Kaapverdie 2018

27 juni 2018: Brussel-Sao Vincente.

We moeten zo vroeg op de luchthaven zijn (onze vlucht vertrekt om 6u20) dat een vriend ons om kwart na vier in de nacht al komt oppikken. Eeuwige dankbaarheid Luc! Het is meer dan 10 jaar geleden dat ik nog eens met de auto naar de luchthaven van Zaventem reed. Er is niet veel volk, dus we kunnen direct inchecken. Mijn paspoort doet het niet aan de automatische poortjes, dus ik moet manueel door de douane. Voor de rest lukt alles prima, en we hebben zelf nog tijd voor een kopje koffie voor we boarden met TAP. Geen entertainment aan boord, maar wel ontbijt, dat valt mee. We kunnen ons gerust bezig houden met een dutje en een plan voor onze reis bedenken. We hebben een korte overstap in Lissabon, en dan vliegen we rechtstreeks naar Sao Vincente, het eiland dat het dichtste bij onze bestemming San Antao ligt. De luchthaven ligt vlak langs de kust, en we landen in een dor landschap. De luchthaven is zo klein, dat er blijkbaar zelfs geen openbaar vervoer rijdt. We nemen dus een taxi naar Mindelo, de hoofdstad van Sao Vincente. In het centrum van Mindelo laten we ons afzetten. We vinden niet direct iets van hotels die op onze maat geschreven zijn, dus we drinken een sapje in een cafe waar ze WIFI hebben, en vinden zo Vannilla Residencial met een prachtig zicht op de zee! We verkennen het stadje een beetje, kopen tickets voor onze ferry van morgen, en komen op het witste strand terecht. Het zand is aangevoerd vanuit één van de andere Kaapverdische eilanden Sal, want hier is het overwegend zwart zand. Helaas hebben we onze zwembroek nu niet bij, dat zal voor de volgende keer zijn, maar we genieten ervan om alle mensen te aanschouwen en ambachtelijke viskoekjes te eten.

We drinken nog iets in de strandbar en gaan dan op zoek naar een restaurantje om te eten. We vinden zo niet direct iets, dus we zoeken Columbino uit de reisgids op, en dat valt reuzegoed mee! Onder de locals eten we de menu van de dag (stroganoff weliswaar) en de typische schotel cachupa. We zijn moe van de hele lange dag, dus we duiken vroeg ons bed in.

28 juni: Santo Antao

We nemen de boot van 8u dus de wekker staat al weer vroeg. Na een uitgebreid ontbijt wandelen we naar de haven, waar we direct aan boord kunnen. Het is prachtig weer en aangenaam vertoeven op de boot. Een enkele vliegende vis, maar geen vogels of zeezoogdieren te spotten:). Als we in San Antao arriveren, merk je direct dat je niet meer in Europa zit, bij het verlaten van de ferry staan er allemaal chauffeurs die willen dat je met hun meerijdt. Ons werd op de boot verteld dat we een rood busje moesten nemen, dus dat maakt het voor ons iets gemakkelijker. Het rode busje rijdt nog een paar keer heel Porto Novo door om nog extra passagiers te zoeken, en vertrekt dan uiteindelijk via kasseien bochtjes helemaal naar boven richting de Cova krater. Het landschap is er wel erg door, er is geen begroeiing, maar als we stilaan boven zijn, verschijnen toch de eerste naaldbomen. Deze zijn er aangeplant om de water uit de mist te capteren. We worden afgezet aan Biosfera Amor do Dia, blijkbaar runt die ook Casa Cova, waar wij slapen. We worden verwelkomd door een heerlijk zelfgemaakt theetje. Ze maken nog een picknick met brood en kaas en groentjes voor ons klaar, en dan verkennen wij de nabije omgeving. We moeten een paadje inslaan dat een roodwit teken heeft, zouden hier dan ook GR’s zijn? Het pad brengt ons door een droog naaldbos, de eerste indruk valt een beetje tegen. Droge naaldbossen, dat is niet het leukste om 2 weken in te wandelen… Maar als we aan het uitzicht naar de andere kant van het eiland arriveren, verandert alles. Het is er gewoonweg prachtig, al die wispelturige pieken en dalen. We zoeken er een mooi plekje uit om te picknicken en laten de omgeving in ons doordringen. In de verste verte lijkt geen mens te zien. Enkel een koppel bruinnekraven maakt wat van hun oren.

Als we de indrukken lang genoeg op ons hebben laten inwerken, verkennen we de verdere omgeving. Met een foto van de wandelkaart en Osmand wandelen vinden we onze weg wel. Zelfs elke richting die we uitwandelen is aangeduid met rood-witte tekens, we weten alleen nog niet naar waar ze leiden. In het naaldbos is het pad niet helemaal duidelijk want alles ligt onder een dikke laag dennennaalden, maar af en toe zien we nog een teken. We wandelen richting het dorpje Escovadinha, een echt plattelandsdorpje. Al snap je niet hoe zo’n koe hier kan overleven met al die droogte. Eerst naar beneden, en later weer bergop. Zo wennen we stilaan aan de warme temperaturen hier. Tegen 18u zijn we terug thuis, en er logeert blijkbaar nog een koppel bij ons. De eigenaar van het guesthouse is een Italiaan en vandaag staat er verse vegetarische ravioli op het menu, daar zeggen we geen nee tegen. Met een lokaal glaasje grog genieten we van het uitzicht. We zitten ongeveer in het midden van het eiland, maar we hebben nog altijd uitzicht op de zee. In de breedte is het eiland in vogelvlucht maar 20 km breed, en in de lengte ook maar 35 km. We bestuderen de wandelkaart van San Antao aandachtig om wat meer zicht te krijgen op ons reisschema.

29 juni: Agua das Caldeiras- Janela

We krijgen een ontbijtje met zelfgemaakt yoghurt en confituur, lekker. We laten opnieuw een lunchpakketje samenstellen en vertrekken dan voor wandeling 106 naar Janela. Alle wandelroutes op de wandelkaart zijn genummerd en er staat ook bij hoeveel er geklommen en gedaald moet worden. Vandaag wordt het grotendeels dalen, alleen merken we daar het eerste uur niets van, want we moeten alleen maar zachtjes klimmen:). We hebben dan ook nog even een mooi uitzicht over de Ribeira do Paul, vooraleer we aan een eenvoudig wit kerkje arriveren, het teken dat we het dorpje Pico da Cruz naderen. Eén van de vele kleine dorpjes met maar 100 inwoners. Als ik mijn enigste Kaapverdische zin ‘Tud dret’ (Hoe gaat het? ) uitprobeer, krijg ik een reeks stralende glimlachen. We wandelen een beetje verder, wel naar beneden deze keer, waar we al een eerste stop houden om iets te eten, aangezien het maar een licht ontbijt was. Als we nog een bronnetje tegenkomen waar nog wat water uitdruppelt krioelt het ineens van de mussen. We verlaten eindelijk de grote kasseiweg, en komen op een smal paadje terecht, waar we een hele tijd in de hoogte blijven lopen, met droge maar prachtige uitzichten. We komen geen wandelaars tegen, alleen twee lokale mensen die op weg zijn met hun hakmes. Het is heel warm, en zoeken één van de weinige bomen op om even in de schaduw te rusten. Daarna begint de eigenlijke afdaling, haarspeldbochten naar beneden, maar wel aangelegd in de typisch Kaapverdische kasseitjesstijl, dat moet nogal een werk geweest zijn.

Beneden volgen we de Ribeira de Penede, de vallei die groener ziet, met veel huisjes. Door de hitte zijn we heel blij als we aan het einde van onze wandeltocht arriveren. En het zalige van een klein eiland is, dat de zee nooit veraf is. De lokale jeugd is aan het zwemmen, dus we trekken ook ons zwemkostuum aan. De zee is er nogal wild, en stenig, dus we kunnen niet heel diep het water in, maar genoeg voor een zalige verfrissing, ook al met een zwembroek vol zwart zandgruis:) . Met de aluguer rijden we tot Cidada das Pombas, waar we op zoek gaan naar onze B&B Misurino, die net over de brug ligt. Na een verfrissende douche gaan we op zoek naar een gezellige eetgelegenheid, zoveel keuze is er niet, maar er staan wel drie tafeltjes op een pleintje, ze vallen amper op, er ligt iemand te slapen op de bank en lokale man gaat met Lin haar pintje lopen maar we kunnen er wel een heerlijk visje eten.

30 juni: Ribeira do Paul

Omdat we vandaag heel de dag zullen moeten klimmen, vertrekken we al om 7u, en krijgen we ons ontbijt mee. Het eerste gedeelte is over de gewone kasseiweg, maar er rijdt geen verkeer, dus het is lekker rustig. Al snel pauzeren we om ons ontbijtje te verorberen, waarna het weer verder klimmen is. De lokale bevolking is al grog aan het stoken. We passeren wel het zwembad, maar het staat helaas leeg. Het biologisch restaurantje dat we tegenkomen is helaas nog dicht als we er passeren, maar we kunnen gelukkig wel in één van de vele winkeltjes terecht voor iets fris. In deze vallei is er nog wel water, en we profiteren er van om ons hoofddeksel nat te maken ter verfrissing.

Na het laatste dorpje begint het zigzagpad naar boven. Het is even klimmen en we komen zelfs boven de wolken uit, wel een speciale ervaring. Vandaag komen we wel regelmatig wandelaars tegen, al wandelen ze wel allemaal in de tegengestelde richting, namelijk naar beneden. Boven op de krater nemen we een welverdiende rustpauze, al ligt het nogal hard op de stenen en de dennennaalden. We dalen af in de krater, waar er ondanks de droogte toch een aantal velden beplant zijn. Aan de andere kant van de krater, moeten we er weer uit, en zijn we weer bijna terug bij ons vorig hostel aanbeland. Onze kamer is nog niet gepoetst, dus we kunnen hem zo weer in gebruik nemen. Een vers papayasapje hebben we nu wel verdiend. We doen een wasje en genieten dan alweer van een heerlijk avondmaal.

1 juli: Ribeira de Torre

We wandelen vandaag de Ribeira de Torre, en we willen overnachten in Ponta do Sol, dus we sturen onze bagage weg met de aluguer naar hotel Mirande y Miranda dat de hosteleigenaar ons aanraadt. Er is helaas geen brood meer, dus we moeten zonder lunchpakket op weg, maar gelukkig is de wandeling niet al te ver. We wandelen terug naar het uitzichtpunt waar we al geweest zijn, maar dalen dan helemaal verder af tot Xôxô. Het is alweer een prachtige wandeling met spectaculaire vergezichten. Beneden is er gelukkig een winkeltje waar we wat koekjes en yoghurtjes kunnen kopen. Ze maken hier speciale yoghurtjes die niet in de ijskast moeten en maanden goed blijven, ideaal voor op wandeltocht:) . Een Kaapverdische toeristische familie komt met heel zijn hebben en houwen barbecueën in deze mooie omgeving.

Aan Xôxô ligt weliswaar een asfaltbaan, de eerste die we tegenkomen dus we versieren een lift met een privé toeristenbusje met één passagier tot in Ribeira Grande. Daar eten we een kleine lunch, en nemen de aluguer richting Sinagoga, waar naast een ruïne van een Synagoog ook natuurlijke zwembaden in de zee te vinden zijn. Het is een mooie plaats om te vertoeven, al voel ik me wel niet om mijn gemak met al die zee-egels in het zwembad. De gigantische zeeslak daar kan ik nog mee leven. We genieten er tegelijk van de rust en de levendigheid van de lokale jeugd. In de late namiddag nemen we opnieuw de aluguer, deze keer richting Ponta do Sol. De eerste taak is op zoek gaan naar onze bagage en ons hotel, maar we worden al een beetje ongerust als we aan verschillende mensen gevraagd hebben waar ons hotel is, maar niemand schijnt het te kennen. Na een tiental personen aangesproken te hebben, kent gelukkig wel iemand het hotel, blijkbaar is het nog maar een jaartje open. En ja hoor, onze bagage is gearriveerd en ze zijn blij om ons te zien, want we zijn de enigste gasten in een echt hotel. We gaan heerlijk eten bij O Veleiro, dichter bij de zee, kan je niet eten, en drinken er onze eerste poncha de coco.

2 juli: Ponta do sol – Cruzinha

We krijgen een superuitgebreid ontbijt. Zoveel krijgen we nooit niet op, dus we vragen vriendelijk of ze een zakje hebben, zodat we een lunchpakketje kunnen meenemen, en dat is geen probleem. We laten onze grote rugzakken achter, en vertrekken voor een tweedaagse langs het bekende kustpad. We komen een varkenskwekerij tegen, een hokje per varken. Via een op en neergaand pad, komen we aan in Fontainhas, een mooi gelegen dorpje. We drinken er gezellig iets, terwijl een duo Fransen op zoek gaat naar een schoenmaker. Het water is helaas uitverkocht. Via een zigzagkruistocht wandelen we naar het volgende dorpjes maar ook daar verkopen ze in de winkel geen water.

Gelukkig komen we nog één dorpje tegen, waar ze wel water verkopen. We lunchen op het grote keienstrand in de schaduw van de kliffen. We komen nog een eenzaam zandstrand tegen. Hoe verder we wandelen hoe droger het precies wordt, ons hotel ligt dan ook precies in de woestijn, een raar zicht met het zwembad erbij, dat gelukkig wel met zeewater gevuld is. Het hotel met bungalows wordt gerund door een Nederlands-Kaapverdisch koppel. De mooie ligging maakt dat we direct overtuigd zijn om een extra nacht te blijven, met een extra wandeling met boottocht. Die tweedaagse wordt zo plots een driedaagse. Het driegangenmenu maakt het alleen maar beter!

3 juli: Cruzinha

Het ontbijt is ook weer superuitgebreid, we kunnen zelfs niet van alle koekjes proeven. We wandelen naar het dorpje waar ze juist de visvangst van de dag aan het verkopen zijn, Melva een soort tonijn. We stappen in het houten vissersbootje samen met het Spaans gezin, maar waar we niet op voorbereid waren, was dat de zee weleens niet zo rustig zou kunnen zijn als anders. Ons bootje heeft ook maar 2 reddingsvesten, dus die geven we edelmoedig aan de kinderen. Eén golf kan ons bootje zo doen omslaan, maar gelukkig hebben we ervaren schippers aan boord. Ze kunnen de golven als geen ander lezen.

Toch zitten we een beetje ongemakkelijk op de boot, maar het ergste moet nog komen. We kunnen blijkbaar niet aanmeren op een strandje ofzo, dus we moeten vanuit de boot op een rots springen. Ik ben al geen held in springen, maar de golven maken het nog een pak moeilijker. De adrenaline giert door mijn lijf. Ik ben al blij dat ik op vaste ondergrond beland, maar kom er toch niet zonder schrammen vanaf. Gelukkig raakt iedereen aan de overkant. We wandelen even bergop tot aan een dorpje waar Ben zijn schoonfamilie woont. We drinken er iets fris en beginnen dan aan de echte beklimming. Gelukkig staat er overal een windje dus de temperatuur valt best mee. Uiteraard lunchen we weer met een wondermooi uitzicht op het hoogste stukje van de wandeling. De kinderen zijn moedige wandelaars, zij kunnen zonder problemen mee met de volwassenen. Het laatste stukje gaat over het keienstrand, dat is ook niet zo gemakkelijk wandelen. Het was best een vermoeiende dag, bergop en bergaf en met veel plezier duiken we dan nog even het zwembad in.

4 juli: Cruzinha – Coculi

Vandaag brengt onze tocht ons naar Coculi. Via Cha de Igreja komen we op een padje, dat ons weer over een heel mooie pas tot 700 m hoog brengt. In Boca da Ambas da Ribeiras komen we op de weg terecht, we volgen nog even de weg tot aan een cafeetje, maar nemen daarna de aluguer naar Ribeira Grande en verder naar Ponta do Sol, waar we ons verfrissen, op zoek gaan naar een schoenmaker en dan culinair uit eten gaan in restaurant Caleta, we hebben altijd al lekker gegeten, maar dit overtreft voorlopig alles.

5 juli: transfer Tarrafal

Er is blijkbaar een feestje aan de gang in Ponta do Sol, dus slapen doen we niet al te best. We moeten er bovendien vroeg uit, want de bus naar Porto Novo vertrekt al rond 6u om op tijd daar te zijn voor de boot. Aan de haven eten we dan maar lekkere mango’s en kijken onze ogen rond. De shared taxi naar Tarrafal vertrekt echter maar om 11u. We hebben onze bagage er al in gezet, maar hij is verdwenen en nergens meer te zien. Laten we hopen dat hij nog terugkomt. Heel wat later dan 11u, maar uiteindelijk na een paar uur wachten aan de ferry komt de shared taxi geladen vol. We moeten in de kofferbak plaats nemen, maar daar hebben we geen problemen mee. Op de enigste asfaltbaan is er ook een wielerkoers bezig, met welgeteld 10 wielrenners ofzo. Dit is toch wel duidelijk Afrika. Het landschap uit de jeep is fenomenaal, precies een maanlandschap. De laatste 20 km afdaling, stopt de verharding abrupt, en we zijn precies stofmannetjes als we in Tarrafal arriveren, maar dat hebben we er wel voor over.

We droppen onze rugzakken in Vista Tarrafal en gaan dan naar het strand om te zwemmen. De stallen van de varkens staan ook op het strand. We gaan ‘s avonds bij de buren eten, hij heeft Lin verleid met langoustine, maar dat zijn blijkbaar geen kleine kreeftjes zoals bij ons, maar is het Portugees voor een gigantische kreeft. Daar valt nogal van te smullen! Ondertussen komt de restauranteigenaar vragen of we schildpadden willen zien? Daar zeggen we geen nee tegen, als we tegen 21u maar die reusachtige kreeft opkrijgen..
We wandelen in het donker het strand op waar we een paar uur geleden nog aan het zwemmen waren. We zitten nog maar 5 minuten op het strand en we horen -dat is het voordeel van keien op het strand- al een schildpad aankomen. Zalig! Helaas draait hij terug voor we hem te zien krijgen. Het strand wordt verder verkend en we komen nog een schildpad (Caretta Caretta) tegen. Met de rode zaklamp kunnen we hem prachtig zien, ze hebben namelijk schrik van wit licht. Helaas rijdt er ook een auto met zijn lichten aan op de weg langs het strand, dus de schildpadden keert op zijn stappen terug naar de zee, zonder eieren te leggen… Maar toch een onvergetelijke ervaring. We kruipen moe ons bedje in.

6 juli: Tarrafal Monte trigo

Na het ontbijt gaan we uiteraard weer wandelen, dit keer naar Monte Trigo. Hoewel we ondertussen al een deel hebben gezien van het eiland, is deze wandeling toch ook weer anders. Het landschap is nog kaler, en ligt vol vulkanische stenen. We vinden er dan ook geen plekje om onze lunch in de schaduw te verorberen. We zullen het moeten doen met een zuchtje wind. Ondertussen zien we op de kleine zandstrandjes ook de sporen van de schildpadden die ‘s nachts aan land geweest zijn. In Monte Trigo vertrekt de boot zogezegd maar om 15u maar waarschijnlijk willen ze gewoon nog de match van het Wereldkampioenschap voetbal kijken. Het Wereldkampioenschap volgens ze blijkbaar overal, hoe klein het dorpje ook mag zijn. Geen probleem, we amuseren ons wel met zwemmen in de zee. We maken ons al wel weer zorgen hoe we uit en in de boot moeten raken, maar dat is deze keer geen probleem.

We starten op het strand, stappen nog wel eens over in de zee, maar de zee is redelijk rustig vergeleken met de vorige keer. Onderweg zien we nog een schildpad zwemmen en de roodsnavelkeerkringvogels vliegen ons voorbij. We hebben wel alle jeugd van heel het dorp mee in onze boot, blijkbaar gaan ze nog wat zakken cement halen in Tarrafal en kunnen ze de jeugdige mannenkracht wel gebruiken.
We nemen nog een verfrissend duikje in het zwembadje van ons hotel, en gaan dan nog voor het einde van de voetbalmatch van de Rode Duivels bij onze buurman iets drinken.
We gaan elders op zoek naar iets om te eten, maar het enige etablissement waar restaurant boven staat, daar valt niets te zien. De zoon overtuigt zijn moeder om toch nog even te koken, dus voor we het weten staat er weer een lekkere maaltijd voor onze neus, en is het restaurant dus speciaal voor ons geopend.

7 juli: Curral das vacas

De jeep vertrekt vroeg om 6u, dus het ontbijt wordt klaar ‘s avonds klaargezet. Deze keer hebben we wel een zitplaatsje. We gaan terug tot Porto Novo, waar we overstappen op een busje naar Alto Mira, al is het eerst nog afwachten tot de ferry arriveert.
In deze streek van het land zijn niet veel overnachtingsmogelijkheden, en we hebben proberen iets te boeken maar zonder succes. Als het busje ons dan ook afzet aan Casa Santos Pinto vragen we dan ook even om te wachten om te checken of we er wel kunnen overnachten. Ze zijn eigenlijk gesloten, maar voor 2 dames willen ze wel een uitzondering maken. Hebben wij weer geluk!! We hebben ondertussen al wat honger dus krijgen ook thee met een versnapering.

Het is al na de middag, dus we maken een kleine wandeling naar een dorpje Lagao in de buurt. Midden op het platteland komen we 2 ‘businessmen’ tegen die de perfecte slippers verkoopt voor Lin ter vervanging van haar kapotte sandalen. In het dorpje worden we dan ook nog eens onthaald op het ‘doopfeest’ van 2 kinderen. De hapjes- en desserttafel ziet er gigantisch uit. We mogen mee-eten en drinken, maar zijn toch een beetje de vreemde eet in de bijt, dus we wachten niet tot de hapjestafel, maar eten wel van de lekkere hoofdschotel. Hoe een simpele wandeling toch kan uitdraaien tot een mooie belevenis.

8 juli: Alto mira

Ook vandaag ziet de wandeling er toch nog weer ietsje anders uit. De klim naar Alto Mira is bezaaid met vreemde rechte rotspieken. Maar zoals altijd, is het weer een hele mooie wandeling. Boven op de pas, eten we wat fruit, en picknicken doen we gelukkig ergens onder een boom.

9 juli: Mindelo

We nemen de bus naar porto novo en de boot van 9u. Onze hoteleigenaars gaan ook, want de man heeft een wond aan zijn voet blijkbaar en moet naar het ziekenhuis. In Mindelo gaan we terug naar ons vertrouwd guesthouse. We verkennen het gedeelte van de stad dat we nog niet gezien hebben namelijk de markt, de vismarkt, en gaan daarna lekker zwemmen op het hagelwitte strand, lekker aperitieven en lekker uiteten.

10 juli: Baia das gatas

Onze wandeling vandaag brengt ons naar Baia das Gatas. Het is verbazingwekkend hoe snel je uit de stad bent. Eén bergkam over en je zit alweer in niemandsland. Alhoewel in Areia Negra zijn ze volop villa’s aan het bouwen dus lang zal het geen niemandsland meer blijven. We wandelen verder naar Salsamansa, een vissersdorpje met een lang strand waar je ook goed zo kunnen surfen, maar wij genieten er vooral van een pannenkoek met banaan en nutella bij Crêperie Chez Zoe.

Ook hier zijn schildpadden aan land geweest, we herkennen ondertussen duidelijk hun sporen. We wandelen verder naar Baia das gatas, over een terrein, dat er binnenkort waarschijnlijk niet meer gaat zijn. Er wordt een gigantisch 5-sterren resort aangelegd waarschijnlijk. Een golfbaan – hoe surrealistisch ook zonder één sprietje gras- is al aangelegd. We proberen ons in de juiste richting te oriënteren. Baia das gatas ziet er ook maar verlaten uit, al is de baai wel heel mooi om te zwemmen en de visarenden vliegen er boven ons hoofd. Hoewel het er verlaten is, vinden we toch weer redelijk snel vervoer terug naar Mindelo. We gaan op hetzelfde pleintje als gisteren eten.

11 juli: Mindelo-Brussel

We hebben om 12u30 onze vlucht, dus vandaag valt er niet veel te doen buiten lekker ontbijten met zicht op zee. We downloaden nog wat game-entertainment op onze smartphone om de entertainmentloze vlucht te overbruggen en voor het weten zijn we alweer in Brussel na een mooi wandelavontuur.