de andere kunnen stappen. Onderweg passeren we weer het mooie meer van Tortum. In Turkije zijn ze blijkbaar over heel het land bezig met wegen herstellen of heraanleggen waardoor ze voor de omleiding een heel nieuw baanvak graven. Zowel tussen Yusefuli en Erzurum als naar Kars is dit het geval. Rond vier uur arriveren we in Kars. Eenmaal aangekomen wandelen we direct naar ons hotel waar we een mooie hoekkamer krijgen. Even uitrusten en dan een hapje eten. Lahmacun of Arabische pizza. De kelner vraagt of ons of we er 1 of 2 moeten hebben. Verbaasd antwoorden we twee, omdat we toch duidelijk met twee personen zijn. Even later blijkt dat we twee pizza’s per man krijgen, het is namelijk flinterdun deeg. De Turken naast ons kunnen er wel vier of vijf op. Ondertussen is onze trip naar Ani ook al geregeld. Een meneer heeft bij ons in het hotel aangeklopt en hij kan vervoer regelen. Omdat we nog geen enkele andere toerist in de stad hadden gezien, zijn we op zijn voorstel ingegaan.

24 augustus: Ani

Ani

Ons minibusje vertrekt om 8u30 aan ons hotel dus genieten we eerst van een typisch ontbijtje over de deur met kaas, honing, olijfjes, tomaatjes, thee en héérlijk vers brood. Met ons buikje vol trekken we naar Ani. De meneer die ons gisteren heeft aangesproken heeft alle toeristen uit Kars bijeengesprokkeld, wel zeker tien. ’t Is een klein uurtje rijden, altijd rechtdoor, tot waar de weg stopt. Onderweg zien we heel veel roofvogels op de electriciteitsdraden. We zijn dus bijna gans alleen in Ani, op de restauratiewerkers na. In een desolaat landschap staan verschillende Armeense gebouwen (moskee, kerk, paleis). De grens met Armenië is echter vlakbij en sommige stukken zijn “off limits”. In de kloof die Armenië en Turkije scheidt bevonden zich vroeger verschillende grotwoningen. Rond half twee zijn we terug in Kars. Daar gaan we op weg naar de citadel. Onderweg zoeken we nog een soepje om te eten, maar ze kunnen enkel de typische Ezo Gelin aanbieden in een echt restaurant.
ani
Vanaf de citadel heb je een mooi uitzicht over de stad en passeer je nog verschillende kerkjes en moskees. Onderaan doen we nog een terrasje langs het water. Aan de fruitkraampjes langs ons hotel kopen we een reuzemeloen als vieruurtje. We nemen een douche in het niet al te propere bad. Warm is het gelukkig wel. We gaan deze keer dineren in een chic restaurant met grotinterieur (Ocakbasi Restoran), al beperkt de keuze zich daar ook vaak tot kebabs. Nog even geld afhalen en we kruipen knus onder onze dons.

25 augustus: Kars-Igdir-Dogubeyazit-Ishak pasa

ishak pasa
We zijn weer vroeg op want we willen de bus van 7 uur halen naar Igdir. Eerst gaan we helemaal te voet op weg naar het bussation in het oosten van de stad. Het laatste deel krijgen we een lift van een gammele bus. Eens daar aangekomen blijkt het busstation verlaten en na veel gebarentaal verstaan we dat de bus vanuit het minibuscentrum zal vertrekken. De taxi kon ons nog net op tijd terug tot daar brengen maar wel tegen een afzetprijs. Het uitzicht uit de bus is weer de moeite. Als we in de buurt van de Armeense grens komen, krijgen we onze eerste paspoortcontrole. Verder geen problemen. In Igdir kunnen we vlot overstappen (een blokje verder) naar Dogubeyazit waardoor we er tegen de middag arriveren. Onderweg rijst de gigantische Mount ararat (5137 m) op uit de vlakte. De top ervan is mooi bedekt met sneeuw. We kopen een simit en wandelen naar camping Lalezar. Het is bergop en iedereen bekijkt ons raar dat we dit te voet doen. Onderweg passeren we natuurlijk weer de militaire basissen maar ook de soldaten wuiven vriendelijk “Hello”-al blijft de “What’s your name” hier wel achterwege. De camping wordt uigebaat door een Nederlander en een Kurd en buiten ons logeert er niemand. We stellen eerst ons tentje op en doen dan autostop naar boven naar het paleis Ishak pasa .
ishak pasa
Het paleis is heel mooi en heeft bovendien een prachtige locatie die uitkijkt over de bergen. Het staat zelfs op één van de Turkse lire-briefjes. Achteraan liggen nog twee moskees en het wemelt er van de Turkse toeristen maar er is geen buitenlander te bespeuren. Er dreigt echter een onweer dus we haasten ons naar beneden want we willen dit te voet doen. We proberen nog de Ararat op de gevoelige plaat vast te leggen, maar hij verdwijnt in het wolkendek. Zalige omgeving zolang we niet worden lastig gevallen door de herderjongetjes van de schaapskudde. Eenmaal beneden begint het direct te regenen en kruipen we in ons tentje. Onze tuin zit echter vol met picknickende Turkse gezinnen aangezien het zaterdag is. Even later worden we uit onze rust gehaald door een bende giechelende kinderen die ons een bord kippeboutjes met brood aanbieden. We laten het ons smaken. Het is al donker als het éénmaal gedaan met regenen is. We maken nog een kleine maaltijd klaar en duiken dan terug de tent in.

26 augustus: Dogubeyazit-Van-Akdamar

akdamar
We staan weer vroeg op want de bus naar Van vertrekt om ongeveer half acht en we willen heel het stuk naar Dogubeyazit tevoet doen met zicht op de Ararat. Helaas, de Ararat verschuilt zich weer achter de wolken. De tocht naar Van en het grootste meer van Turkije, het Van-meer, gaat weer door prachtige landschappen. Eenmaal in Van, boeken we direct de nachtbus naar Diyarbakir zodat we ook onze bagage in het kantoor van VanGolu kunnen achterlaten. Op het programma voor vandaag staan het kerkje van Akdamar en Van castle. Met de minibus vertrekken we richting Gedas, vanwaar we moeten bijbetalen (gelukkig zijn er nog vier Turken die naar Akdamar willen) om tot Akdamar te raken. Daar staat een mooi Armeens kerkje op een eilandje in het grote Van-meer. Het is er heerlijk vertoeven op het eiland met onze voetjes in het meer. De hoppen vliegen van boom naar boom. Ik heb enorm zin om in het water te duiken, maar de Turkse vrouwen zijn nogal preuts en wagen zich niet in het water, en ik volg hun voorbeeld. Jammer. Tegen een uur of twee vertrekken we terug richting Van. We willen eerst de bus nemen, maar als we uiteindelijk mee mogen met twee Turken is natuurlijk de buschauffeur kwaad.
van castle
Gelukkig dat we niet verstaan wat hij zegt. In Van krijgen we direct een 2e lift tot vlak voor de deur van de citadel, waar we eerst een lekker soepje eten. Deze citadel is heel anders dan in Kars, nl met klei gemaakt, want ze dateert nog uit de 9de eeuw voor Christus. Vanaf de citadel zijn nog enkele restanten te zien van de oude stad maar ook het uitzicht over het meer is adembenemend. De Turken denken echter dat wij de bezienswaardigheid zijn, want ze willen persé met ons op de foto. Ons niet gelaten. We wandelen terug naar het centrum van Van, wat toch wel een eindje is, en genieten op een terrasje -als we er eentje vinden waar ook vrouwen zitten- van een verse fruitsap. Een man klopt de vogels uit de bomen, waarom is ons een raadsel. Daarna is het etenstijd. De chicken sis is echter op dus wordt het kofte voor mij en gewone sis kebap voor Wouter. Nog een theetje op het terras aan de overkant en dan kunnen we met de service naar het busstation voor onze bus van 22u30. We hebben een ticketje van de firma Vangolu maar er komt geen bus van hun opdagen. Op het laatst gaan we dan toch bij een andere firma maar eens horen. En ja hoor, we springen op de bus en na heel wat heen en weer getelefoneer krijgen we gewoon een ticketje van de firma Diyarbakir. Privatisering maakt het er niet gemakkelijker op. Even later volgt er nog een militaire controle. We geven onze identiteitskaarten af, maar de soldaat vraagt onze paspoorten tot zijn collega er hem op wijst dat dit voor België niet hoeft. We moeten ook uit de bus om onze bagage te laten controleren maar als blijkt dat we Europeanen zijn, hoeft dit ook niet meer. De rest van de reis verloopt vlotjes en voor we het weten, arriveren we in Diyarbakir.

27 augustus: Diyarbakir

diyarbakir

Het is nog vroeg (6u30) dus we mogen nog niet binnen in ons hotel. We trekken dus de stad in met zijn versterkte muren. Volgens de Lonely planet is het na de Chinese muur, de langste muur ter wereld. We bezoeken de moskee, een kerkje en het “fort” wanneer we Mechmet ontmoeten. Hij toont ons de caravenserai en loodst ons na een bezoekje aan de tapijtwinkel van zijn vriend naar een ander kerkje waar eigenlijk alleen nog maar de pilaren van recht staan. Hierna gaan we iets drinken op een dakterrasje met uitzicht op het plein. Mechmet wint Belgische chocola omdat wij het raadsel “Maak 1000 met 8 achten” niet dadelijk kunnen oplossen. Als we afscheid nemen waarschuwt hij ons om met niemand te praten. Hoewel hij toch ook duidelijk goede bedoeling had door met ons te praten. Ondertussen kunnen we binnen in ons hotel en doen we een dutje in de koelte van de airconditioning.
diyarbakir
We zitten nu een heel stuk lager en dus ook veel warmer. Na de grootste hitte trekken we terug op pad. Op zoek naar een oude moskee worden we achtervolgd door een bende kinderen. Alles behalve aangenaam. We wagen ons dus niet meer in de wirwar van straatjes en volgen de versterkte muren. Nog een bezoekje aan de kaasmarkt en terug een drankje op het terras waar we opnieuw Mechmet ontmoeten. Turkse mannen hebben blijkbaar niet veel meer te doen dan op café spelletjes te spelen. We worden nog uitgenodigd voor een traditioneel huwelijk maar bedanken vriendelijk. We keren terug naar het hotel voor een lekkere douche waarna we gezellig lam gaan eten met de typische watermeloen als dessert.

28 augustus: Diyarbakir-Siverek-Kahta-Nemrut Dagi

nemrut dagi

Vandaag wordt het weer een reisdag. Eerst met de minibus van 7u naar Siverek. Vandaar via de overzetboot naar Kahta. Door het bouwen van verschillende dammen op de Tigris zijn namelijk verschillende valleien onder water gezet waardoor de droge landbouwgronden geïrrigeerd kunnen worden. En dan nog naar het topje van de berg waar Nemrut Dagi ligt. Gelukkig brengt de minibus vanuit Kahta ons zover ze kan. Aan het ticket loketje bevindt zich namelijk ook Cesme pension waar we gaan kamperen. Het is al 15u30 dus we trekken direct onze wandelschoenen aan. Het is steil bergop en een heel eind. We zweten ons al te pletter als er eindelijk een auto passeert. De kinderen kunnen in de open koffer zodat wij er ook nog bij kunnen. Gelukkig, want het blijkt nog een eind bergop te zijn.
nemrut dagi
We zijn zo goed als alleen op de top. De hoofden zijn gigantisch en de ligging, onder de artificiële top van 50 m op 2000m hoogte des te beter. De standbeelden stellen Griekse goden als Zeus, Heda voor en zijn al 2000 jaar oud. Door aardbevingen zijn echter de hoofden van hun standbeeld gevallen. De afdaling doen we wel te voet en is zalig. Al is het wel al donker als we terug beneden zijn. De toeristenbusjes die voor de zonsondergang gingen hebben wel pech gehad want de zon zit achter de wolken. We stellen onze tent op, douchen in de kamers van het pension en dineren onder een prachtige sterrenhemel. Salade, omelet en thee met zicht op de volle maan.

29 augustus: Nemrut-Kahta-Urfa

urfa
Om 7 is er ontbijt want net als wij is de minibuschauffeur blijven overnachten (in zijn busje) aan Cesme Pension en vertrekt hij terug naar beneden om half 8. We rijden eerst terug naar Kahta vanwaar we rechtstreeks op de bus naar Urfa kunnen overstappen. Rond de middag arriveren we er en nadat we ons geöriënteerd hebben, wandelen we naar het hotel Dogu waar we direct kunnen inchecken. Een kamer met privé badkamer voor slechts 25 Turkse lire. We verkennen eerst de stad met een heleboel oude huizen en de bazaar. De rest van de namiddag brengen we door in het groene moskeecomplex. Hier is Abraham in een grot geboren en het is dus een heus bedevaartsoord. De karpers in de baden worden als heilig aanzien. De wandeling naar de citadel biedt ons weer een prachtig uitzicht op de stad. Enkel twee Corintische zuilen die uitreizen boven de kapotte muren, herinneren ons aan duizenden jaren geleden. ’s Avonds gaan we uit eten met live muziek maar verder dan kebab reikt de menukaart toch weer niet. ’s Nachts is het op onze kamer echter niet uit te houden van de hitte.

30 augustus: Urfa-Gaziantep-Kayseri-Göreme

We maken er een gewoonte van om vroeg op te staan want vandaag wordt wederom een dag vol reisplezier en we willen tot in Göreme raken. Eerst de minibus tot in Gaziantep waar ze ons weer aan het verkeerde station afzetten. Ze maken het toch moeilijk met al hun verschillende busstations. De rit met de sidecar (Wouter achterop en ik met de twee rugzakken in het karretje) naar het grote busstation maakt echter alles goed. Nu staren zeker alle mensen ons aan. De volgende busrit brengt ons tot Kayseri, waar we om 17u30 alweer op de volgende bus stappen en alzo in Cappadocie arriveren. De sfeer is direct anders dan in het Oosten, maar gelukkig nadert het einde van de zomervakantie en is het relatief rustig. Het is even zoeken naar ons rotshotelletje Shoestring Cave waar we een heuse rotskamer krijgen toebedeeld. Het is de moeite waard, al moet je wel ontzettend opletten dat je je hoofd niet stoot aan de doorgang. Aan restaurantjes is er in dit toeristisch dorpje keuze genoeg.

31 augustus: Göreme-Çavuşin-Göreme-Uçhisar-Göreme

karanlik kilise
Deze keer is het niet voor de bus dat we vroeg op zijn, maar voor het prachtig gelegen zwembad. We hebben het zwembad helemaal voor ons alleen. Zalig, met een zicht op Cappadocië en tientallen luchtballons boven ons. Na onze zwempartij ontbijten we lekker op ons binnenpleintje en wandelen we tevoet naar het openluchtmuseum. Hier bevinden zich tientallen rotskerkjes met prachtige fresco’s. Vooral de Karanlik Kilise is de moeite waard met zijn muren vol met fresco’s die amper vervaagd zijn door de weinige lichtinval. We willen de drukte ontwijken in het museum en duiken de Meskendir Valley in. Via de Rose en Red Valley zullen we zo in het dorpje Cavusin belanden. Het is er prachtig en heerlijk rustig. De vallei is helemaal voor ons alleen. Onderweg ontmoeten we nog een eikelmuis in de druivelaar. In het begin is het pad heel duidelijk. We passeren nog wat kerkjes en dan gaat het pad steil omhoog de rotsen op. Het wordt klimmen met handen en voeten en we betwijfelen of we nog wel goed zitten, maar terug kan ook niet meer. Eenmaal boven wordt het pad ook niet echt duidelijk maar we kiezen voor de juiste kant en belanden zo in Cavusin. In het dorpje zijn nog veel oude verlaten rotswoningen.
cappadocië
Dat de ondergrond er kalkachtig is, merken we wanneer we door een wolk van kalk moeten stappen. Alles wordt wit. In een restaurantje in het centrumpje eten we een soepje en zoeken een lift terug naar Goreme. Gelukkig nemen twee Oostenrijkers ons snel mee. We zoeken weer verfrissing in ons zwembad en om 16u trekken we er weer op uit om een andere vallei te ontdekken. De Pigeon Valley. Eerst een lift tot Uchisar waar een citadel staat, vanwaar we tevoet terug tot Goreme wandelen. In Uchisar komen we iedereen uit ons hotel tegen die de georganiseerde tocht maken. De Pigeon Vallei is heel mooi, maar voor we het weten staan we weer in Goreme. Weeral duiken we het zwembad in. Zalig toch voor die ene keer. ’s Avonds gaan we uit eten in Firin Express, bekend voor zijn tavuk güvec (kippenstoofpotje).

1 september:Göreme-Nevsehir-Aksaray-Belisirma

De ochtendstond heeft goud in de mond. Vandaag staat een trip naar de Ihlara vallei op het programma. Een hele oefening met het openbaar vervoer. We nemen eerst de bus tot Nevsehir waar we direct de bus naar Aksaray nemen. In Aksary is het even moeilijk. Er gaan geen bussen naar Ihlara, of toch niet op dit moment. Maar er gaan wel een heleboel bussen die richting uit. We kiezen uiteindelijk voor een bus richting Güzelyurt. Deze zet ons af op de splitsing richting Belisirma. Gelukkig kunnen we met een auto mee, want het is nog een eindje, zeker in de blakke zon. In de vroege namiddag arriveren we in Belisirma, een klein gezellig dorpje langs de rivier. Je kan er op platformpjes boven het water dineren. De camping die we wilden nemen is gesloten, maar ernaast ligt Anatolia Valley Restaurant en Camping. Veel camping is er niet aan, maar we vinden toch een gezellig plekje onder een boom. Na een soepje trekken we de Ihlara vallei in richting Ihlara. Het is er mooi en groen, met verschillende kerkjes, maar veel te druk naar onze zin. En veel te heet! Het is puffen en we zijn dan ook blij als we Ihlara bereiken. Met de bus van 16u rijden we terug.We vertrekken met een kleine autobus, maar als de chauffeur merkt dat er veel volk gaat meegaan, stopt hij aan een loods. Iedereen moet uitstappen, en hij tovert een grotere autobus tevoorschijn. Weer zet de bus ons aan de splitsing af. Opnieuw is het geluk aan onze kant en brengt een voorbijrijdende auto ons terug naar Belisirma waar we ons tentje opstellen onder de perzikenboom. Ons avondeten maken we zelf, maar aan een drankje boven het water kunnen we toch niet weerstaan.

2 september: Göreme-Selime-Aksary-Konya

ihlara vallei

Vandaag gaat het de andere richting uit. Omdat we de hitte willen vermijden zijn we om 7u al gepakt en gezakt. De puppy van het huis houdt ons hierbij gezelschap. In de vallei richting Selime zijn minder of geen bewaarde kerken, maar ze bevalt ons veel meer. We genieten van de rust en het uitzicht, en zien zelfs een jakhals met zijn jongen. Het pad is echter veel onduidelijker en plots kunnen we ook niet meer verder omdat het pad aan onze kant in het water verdwijnt. Er zit dus niets anders op dan de rivier over te steken. Schoenen uit, sandalen aan, en waden maar. Heelhuids bereiken we de overkant, waar we opnieuw op een pad terechtkomen. Zo komen we uiteindelijk uit in Yaprakhisar, waar weer gekke, eerder piramide-achtige rotsformaties staan. Starwars zou hier gefilmd zijn. In de rotsen ontdekken we restanten van een gebouw dat waarschijnlijk vroeger ook een klooster of kerk moet geweest zijn. We wandelen verder richting Selime voor het echte klooster in de rotsen. Eenmaal boven haasten we ons terug naar beneden voor de bus van 11u. Gezellig aan een tafeltje wachten we op de bus. Een trouwstoet passeert er enkele malen luid toeterend. Helaas, na een uur is er nog geen bus te zien. Van zodra een vriendelijke Turk dit ziet, neemt hij ons direct mee richting Aksaray. Om een uur of één zijn we dus al terug in het busstation van Aksaray. Dan volgt er een dilemma. Wachten we hier acht uur op de volgende bus, proberen we nog een uitstapje te maken naar een waarschijnlijk drukke ondergrondse stad, of vertrekken we binnen een uurtje naar Konya dat we eigenlijk niet hoefden te zien. De eerste twee opties spreken ons niet echt aan, dus we kiezen voor het laatste. Met de bus naar Konya, de stad van Mevlana of de stichter van de derwisjen. Met de tram rijden we richting centrum en checken we in in hotel Ulusan . De stad geeft een rustige indruk. Op weg naar de Aladin heuvel worden we al direct aangeklampt door twee Turken die hun Engels willen oefenen. In een caféetje op de heuvel worden we hiervoor op thee getrakteerd. Al snel valt het gesprek stil en scheiden onze wegen. ’s Avonds gaan we uit eten, maar meer dan vlees staat er niet op de kaart. We kiezen kip, en het wordt kipsaté al is het deze keer met een ander soort “pannekoek”.

3 september: Konya -Istanbul

Het ontbijt smaakt ons, een tost en yoghurt met thee. Mmm. Deze keer moesten we niet vroeg op want het Mevlana museum gaat pas om 10u open en we hebben al de tijd van de wereld. We wandelen eerst richting het station om ons ticketje naar Istanbul te boeken. Er staat een lange wachtrij en iedereen doet zo’n uitleg dat we denken dat er wel iets mis moet zijn. Als wij aan de beurt zijn, hebben we ons ticketje op één minuutje. Meram Ekspresi, iki bilet, Haydarpasa, gudun, bir student. Twee ticketjes naar Istanbul voor vandaag met één aan het studententarief. Daarna zoeken we binnendoor de weg naar het museum. Onderweg passeren we nog de Aziziye moskee, met kenmerken uit de rococoperiode. In het museum is het druk, maar we mogen gratis binnen. Misschien is dat hier elke eerste maandag van de maand? Voordat we hoofdgebouw mogen betreden, moeten we plastieken zakjes rond onze schoenen doen. In het gebouw liggen verschillende sarcofagen met op het hoofdeinde de grote tulbanden. In de zijgebouwen wordt de geschiedenis en de riten van de derwisjen uit de doeken gedaan. ’s Namiddags blijven we in de omgeving van de heuvel van Aladdin. Tegen vier uur gaan we namelijk onze rugzakken oppikken om de trein te nemen naar Istanbul. Onderweg doen we nog wat inkopen, want het wordt weer een treintrip van twaalf uur.

4 september: Istanbul

hagia sophia

We arriveren een uurtje te laat in Istanbul namelijk half acht, maar ons kan het niet veel schelen. We ondernemen dezelfde tocht als die we drie weken geleden hebben gemaakt, maar dan in omgekeerde richting. We arriveren dus opnieuw bij Motif Guesthouse. Een snelle douche om het zweet van gisteren af te spoelen en we kunnen weer op pad. Deze keer is het al heel wat rustiger in de Aya Sofia. Ze is echter gigantisch en zeker de moeite waard. Ernaast ligt een oude hamam die nu omgetoverd is tot tapijtenwinkel, maar gelukkig nog vrij te bezichtigen. We bezoeken ook de blauwe moskee. Omdat het echter de zoveelste moskee is op onze reis, staan we niet echt verwonderd bij deze pracht. We brengen opnieuw een bezoek aan de bazaar en de boekenbazaar en verkennen verder de omgeving.

5 september: Istanbul-Leuven

Vandaag staat nog één hoogtepunt op het programma. Het Topkapi-paleis. Hier leefden gedurende 400 jaren de verschillende Turkse sultans met hun harem. Het paleis is prachtig gelegen, met zicht op de Bosporus. Het is als het ware een heus dorp binnen een stad, alles is er voorzien. Het paleis telt verschillende vertrekken en je bent er wel enkele uren zoet. Vooral de harem is een prachtig staaltje van architectuur. ’s Middags gaan we eten aan één van de kraampjes in de buurt van de bazaar. Met het openbaar vervoer trekken we daarna naar de luchthaven. De bagagecontrole is direct als we uit de metro stappen. Gelukkig mogen we toch door als we onze overtollige gas deponeren. We moeten overstappen in Rome en vliegen blijkbaar deze keer met SN Brussels Airlines. Heelhuids maar zonder onze bagage en ook onze laatste trein gemist arriveren we in Zaventem.

Geef een antwoord