Noord-India

12 september: Leuven- Delhi

De wekker staat al vroeg op 4u30 zodat we rustig op ons gemak kunnen douchen en ontbijten om om 5u37 de trein richting Brussel-Zuid te nemen. In ’t station, komen we de zus van mijn huisgenootje nog tegen zo vroeg.

Het is al druk op de trein… In Brussel Zuid aangekomen lijkt het niet evident om het loketje van Air France te vinden. Roltrap op, roltrap af, roltrap op, roltrap af, lift af en ja hoor, daar duikt ineens het loket op. Inchecken is geen probleem. Nog even de valiezen wegen: 9.350 en 12.5 kg. Voor ons blijkt dit geen probleem. Voor de man met de rode koffers die hij aansleept ietsje meer lijkt me.

De organisatie op het perron is een chaos, we zoeken zelf maar onze weg dan en zijn even in de war omdat onze stoelnummers in een eerste klaswagon zijn gelegen. Maar dat blijkt zo te zijn! In een dik uur arriveren we al in Parijs.

Ook daar kunnen we direct inchecken en krijgen we zelfs een grote plastiek zak om onze rugzakken te beschermen. Wat een service!. Nog gauw onze melk en water opdrinken voor we de veiligheidscontrole passeren…

We snuisteren even langs de winkeltjes vooraleer we het vliegtuig opkunnen. In het vliegtuig is het ook een chaos. De stewardessen doen al de moeite van de wereld om de passagiers te tellen maar dit lukt niet want er lopen er teveel rond die van plaats willen wisselen. Er is er zelf eentje met een vermiste collega (die later in eerste klas opduikt).

Op de vlucht is er bezigheid genoeg. Keuze uit een honderdtal films, verschillende CD’s, spelletjes… Op de snuit van het vliegtuig is zelfs een camera gemonteerd. Ik probeer 17 te kijken maar al snel vallen mijn ogen dicht… Ook CSI kan dit niet verhinderen. Bij the Proposal lukt het me wel om wakker te blijven. We krijgen nog aperitief, middagmaal (waar we voor de Indische versie kiezen: Moong Chaat, paneer makhni, gayjar halwa) en een lichte lunch. Verder brengen we de tijd door met oa de AirFrance kwis, Hangman, pacman, slidepuzzel, mahjong,… Voor we het weten zijn we dus in Delhi gearriveerd.

Raar, maar er is maar een tijdsverschil van 3.5 uur. In Delhi is het mistig en 24°C (om 12u ’s nachts). Een busje brengt ons naar de terminal waar we eerst een health check moeten ondergaan voor de Mexicaanse griep. Gelukkig lichten we niet al te veel op op de infrarood camera…. Snel even geld wisselen en dan een ticketje kopen aan de Prepaid boot office, of ze zetten u waarschijnlijk in’t zak. Zo gezegd, zo gedaan. Alle geelzwarte taxis zouden in orde moeten zijn.

Klein probleempje, de auto waar we in plaats nemen, wil niet starten. Gelukkig raakt dit wel tijdig opgelost. Op de baan in India moet je even je verstand vergeten… We razen overal door al toeterend, voorbijstekend, bruut remmend,… Auto’s zonder lichten, fietsers, voetgangers langs de megadrukke weg. Ik zou niet in hun schoenen willen staan! Even heeft Nancy een bijnadoodervaring. Ik heb gelukkig niet zo’n zicht op de paaltjes waar we op afstevenen omdat de truck naast ons niet opzij wil… De chauffeur is ofwel zelf ook geschrokken, of heeft onze paniekreactie opgemerkt want hij rijdt daarna toch wel rustiger.

Heelhuids brengt hij ons zelfs tot bij het juiste hotel. In de straten lijkt het wel vuil, maar wij moeten vandaag (ondertussen al half één plaatselijke tijd) niet meer buitenkomen. We worden hartelijk verwelkomd, ondanks de slechte recensies op google maps. We mogen direct mee aan tafel aanschuiven en er wordt water voor ons gehaald. We eten smakelijk mee en kletsen over de 33.000 goden terwijl een gekko in de gloed van een lamp vliegjes verorbert.

De kamer is iets minder net, maar dat laten we niet aan ons hart komen. Er is een toilet, “douche”, een ventilator, maar ook een knoerharde matras, als het al een matras is. We bespreken even de plannen voor morgen, frissen ons op om daarna het verslag neer te schrijven van deze eerste geslaagde dag in India.

13 september: Delhi

De nacht was toch niet zo bijzonder goed op die harde matras. En mét ventilator was het te koud, zonder weer te warm… En rochelen dat die Indiers kunnen. We verfrissen ons helemaal, er komt zelfs water uit de kraan. We ontbijten beneden in de hal, maar dat hadden we beter niet gedaan. Hoe vriendelijker ze gisteren waren, hoe harder ze ons nu in’t zak zetten.

We willen te voet naar het station gaan met onze grote bagage… Even lijkt het goed te gaan, dan komen we echter op een onaangename drukke weg terecht. Plan B duikt ineens voor onze neus op. De metro! Niets gemakkelijker dan de metro in New Delhi. Al moet je iedere keer de metaaldetector door en gaan ze naarstig op zoek naar iets in mijn rugzak dat ze blijkbaar niet vinden.

We stappen uit in Rajiv Chowk, bij de de Connaught Place. Daar is het moeilijk oriënteren op een rond plein met 8 straten zonder straatnaam. De Indiërs maken hier dankbaar gebruik van. Niemand, maar ook niemand, wil ons de weg naar het station wijzen… Alleen tientallen die ons ticketten willen verkopen. We overwegen dan toch maar de riksja. Deze zet ons echter aan de verkeerde kant van het station af zodat heel het spelletje weer opnieuw begint.

Nog altijd vinden we het station niet. Uiteindelijk vinden we het toch, achter een groot hek. Er zit niets anders op dan langs het hek te klimmen. ‘Crossers wil be prosecuted” staat echter alleen aan de achterkant vermeld. Als we dan na twee uur uiteindelijk in het station zijn beland, dan willen ze ons nog niet de weg wijzen naar de eerste verdieping.

Al die moeite om te ontdekken dat de trein naar Varanasi voor enkele dagen volzet is. We wijzigen onze bestemming richting Dharamsala. Die trein 4033 vertrekt echter van het treinstation Old Delhi om 21u25. Opnieuw duikt er weer het transportprobleem op. Om een of andere reden willen ze ons geen prepaidticketje geven voor de riksja en rijzen de prijzen de pan uit tot 200 roepies. Ondertussen staan er wel 20 chauffeurs rond ons… De oplossing valt weer uit de lucht met het metroteken.

De voetbrug brengt ons over alle sporen, langs onze eerste aap, naar de overkant waar we weer de metaaldetector passeren. In Old Delhi is het dan weer zoeken naar de Cloak Room die zich verstopt heeft langs perron 12 en 13.

Het wordt ondertussen hoog tijd om iets te eten te zoeken. We proberen eerst een restaurantje te zoeken dat in onze gids staat, maar we raken al snel de weg bijster in de kluwen van straatjes die niet op onze kaart staat. We sussen onze maag dan maar met banaantjes om tot het Red Fort te raken.

Gelukkig bevindt zich binnenin het Red Fort een authentiek eetstalletje. De plaatselijke specialiteit en de limonade brengen ons er weer bovenop! In het fort is het lekker relaxed. Mooie architectuur, eekhoorntjes, rose-ring parkieten.

Maar ook een massa Indiërs die interesse in ons tonen. Elke 10 minuten komt er wel iemand anders bij ons in het gras zitten. Maar omdat ze slechts enkele woorden Engels spreken, blijft het meestal bij kijken…. Het begint stilaan te schemeren dus we zoeken andere oorden op. Op de straat bruist het ondertussen van het leven.

Aan de overkant van het kruispunt –waar we net levend raken- brengen we nog een bezoekje aande Jaintempel met zijn bird sanctuary. Daarna is het etenstijd bij Haldirams. Panneer tika en thali van Noord India. Het is er wel een drukte van jewelste want er is blijkbaar juist een verjaardagsfeestje aan de gang.

We twijfelen even of we de fietsriksja terug zullen nemen naar het station of ons door de donker wagen in de massa. We kiezen toch voor het laatste en voor we het weten staan we terug in het station, al is Nancy onderweg wel aangereden door een kar.

Koekjes voor op de trein kopen, onze bagage oppikken en onze trein staat al klaar op spoor 1A. We hadden eerst het station al verkend nog zonder bagage. De nummering in de trein is nog mis, zodat we nog even van plaats moeten wisselen… Blijkbaar hebben ze alle toeristen bijeen gestoken? Klaus de Duitser, een Israëlische, een Japanner en twee Belgen… We kletsen nog even –ook met een local- vooraleer we onze bedden induiken rond 23u00.

De nachtrust is niet evident. Bulderende treinen, mensen die tegen je voeten lopen, zwetend of teveel wind in je haar (ik lig op het middelste bed naast het raampje). We zien er dan ook als zombies uit als we tegen 7u opstaan.

14 september: Pathankot-Dharamsala-McLeod Ganj

Ondertussen is het landschap drastisch veranderd, met overal zilverreigers. Netjes op tijd arriveren we in Pathankot. De fietsriksja’s willen ons voor 100 rps naar het busstation brengen, maar naast het station bevinden zich ook een heleboel bussen waar er ook een naar Dharamsala zal vertrekken. Wie vertelt er nu de waarheid? We geloven de busman. De bus vertrekt pas binnen een half uurtje, dus we frissen ons nog even op in de Waiting Room. Onderweg worden ook nog onze voeten gezegend. We zijn de enige passagiers in de bus –die ook weer niet wil starten- maar na 1 kilometer blijkt de bus ook nog in het echte bussstation te stoppen.

Rijden met de bus is altijd een avontuur. Ook nu weer… Maar we genieten van de omgeving al is het soms even krap zitten want de bus is volzet. Onderweg passeren we aapjes, een gier en rijden door de mooie Kangravallei. Een pitstop om te eten zodat we later dan de 3u gepland arriveren, maar wel rechtstreeks in Mcleodganj -de thuis van de Dalai Lama-.

Het is er mistig dus van de bergen is nog niet heel veel te zien. Eerst nog even geld wisselen in de Punjabbank –tegen een jetonneke. Dat jetonneke wordt dan weer in geld omgewisseld. We proberen eerst Loseling Guesthouse met uitzicht op een muur voor 190 rps. Bij Tibetan Ashoka guesthouse hebben we uitzicht op de bergen met een reusachtig terras voor 350 roepies (trouwens het equivalent van 5 € voor personen). Het valt ons niet moeilijk om te kiezen, het uitzicht gaat boven ons budget. We maken gebruik van de moderne badkamer voor we onze trektocht gaan arrangeren.

Het bureau voor toerisme is zijn naam niet waardig. De man spreekt er geen woord Engels lijkt ons. Bij eco-adventures zijn ze niet echt enthousiast. Bij Eagle Height trekkers daarentegen wel. Ze willen ook verder dan Triund gaan en we mogen zelfs de vogelgids meepakken. Ideaal! De wolken zijn intussen veranderd in hagelbuien en hevige regens, dus we schuilen nog even bij Prem met een theetje.

Nog even een houten Ganesha (god van het geluk) souvenir aanschaffen voor Nancy en we kunnen genieten van een bliksempracht in de bergen vanop ons terras. Tijd voor een kort dutje. Een uurtje later is de hemel opgeklaard –met regenboog- en zijn de bergen terug in het vizier. Niet voor lang echter.

Als we ons avondeten op het dak van Tsongkga restaurant verorberen is het weer een lichtspektakel van de bliksems. Het eten is er eerder op zijn Chinees, Tibetaans, niet zo lekker als Indisch. We brengen het thuisfront op de hoogte van onze goede aankomst en kopen nog een broek extra met al dat zweet hier, vooraleer we onze –deze keer zachte- matras -met dekens- inkruipen.

15 september: Mcleodganj

We slapen rustig uit en gaan op ons gemak ontbijten in restaurant Gakyi. Een reuzeyoghurt met fruit en muesli en Tibetaans brood. Mmmm. We kunnen geen pap meer zeggen. Na het ontbijt wandelen we richting de tempel van de Dalai Lama. We mogen echter niet met fototoestel binnen, dus we wandelen eerder richting Dal lake, dat zou een heilig meer zijn.

De wandeling loopt rustig tussen de cederbossen (himalayan ceder). Onderweg passeren we de natuurlijke carwash/badkamer. De uitzichten zijn prachtig, ook de heilige koeien –met een serieuze stier- zijn aanwezig. Af en toe lopen we ook wel tussen prikkeldraad, er is hier namelijk ook een militair dorp aanwezig. De bomen groeien vol met varens… Regelmatig stoppen we even om de Indische fauna en flora van dichtbij te bekijken. Massa’s roofvogels (zwarte wouw) en ook een mangoeste.

Het meer stelt niets meer voor, er staat amper water in. We genieten dan maar van een mangosapje op het terras. We wandelen terug via het kinderdorp TCV.. Daar spotten we 3 nog veel grotere roofvogels. Het paadje naar beneden leidt ons dwars door het bos. We moeten gewoon de waterleiding volgen… Onderaan het dorp komen we nog een hele bende apen tegen in het bos. Nancy neemt ook nog even een douche onder de carwash.

We droppen onze camera snel in het hotel en trekken opnieuw naar de tempel. Ze fouilleren hier wel erg grondig. De tempel zit vol mensen – vooral boeddhisten- die luisteren naar de leer van de Dalai Lama. Wij verstaan er echter niets van en ook de vertaalradio die we overal zien is ons een raadsel. Na een half uurtje is het teaching 005400van de Dalai Lama over. We krijgen hem nu ook met eigen ogen te zien. Onder bewapening wordt hij het tempelcomplex uitgeleid met de auto. Ik zou hem in ieder geval niet herkennen, moest ik hem nog eens tegen komen…

Nu is het onze beurt om rustig de tempel te verkennen. Binnenin is de tempel niet zo speciaal, het is dan ook nog een modern complex.

Als vieruurtje eten we lekkere cake met vruchtensap op één van de vele roofterraces waar we de plaatselijke bevolking in het oog kunnen houden. Daarna rusten we even op de kamer, tot we eten gaan in Konga Guesthouse. Spinaziequiche en tenthuk groentensoep. Nog even koekjes kopen om de trektocht te overleven… We proberen ook al een trein vast te leggen voor de volgende bestemming maar dit blijkt niet evident. De slaaptreinen zijn volzet… Dan maar de bus naar Delhi opnieuw. Nog een verslagje maken bij een pikant massala chipske en onze rugzakken herverdelen voor de trektocht.

16 september: Mcleod Ganj-Triund- Laka got.

De wekker staat al om 7u30 want om 8u45 worden we verwacht bij Eagles Height Trekkers. We ontbijten eerst nog bij Oogo’s. Muesli met yoghurt onder het gezang en gebed van Om Mani Padme Hum. Met al dat getreuzel zijn we maar net op tijd voor onze tocht. We maken kennis met onze gidsen (Bablu en Ravi zo blijkt later) en een extra compagnon Florian, afkomstig uit Zwitserland. Er is ook nog een juniorgids Bikki mee.

De tocht begint al direct steil omhoog. Het ontbijt ligt nog serieus op onze maag. Even twijfelt Nancy of ze er wel mee door wil gaan, maar gelukkig verandert ze van gedachten. Onderweg passeren we nog de familie aap en een vogel met een lange staart (magpie). Het pad blijft echter steil omhoog gaan. Blij zijn we als we even kunnen rusten bij Prems guesthouse om onze slaapzakken in te pakken.

De tocht gaat moeizaam vooruit en het uitzicht wordt belemmerd door de wolken. Onderweg passeren we verschillende theehuisjes. Tegen half 2 arriveren we pas in Triund. De gidsen waren al even op voorhand weg om het eten te preparen. We ontmoeten er een Nederlands-Israëlisch gezin. Moedig met twee kleine kinderen en nog eentje op de rug! Na het eten (noedels) begint de dagelijkse hagelbui al. We kunnen gelukkig schuilen in het huisje.

Maar na regen komt in Himalaya Pradesh altijd een regenboog! We zetten de tocht voort die iets minder steil wordt. Blij zijn we als we in Laka Got (+-3200m) arriveren. Dit zal onze slaapplaats worden… Wij genieten van de prachtige omgeving, het zonnetje, de Himalayan griffon in de boom, de vele andere roofvogels,… terwijl onze gidsen onze tent opstellen. Nog een prachtige zonsondergang en het eten staat al klaar. Dal met rijst, chapatis, heerlijk! We eten wel in de Snow line shop van Pandiji want ondertussen is het al erg afgekoeld.

Na het eten wordt het vuur moeizaam aangestoken met al het hout dat gesprokkeld werd. De gidsen kibbelen gezellig aan het kampvuurtje. We kruipen tegen 9 uur ons bedje al in, want morgen komt nog een zware dag. Van slapen komt er echter niet veel terecht.

Koude voeten en een megaharde matras. Om de 5 minuten moet je je omdraaien… Tel daar nog eens een verkoudheid bovenop waarbij je altijd wakker wordt om te snuiten en je begrijpt dat het geen ideale nacht was. Hoewel we sliepen onder een prachtige sterrenhemel met de melkweg in het vizier….

17 september: Laka got- Lahesh cave-Mcleodganj

Blij zijn we als we eindelijk mogen opstaan… Het zonnetje is ook van de partij! Voor ons ontbijt (pap met fruit en toast met jam) wordt lekker gezorgd. Opnieuw gaat het pad weer eerst naar boven vandaag. De bestemming Lahesh cave ligt op 3550m hoog. Rustig op’t gemak, stap voor stap naar boven. Nancy blijft pauzeren aan de rivier. Ik, Florian en Bablu trekken verder naar de grot. Er kunnen wel 40 mensen in de grot slapen, maar verder is er niets speciaals aan. Hoewel de megarots ervoor wel een ideaal zonneplatform is met zicht op de Moon peak.

De terugtocht naar beneden verloopt ook traag, maar ik verzwik natuurlijk al mijn voet. Gewoon blijven stappen is de beste remedie al gaat het daardoor nog wel wat trager. We passeren nog een kudde schapen en als we terug bij Laka got arriveren is het alweer lunchtijd met rijst en groentjes.

We vertrekken snel na het eten (12u45) zodat het voedsel weer zwaar op de maag ligt. Naar beneden blijkt al even moeilijk als naar boven en ik verzwik nog 3 keer mijn voet… Even lijkt het te beginnen regenen maar het zet gelukkig (al hadden we onze poncho al aan) niet door. De tocht naar beneden is zwaar. We zijn dan ook blij als we terug in Mcleod (17u00) arriveren.

Achteraf blijkt uit onze gids dat we 19 km gedaald hebben. Pff. Strompelend duiken we nog even het kantoortje van Prem binnen. We doorbladeren de vogelgids die we vergeten waren en nemen afscheid van Bablu en Ravi. Ook van Florian, maar slechts voor even….

Nu moeten we terug op zoek naar een kamer na het verifiëren van ons busticketje voor morgen. Guesthouse Loseling is al volzet, maar in Tibetan Ashoka is onze oude kamer nog vrij… We maken uitgebreid gebruik van de badkamer en rusten uit tot we weer op pad moeten. We hebben namelijk met Florian afgesproken om 8u om onze foto’s uit te wisselen. Zijn camera is namelijk gestolen. Zo gezegd, zo gedaan.

We kopen nog een adapter en batterijlader om daarna heerlijk spinaziekaasmomosoep te eten in Gakyi. Mmmm. Terug op onze kamer blijkt dat het kopen van een adapter helemaal niet nodig was. Wie vergeet er nu ook het stopcontact op te zetten? We slapen deze keer wel heel goed.

18 september: McLeod Ganj

We staan op ons gemak op, want vandaag staat er niet veel gepland buiten de dag door te brengen tot de bus vertrekt… We ontbijten bij Tsongka waar het ontbijt veel beter blijkt te zijn dan het avondeten. Florian heeft ons echter gespot vanop de begane grond en vervoegt ons.

Na het ontbijt boeken we onze massage. We gaan voor de full body optie van 1,5 uur. Nog onze rugzakken inpakken, slenteren in’t stadje (op zoek naar apen voor een fotoshoot, maar we hebben ze niet gevonden) en we zijn er helemaal klaar voor.

We krijgen elk een kamer en een vrouw toegewezen! We moeten ons uitkleden en op het krukje placeren. De ayurvedische massage begint met een hoofdmassage inclusief olie. Dat wordt vettig haar voor een dag! Er wordt nogal gewoeld in het haar waardoor de masseuse gedurende heel de massage haren van mijn lijf moet plukken die in de olie blijven plakken.

Na het hoofd komt de rug, heel de voorkant –dus ook de borsten-, heel de achterkant –dus ook de poep- en het gezicht aan de beurt. De massage doet enorm deugd –behalve de kuitspiertjes en de geblesseerde enkel- zodat het anderhalf uur voorbijvliegt. Na de massage zijn we echter één en al vettigheid, hoewel we wel zijn afgedroogd. De olie laat overal op onze kleren vetplekken na. Dat belooft een vettige nacht en dag te worden.

Na de massage brengen we nog wat sightseeing tijd op het dakterras door, op de hoek van de straat. Overal laten we onze vettige olie-afdruk na. In een boekenwinkeltje kopen we ook nog het boek ‘Birds of India’. Tegen 17u zijn we bij ons internetcafé waar ze ons de weg naar de bus wijzen.

Daar aangekomen worden we bijna de ravijn ingeduwd door een bus die persé langs de zijkant wil parkeren. Er ontstaat ook nog een heftige discussie of we de man al dan niet portiergeld moeten geven. We raken er niet vanaf zonder… Starten doet de bus wel, want hij is al een half uur voorverwarmd. De eerste uren van de bus verlopen met heel veel horten en stoten. Slapen is dan ook heel moeilijk…

Onderweg maken we kennis met een Duits meisje en een Ier die met een Russische op stap is. We doen nog een ruil: gebruik van de hoofdlamp tegen een chocopie. Tegen 22u00 stopt de bus voor iets te eten of te drinken. Wij kiezen echter gewoon voor het toilet. Naast onze bus staat het lokale vervoer geparkeerd. Een vrachtwagen gevuld met een hondertal mensen…

Tegen een uur of twee wordt de weg wat vlakker zodat ik toch nog goed slaap op de bus. Om 7u worden we gedropt in Delhi. Waar in godsnaam is ons een raadsel maar we nemen samen met het Duits meisje de taxi naar New Delhi station.

19 september: Delhi-Agra

Het toeristenloketje gaat pas om 8u open dus drinken we eerst een theetje in de refreshment room. Terug in het kantoor is het er een hele wachtrij… Het duurt meer dan een uur voor we aan de beurt zijn. Dat allemaal door een man die wel 10 ticketjes tegelijk boekt. We worden dan nog van het kastje naar de muur gestuurd.

Blijkbaar moeten we toch beneden zijn voor Agra. Gelukkig mogen we dan terug voorschieten voor ons ticketje naar Varanasi. Als alles geregeld is –ondertussen nog even wisselkantoor gespeeld voor een Amerikaanse toerist en wat fraude voor een vals treinticket ontweken- gaan we ontbijten met een omeletje in de ondertussen welbekende Refreshment Room.

Zo vliegt de tijd voorbij en voor we het weten, arriveert de trein op platform number teen (3). Het wordt een zweterige rit zo overdag. We worden echter ge-entertained door de jonge schoenmaker die voor 150 roepies de schoenen van een Duitse toerist aan elkaar nagelt, en een bende circuskinderen.

In Agra aangekomen laten we ons naar Tourist Resthouse brengen en genieten we van de douche en de rust. Voor de zonsondergang laten we ons nog naar de achterkant van de Taj Mahal brengen. Eerst nog een bananalassi bij Joney’s . Een oude man heeft er zijn parfumwinkeltje bij in een oude koffer. De parfums zijn allemaal zelf gemaakt van bloemen. Via een zandpad komen we terecht bij de rivier Yamuna. Gratis en voor niets genieten we van de rustige omgeving. De mensen komen echter van overal hun afval in de rivier droppen. Eens de zon onder is, gaan we terug naar ons hotel waar we in de tuin een malai kofta delen met cheese naan.

20 september: Agra- Fatehpur Sikri

De wekker staat vroeg vandaag op 4u30 want de Taj Mahal staat op het programma en die zou het mooist zijn bij zonsopgang… We zijn mooi op tijd! Om 6u gaat de poort open en we zijn één van de eersten die binnenmogen. De Taj is echt gigantisch. En dan te bedenken dat ze aan de overkant van de Yamuna dezelfde wilden zetten in het zwart marmer…

We slenteren rond het domein en trekken foto’s met hopen. We spotten ook nog onze eerste ‘white throated’ ijsvogel. We zijn ruim op tijd terug in ons hotel om uit te checken voor 10u. Eerst nog een heerlijk ontbijt met toasties en banana pancake.

We droppen onze bagage in het station van Agra Fort. Ons plan om deze keer met de fietsriksja te gaan, komt niet helemaal goed. Een oudere man zweet zich te pletter en rijdt bovendien dan ook nog platte band zodat we het laatste stuk genoodzaakt te voet moeten doen. Pfff…

In de Cloak Room waarschuwen ze ons nog dat we geen voedingswaren in onze rugzakken mogen bewaren voor de ratten. No problem for us. We belanden eerst in het verkeerde busstation maar een autoriksja brengt ons voor 10 rps naar het juiste busstation. Is 10 rps dan de werkelijke prijs (ipv 30-40?).

In het Izgdah busstation staat de bus al te wachten. Nog wachten tot ze vol zit en onze trip kan beginnen voor een uurtje… We kijken onze ogen weer uit, al zien we niet de dansende beren waarvoor ze ons in de Trotter hadden gewaarschuwd. Wel zwemmende waterbuffels, vrouwen die mest drogen, en een speciaal model van auto’s zonder motorkap. Om 12u15 komen we aan bij Fatepur Sikri.

Een man leidt ons naar de moskee door allerlei kleine straatjes. Daar worden we direct aangeklampt door een jonge student. In goed Engels laat hij ons de moskee zien. We verbranden onze voetzolen aan de hete stenen op het plein (de sokken hadden we deze keer thuis gelaten), ook al spurten we het plein over.

In de moskee krijgen we een plastiek hoedje op ons hoofd en knopen de mensen roodgele draadjes aan het hekken om een wens te doen. Dan volgt natuurlijk het addertje onder het gras. Zijn familie heeft een heus marmerwinkeltje aan de moskee. Gelukkig heeft Nancy wel zin in een souvenirtje want anders waren we er maar moeilijk vanaf geraakt…

We vervolgen onze weg naar het echte monument. Het is er mooi en rustig maar het lijkt nogal veel op zaken die we al gezien hebben. We komen er wel weer een pak vleermuizen tegen. Nog net voor de bus vertrekt kopen we banaantjes, vers gebakken koekjes en water voor de terugweg. Nancy kan nog net op de bus springen…

Terug in Agra worden we er op een plaats uitgelaten die dicht bij het Red Fort zou zijn. Op goed geluk stappen we op weg en we komen gelukkig op den duur ook bij het Red Fort aan. Daar peuzelen we onze laatste banaan op, maar de apen hebben dit gespot, want heel de familie aap komt ineens tevoorschijn…

Het Red fort is wel mooi en groots. Op het grasveld troepen wel 10 hoppen samen. We zien de Taj Mahal nu ook nog eens bij zonsondergang vanuit een andere invalshoek… We blijven in het fort totdat we met een fluitje buiten gejaagd worden.

Na een lange dag zijn we moe en willen we nog eens de fietsriksja proberen. Deze keer ook geen geluk. De jongen is moe en hij dropt ons aan het park bij het station en we krijgen hem met geen stokken vooruit. Dan ons maar door het donkere park wagen…

We gaan eerst wachten in de Waiting Room, pikken onze bagage op, wachten nog maar, kopen nog wat banaantjes, cake en chips voor onderweg en avondeten. In het stationsrestaurant serveren ze namelijk enkel thali en daar is onze maag net iets te klein voor.

Ik slaap al voor de trein vertrokken is en voor de rest van de reis slaap ik verder als een roosje op het upperbed onder de ventilatoren.

21 september: Varanasi

Onze trein heeft precies wat vertraging want we arriveren later dan gepland (normaal 8u15). We nemen de autoriksja naar Yogi Lodge. Het is echter een drukte van jewelste in het verkeer want het moslimfeest is net aan de gang. Overal waar je gaat, zie je moslims op straat. We worden afgezet aan een Yogi Lodge, de kamers zien er oké uit.

We douchen en ontbijten eerst waarna de hoteleigenaar ons de zijdefabriek wil laten zien – in de tour met de boot en de tempels. En je kan al raden, hij dropt ons gewoon in een winkeltje. Gelukkig heeft Nancy altijd wel nood aan een souvenirtje… Aan de overkant van de straat mogen we toch nog even het weefgetouw spotten.

We doen toch nog even een dutje in’t hotel (profiteren als je eens een kamer hebt) en gaan daarna op zoek naar de ghats. We belanden al direct bij één van de verbrandingsghats. Hier worden de mensen openbaar gecremeerd op een houtstapel. Het is een hele ceremonie en best wel indrukwekkend.

Het lichaam wordt door de zingende familie naar beneden gedragen. Enkel de mannen zijn aanwezig, want vrouwen wenen te hard of zouden bij op de brandstapel willen springen. Het lichaam wordt eerst gesopt in de heilige Ganges, dan op de houtstapel gelegd, bestrooid met wat sandelhout en daarna aangestoken met het eeuwige vuur nadat de oudste zoon de 5 elementen heeft rondgegaan.

Indrukwekkend. Enkel baby’s, mensen die gestorven zijn door pokken, koeien, slangen of die brahman zijn, mogen rechtstreeks de Ganges in en zullen zo moksha bereiken. Zo’n crematie kost echter wel veel geld (zo’n 3000 roepie) voor brandhout. Arme mensen worden dan ook in het elektrisch crematorium verbrand.

Ondertussen moeten we wel huilen van al de rook die in onze ogen prikt. Blijkt dat we in de Harischandra ghat (Little burning ghat) zijn aanbeland. Het bewijs dat we helemaal niet in “de” yogi lodge logeren maar in een andere. Nochtans hadden ze ons voor twee synoniemen gewaarschuwd, maar blijkbaar is er dus ook een derde synoniem actief. Helaas hebben we al voor de tour betaald, maar gelukkig zijn we niet op de lage wisselkoers ingegaan.

We wandelen terug richting ons hotel. Normaal stond er ook nog een avondlijke boottocht op het programma, maar omdat ons eten te laat arriveert, schuiven we het een dagje op.

22 september: Varanasi

De wekker staat alweer vroeg op 4u30. Om 5u15 worden we namelijk beneden verwacht voor onze boottrip. We vertrekken alleen aan ons hotel maar aan de Ghat komen er nog 2 Koreanen bij in ons bootje. We drijven direct al naast een eerste lijk. Gelukkig is het nog maar net te water gelaten want het zit nog netjes ingewikkeld in de gewaden.

We laten ons twee kaarsjes verkopen die we laten drijven op de Ganges. Eerst varen we richting Little Burning Ghat. Daarna keren we om naar de andere kant…. De zon komt prachtig op en aan elke ghat vinden rituele wassingen plaats. We varen tot aan de grote burning ghat en terug.

Ondertussen is het al half acht en ik lig zo goed als bijna te knorren op de boot, terwijl we zachtjes over de Ganges glijden. Opeens begint het vreemd te ruiken. Even later blijkt waarom. We passeren een half verteerd lichaam. Af en toe moet je je verstand op nul kunnen zetten…

Na de boottocht ontbijten we eerst en volgt er nog een kort dutje vooraleer om 10u de tempeltocht start. Het eerste ritje brengt ons naar de Shree Viswanath mandir, middenin de universiteitswijk, een rustige buurt. De tweede tempel is de Hanumantempel waar het vol met aapjes zit. Binnen op het plein staat een reuzeboom en schuiven de mensen aan om hun offers te brengen.

Het verkeer in Varanasi is ondertussen een hel. Druk, druk, druk! Gelukkig staat op het straat aangegeven ‘Follow the traffic rules”. Verkeersregels, hier in India? De 3e tempel is de oudste in de stad, maar voor ons beginnen ze allemaal een beetje op elkaar te lijken. De vierde ziet er wat anders uit, heel modern , met op de eerste verdieping een soort tafereeltentoonstelling (waarvoor we passen).

Tegen een uur of één zijn we terug in ons hotel voor lunch en opnieuw een dutje. Om drie uur wandelen we naar de Main Ghat waar we rustig alle bezigheden observeren. We ontmoeten er Bablu, een brahman die reeds 15 jaar een Belgische vriendin heeft. Hij biedt ons limoenthee aan in de typische kleien kommetjes…. Hij wordt echter terug aan het werk gezet door zijn baas om de Puja ceremonie klaar te zetten, wij trekken terug richting hotel voor onze avondboottocht.

Vol goede moed wandelen we richting Ghat want ondertussen is het volop aan het bliksemen. Eens gearriveerd aan de ghat begint het toch te regenen zodat we het nog een dagje uitstellen.

23 september: Sarnath

Vandaag slapen we rustig uit, want het wordt een lange dag. Onze trein vertrekt pas om 23u15. Na het ontbijt laten we ons naar het station brengen waar we onze bagage afzetten. Nog maar net het station uit of we springen al de bus op naar Sarnath. Dit is de plaats waar Buddha zijn eerste lessen gaf…

Eerst bezoeken we de tuinen, het is er nog lekker rustig en we zien er lotusbloemen, herten (weliswaar in de zoo) en een uil. Daarna bezoeken we het monument de Stupa en de opgravingen van het klooster. Het is er warm en er blijft niet veel meer van over. We zoeken onze toevlucht terug in het park waar het ondertussen heel wat drukker is geworden.

We zijn opnieuw de bezienswaardigheid geworden… We worden omringd door horden nieuwsgierige Indiërs maar gelukkig stellen ze niet al te veel vragen. Als we onze kans rijp zien om te ontsnappen doen we dat dan ook. Onderweg moeten we toch nog even op de foto.

We willen terug met de bus naar huis, dus is het wachten geblazen. Een half, een uur, twee uur… en daar komt ze eindelijk opdagen. Er is gelukkig zoveel rondom je te zien dat de tijd snel voorbijgaat. Ondertussen maken we kennis met twee Zwitsers. Nog een chai massala (van een eerlijk meisje voor slechts 2.5 roepie) en een gezouten komkommer.

We stappen terug af aan het station waar we de tuktuk richting Main Ghat nemen om de Puja ceremonie te bekijken. 7 leiders in het oranje brengen een ceremonie met klank en licht maar we hadden er meer van verwacht. Na de ceremonie babbelen we nog wat met Bablu en een Indische vrouw waarna we gaan eten in het Shree restaurant met een thali.

Daarna gaan we terug naar het station waar we buiten ons verslagje schrijven onder het wakend oog natuurlijk van een troep Indiërs. Bagage halen, nog even wachten op het perron. Daar lijken we te staan naast een vrouw die stervende lijkt… Soms is het verschil moeilijk te zien.

Eens in de trein is het een heel gedoe voor al die Indiers een zitje gevonden hebben. Gelukkig hebben wij altijd een seatnumber. Deze keer slaap ik minder goed op mijn upperbed. We arriveren al vroeg in de ochtend in Satna.

24 september: Khajuraho

De vrouw in ons compartiment is het duidelijk niet gewend met de trein te reizen, zo blijkt uit haar maaginhoud. Op het perron is een Tourist office waar ze ons vriendelijk verwijzen naar de bus van 7u30 (binnen een kwartiertje).

Voor 20 roepies kunnen we met iemand mee. Hij heeft echter een gewone auto en zet ons aan een kruispunt af, waarna hij ons zijn kaartje van taxibedrijf geeft. Even worden we argwanend. Dropt hij ons zomaar ergens, in de hoop dat we de bus missen en zijn taxi zullen nemen? In India weet je nooit.

Gelukkig komt een tiental minuutjes later toch de bus aan. Het is een viertal uurtjes rijden tot Khajuharo en de reis verloopt vlot. In Khajuraho belanden we in Surya Guesthouse waar we eerst ons verfrissen.

We gaan iets eten in het nabijgelegen Ganesha Restaurant. De aandacht van de mannen is weer enorm want we raken maar niet weg uit het restaurant terwijl we staan te popelen om de westelijke tempels te verkennen. De tempels zijn heel mooi!

De sculpturen zijn nog heel goed bewaard gebleven al zijn de erotische taferelen wel erg expliciet. De hitte is er drukkend en we schuifelen van schaduw tot schaduw. We spelen nog wisselkantoor voor 1€ voor de bewaker en loeren naar de hoppen die lustig in het gras aan het pikken zijn. Maar nog altijd slagen we er niet in om de roep van een hop te horen.

Na de westelijke tempels besluiten we een fiets te huren voor een bezoekje aan de oostelijke tempels. (Eerst nog even een geheugenkaart kopen voor Nancy en nog maar eens wisselkantoor voor 5€ spelen zodat een jongetje zogezegd schoolboeken kan kopen). Net zoals je nergens alleen kan wandelen, kan je ook niet alleen fietsen. Baja, Pankesch en Naran vergezellen ons en laten ons enkele tempels en de oude stad (eerder dorp) zien.

Ze vertellen ons over de verschillende kastes- zo heeft ieder zijn eigen waterbron- en laten ons het schooltje zien. De kinderen staan uit respect recht voor ons en gaan pas zitten als wij dat zeggen. In het lokaaltje ernaast wordt wiskundeles gegeven. We geven een donatie van 500 roepie (als we meer gaven, was het zelfs belastingaftrekbaar) want de leraars geven hier vrijwillig les.

We brengen nog een bezoekje aan Naran zijn thuis voor een theetje. Nadien worden we natuurlijk door het zilverwinkeltje geloodst maar deze keer echt zonder aankoopverplichting. Eerst nog even richting hotel om de trein/bus voor morgen te regelen want om 18u30 hebben we alweer met de jongens afgesproken.

Ze hebben ons de Durgaceremonie en een typisch avondmaal beloofd. Ze staan ons netjes op te wachten met hun moto aan het hotel. Eerst nog een kopje thee bij Baja thuis en zijn broer Nikki. Dan een hele tocht met de motor van hier naar ginder. De tocht op de motor is aangenaam maar altijd even opletten geblazen als de motor met Nancy uit het zicht verdwijnt, vooral om de jongste van 13 er niet meer bij is.

Insecten zitten er anders wel genoeg. Onderweg wordt er nog een wijntje gedronken van de rawa-tree. Weliswaar illegaal gestookt… Uiteindelijk belanden we bij Naran thuis waar zijn broer Bablu tv zit te kijken.

Het traditioneel avondmaal bereiden, zit er niet in zoals beloofd, maar we mogen wel mee eten. Naar onze normen is het echter net ‘iets’ te pikant. Ondertussen speelt er Wipe-out op de televisie, maar om 22u worden we netjes aan ons hotel afgezet.

Omdat de mannen (en vooral Nancy haar chauffeur) niet gekregen hebben waar ze op uit waren, vragen ze ons een donatie voor de verbruikte benzine. Typisch! Nog even vermelden dat de gesprekken bij Nancy op de motor vooral gingen over hoe mooi en lief ze wel niet was, terwijl het bij mee eerder ging tussen de verschillen in relatie tussen Indiërs en bij ons. Ze hebben er zelfs een apart woord voor ‘love-marriage’. Al bij al was het toch maar een belevenis.

25 september: bus Khajuraho-Bharatpur

De wekker staat terug om 7u30 want de bus vertrekt om 9u. Hoe hard de jongens ook gezaagd hadden om te blijven en hoe mooi de watervallen ook zouden zijn, ons besluit om te vertrekken staat vast. Want niemand ons blijkbaar had verteld, is dat de bus ook rechtstreeks naar Agra rijdt… Ze doet er wel 11 uur over, maar dan moet je niet overstappen op de trein waarvoor we nog geen ticketje hebben.

Ontbijten doen we snel nog op het busstation met chai en bananen waarvan de resten lustig door de geiten worden verorberd. Al bij al gaat de 12u toch snel voorbij. Landschappen flitsen voorbij. Regelmatig wordt er gestopt voor een hapje oa aardappelburgers met kikkererwten, een appeltje, linzen met koriander. Vandaag is het enkel eten uit bananenbladeren.

En overal worden er wel ‘nutjes’ verkocht. Het is regelmatig zweten in de bus met al dat volk, maar er is ook wind genoeg. Je kan echter niet geloven hoe vuil je kan worden van gewoon een hele dag in de bus te zitten. Mijn T-shirt was niet meer om aan te zien.

In Agra stoppen we aan het Idgah busstation wat ideaal is omdat vandaaruit ook de bus naar Bharatpur vertrekt. Hopen dat die nog rijdt (het is ondertussen al 21u met wat vertraging). Gelukkig wel en de bus staat al klaar. Er was weinig verkeer, dus voor we het wisten zaten we in Bharatpur terwijl we er eigenlijk een halte eerder (in Keoladeo) uitmoesten. Dan maar terug met de riksja. Gelukkig want onze guesthouse (Royal Guesthouse) is al dicht en zo kan onze jonge riksjachauffeur de eigenaar wakker toeteren. De kamers zijn ruim en proper en we kunnen een douche wel goed gebruiken.

26 september: Keoladeo Nationaal Park

Hoewel ’s morgens de beste tijd is om vogels te spotten, doen we het toch op ons gemak. We wandelen na het ontbijt (de tafel is al gedekt) naar het park. Eerst volgt er een makadam in de brandende zon met de een fietsriksjadriver die ons een half uur de oren van onze kop zaagt. We buigen niet…

We gaan mooi te voet, hoe kan je anders vogels spotten. Onze eerste vogel is de Indian Roller. Aan de eerste checkpost slaan we een paadje in… Langs alle kanten fluit het, maar het is er wel kurkdroog. We zien er wel een neushoornvogel (de Indian Grey hornbill). Het pad blijkt af te wijken naar de verkeerde richting dus we keren op onze voetstappen terug.

We horen nog een onbekend knorrend geluid. Later beseffen we dat dit wel eens een stekelvarken zou kunnen zijn. Op de terugweg zien we nog wel 2 jakhalzen. We komen aan de Boat Jetty, bij goede moessons kan je daar een bootje huren, nu is daar helaas geen sprake van.

Te voet dan maar over de centrale weg. Vooral de drongo valt ons op. Een tijdje later spotten we ook verschillende blue bills (hertachtigen). Gelukkig wordt ook het terrein natter. Er duiken zelfs ‘nijlpaarden’ op die modderschildpadden (Lissemys punctata) blijken te zijn.

Ook de ooievaarachtigen komen boven water. Eerst Indische gaper (Anastomus oscitans) en Bisschopsooievaar (Ciconia episcopus). Later ook de Zwartnekooievaar (Ephippiorhynchus asiaticus). Ondertussen ook groene bijeneter, verschillende roofvogels, steltlopers en massa’s Indische ralreiger.

De snackbar aan de tempel blijkt niet meer te bestaan, ondertussen is ook onze 4 liter water op. Er zit niets anders op dan ergens uit een kraantje water te halen en het te zuiveren met onze waterzuiveringstabletten. Terwijl we wachten tot ons water drinkbaar wordt komen er weer Sambar deer af en zien we onze eerste Saurus kraanvogels.

Ik spot nog iets langs met vier poten dat in het water zwemt maar kan het niet determineren. We klimmen nog even de birdwatchingtower op maar wat ooit wetland was, ziet er nu uit als een grazige vlakte. Die enkele kraanvogels maken het voor ons dan wel weer goed.

Even later liggen de modderschildpadden ook te rusten in de zon. Als ze ons gezien hebben, snellen ze vlug het water terug in. Nog een geelgekroonde specht en natuurlijk voortdurend ijsvogel. Op de terugweg stappen we flink door want de zon gaat al lichtjes onder en het pad is niet altijd goed aangegeven.

Toch nog een hert met hoorns en witte vlekjes gespot (Axis axis) en weer een stekelvarken? Gehoord. We komen prima uit bij de checkpost waar je een lekkere frisse Maaza kan kopen. De terugweg doen we deze keer wel met de fiets…

Dat is echter buiten de chauffeur gerekend want die wil ons ineens niet meer meenemen. Een stukje tevoet dan maar… Geen probleem, zo kunnen we optimaal profiteren om de honderden apen te fotograferen die het park komen binnenhollen. Zoeken zij een plaatsje om te slapen? Een nieuwe fietsriksja brengt ons tot het hotel waar de tafel alweer gedekt staat.

27 september: Jaipur

We staan op ons gemak op want er rijdt elk half uur een bus richting Jaipur en het is slechts 4 uurtjes rijden. Na het ontbijt wandelen we tevoet naar het kruispunt vlakbij. De reis verloopt voorspoedig…

Het hotel dat we in gedachten hadden (pearl palace) heeft slechts nog kamers voor 600 roepies. Net iets teveel voor ons, maar Lucky, onze riksjachauffeur (jawel met een boekje- en de grappige mopjes die voor ons al lang niet meer grappig zijn) vindt eerst een duurder en daarna een goedkoper adresje. Ratan Niwas, als is het nog wel poepchique met tv.

Na wat opfrissing trekken we de stad in. We willen eerst te voet, maar weten niet perfect welke richting uit. We proberen nogmaals de fietsriksja, maar mijn hart doet pijn als ik merk hoe hard de man zijn best moet doen om onze op onze bestemming New Gate te brengen, waar we overigens wel heelhuids raken.

Onze eerste indruk van de Roze stad valt tegen. We hadden de oude stad gezellig en klein verwacht maar hier is het één verkeersdrukte en allemaal winkeltjes. De stad werd trouwens roze geschilderde ooit voor de komst van de prins. We passeren het windpaleis, maar enkel langs de buitenkant.

Als we ergens onder een boom zitten uit te rusten worden we natuurlijk aangesproken door een riksjadriver. 60 roepies voor een bezoek aan het Waterpaleis, de Mogol town en de elephant area. Dat klinkt verdacht voor zo weinig geld maar we gaan toch op het aanbod in.

Het waterpaleis is echt wel mooi, temidden van een groot meer. Daarna brengt de chauffeur ons naar Mogol town. Eerst wordt er gedemonstreerd hoe ze handgeschilderde sjaals maken. De uitleg is leuk om te horen, maar we belanden natuurlijk ook in de winkel ernaast. Gelukkig heeft Nancy nog nood aan souvenirs.

Daarna volgen de tapijten. Gelukkig kunnen we die wel wijs maken dat met een mat niets kunnen doen, zelfs niet met een handgeknoopte muismat. Alle kleuren zijn wel natuurlijk: blauw van indigo, groen van spinazie, oranje van safraan, rood van worteltjes,… Als we onze riksjachauffeur vertellen dat we de juwelen niet meer moeten zien, is plots zijn vrouw doodziek en moet hij dringend naar huis. Jaja, daar worden we gedropt aan de Ajmer Gate in plaats van aan ons hotel.

Gelukkig weten we de weg ondertussen wel en we wagen er ons te voet aan. Een ijsjesbar verlicht onze tocht aanzienlijk. Daar snakken we al lang naar maar met al die electriciteitspannes hadden we het nog niet vertrouwd. Hier ziet er echter oké uit!

Dineren doen we nog op ons prachtige dakrestaurant. In andere omstandigheden zou dat ons petje teboven gaan.

28 september: Jaipur

Na het ontbijten vragen we eerst aan onze riksjachauffeur om ons aan het station te laten passeren voor ons treinticketje naar Bikaner te boeken. Nadien bezoeken we Jantar Mantar, het grootste astronomische observatorium van de wereld. De zonnewijzers zijn wel spectaculair. Er is er wel eentje die nauwkeurig is op 2 seconden. De andere instrumenten kunnen de hoogte van alle sterren bepalen, maar daar hebben we weinig nut bij op dit moment.

We besluiten het city palace over te slaan, we zullen er later nog wel bezoeken… In de plaats daarvan gaan we de zoo bezoeken. Onderweg schrijft Nancy nog een liefdesbrief voor iemand die zogezegd een Nederlandse vriendin heeft… Als dank krijgen we een mooi steentje, maar niet nadat we een half uur in hun juwelenwinkeltje hebben gezeten.

De zoo ligt in de Ram Niwas tuin, waar ook Albert’s hall ligt. Deze laatste is een mooi staaltje van Indo-Saracenic architectuur, een combinatie van Indisch en gotiek. In tegenstelling tot de zoo in België zitten hier alleen dieren die in India voorkomen. We zien er tijger, hyena, beer, leeuw, witte tijger, gavialen, jakhals, allerlei soorten hertachtigen, pelikanen, schildpadden.

Ook onze vierde soort ooievaar (de Indische nimmerzat of painted stork) zitten er. In het wild vliegen er ook massa’s roofvogels. Ze komen waarschijnlijk af op het vlees dat aan de dieren wordt gegeven. Je ziet ze van ver boven de zoo cirkelen. Aan de overkant van de weg is het vogelgedeelte.

Hier zien we natuurlijk nog de pauw, een stekelvarken (helaas maakt hij geen geluid zodat we niet kunnen identificeren of het geknor in Keoladeo ook een stekelvarken was) en een heel actieve honingdas.

We wandelen weer tot aan ons hotel met een ijsje tussendoor. Avondeten gebeurt op ons dakterras na een internetsessie voor een jobsollicitatie.

29 september: Jaipur

We laten onze rikjsaman ons eerst aan de cinema afzetten. Het is natuurlijk allemaal in’t Hindi te doen, dus we besluiten het toch maar niet te doen… Daarna laten we ons droppen aan het windpaleis want vandaar uit zou de bus vertrekken naar het Amberfort. We kunnen direct in de bus springen als is het er een zonder zitjes. Onderweg passeren we weer het waterpaleis.

De klim naar het Amberfort is snikheet en de aanwezigheid van de verkopers doet er niet veel goed aan. Het fort is echter schitterend! De ingang langs de Ganesh Pol wordt geflankeerd door langurapen. Het fort is een doolhof van kamertjes en gangetjes. Je zou er uren in kunnen verdwalen… Wij placeren ons dan ook achter één van de winderige minuscule raampjes waar we onopvallend heel het gebeuren op de Diwan-Khas kunnen gadeslaan. Vooral het plein met de spiegels spreekt tot de verbeelding.

Lunchen doen we aan een eetkraampje waaruit we weeral leren dat je altijd eerst moet vragen wat het kost of ze maken je maar wat wijs. De bus terug is ook goedkoper, raar maar waar. We proberen er ergens af te springen in de buurt van het tulbandmuseum. Letterlijk en figuurlijk.

Zelfs het tulbandmuseum vinden we terug op ons goed oriëntatiegevoel. Het is alleen kleiner dan we verwacht hadden. Op een kwartiertje zijn we alweer buiten en dan hebben we nog moeite moeten doen om te treuzelen. Dan maar weer verder de oude stad in om het dagelijkse leven te bekijken.

We doen dit vanuit een restaurantje met een fruitsla en een ijsje. Natuurlijk krijgen we weer gezelschap van 2 jongeheren, waarvan er één de grapjas is. Ze willen ook weer dat we met hen iets gaan drinken en nog een nachtje blijven, maar wij bedanken vriendelijk, na toch een hele poos gebabbeld te hebben.

We wandelen rustig terug naar ons hotel met een stop in de ondertussen welbekende ijsjeswinkel, van waaruit we de riskja nemen naar het station. Even inchecken in de wachtkamer en onze reis is alweer vertrekken. Gelukkig hebben we voor een upperbed gekozen want er zit maar liefst 20 man in onze coupé voor 6.

30 september: desert safari

We arriveren ’s morgens vroeg in Bikaner om 5u. De goedkoopste taxiriksja brengt ons voor 20 roepies naar Vinods guesthouse. Daar mogen we na een theetje eerst douchen en nog wat dutten tot om 8u30 onze driedaagse kameelsafari begint.

Wij tweetjes met een gids, een kameelman en een kok, maar die laatste kwaliteit kunnen de eerste ook wel. Ook gaat er nog een jongen van 16 Sukdeo mee. We worden eerst met de riksja een 30 km verder afgezet waar onze kamelen Rana en Raza komen aangewandeld. Onderweg zien we nog 2 gierachtigen op een kadaver.

De tocht op de kameel is moeizaam en heet. Ik ben dan ook blij dat het om 11u pauze is voor de hitte. Het landschap is dor maar eerder desertscrub en niet echt puur zand. Regelmatig staan er kleien huisjes of zelfs afrastering waar ze dat weinige groenten proberen te kweken.

De lunch wordt bereid op een kampvuurtje maar is naar onze smaak iets te pikant. Een dutje kan er nog wel af na deze vermoeiende nacht. We vertrekken pas terug tegen een uur of 3 want in de hitte is het niet om uit te houden.

Deze keer zit Nancy op de kameel en ik op de kar. Mits de zakken goed liggen en je de juiste positie vindt is het daar wel zalig met wat wind. Onderweg zien we verschillende antilopen, bijna altijd in groepjes van twee.

Tegen zonsondergang stoppen we op een weliswaar kleine zandduin. Terwijl de kameelman op zoek gaat naar melk bereidt de rest het avondeten voor. Ik geniet echter van de rust in de woestijn op mijn lappendeken. Het avondeten lijkt een beetje op dat van ’s middags maar nu is er ook rijst bij.

Na het eten valt Sukdeo ons nog wat lastig met de mestkevers en partijtjes armworstelen. We kruipen toch nog vroeg ons bed in . Zo zalig slapen in de woestijn. ’s Nachts wordt het lekker fris zodat ik in mijn fleecedekentje kran kruipen. Helaas schijnt ook de maan heel hard zodat we niet van de sterrenhemel kunnen genieten.

1 oktober: desert safari

Hoewel we vroeg op zijn, met zonsopgang, blijft ik nog liggen. Al gauw is het echter niet meer te keren in de zon (8u) en kruip ik achter de schaduw van onze kamelenkar. Ontbijt met chai en toast met jam en de tocht kan terug vertrekken. Deze keer vertrekt Nancy op de kameel.

De tocht leidt ons door ongeveer hetzelfde landschap. We tanken alleen nog ergens in een dorpje water bij en ook onze kamelen doen zich te goed aan de drinkbak. ’s Middags is het weer pauze in de schaduw met lunch. We zijn echter helemaal verbouwereerd als blijkt dat ze een groente die zij meloen noemen, mee koken. Daar snakken wij wel vers naar.
null
Na het eten zorgt Sukdeo nog voor een welkome verfrissing met zijn waterspelletje. In de namiddag is het mijn beurt op de kameel. In het begin gaat dit nog vlot, maar op den duur begint alles pijn te doen: rug, poep,.. Als dan nog Raza een drafje opzet en Rani niet kan volgen waardoor ze tenval komt, rol ik van de kameel. Gelukkig ben ik ongedeerd op een wondje na…

We zijn er gelukkig ook bijna zodat ik niet meer op de kameel (het zijn hier trouwens allemaal dromedarissen) moet. Het avondritueel speelt zich opnieuw hetzelfde af. Alleen amuseert Sukdeo zich deze keer met mij te “masseren”. ’s Nachts kruipt er een zwart klein diertje over mijn voeten. Dit wezentje is nog altijd onbekend ook bij navraag bij de gids. Nochtans staan er ’s morgens toch pootafdrukjes in het zand.

2 oktober: woestijndorp + Deshnok

Thee en toast, we kennen het ontbijt al. Omdat de woestijn overal op elkaar lijkt is het goed voor ons dat we de derde dag in een woestijndorpje doorbrengen. Het is maar eventjes rijden en het is het dorpje waar Sukdeo woont. In zijn huis worden we onthaald in de ‘tv-kamer’.

Ik doe even een dutje want de energie van een toastje daar kom je niet lang mee toe. Na het middagmaal (dat toch weer aan de pikante kant is) en de zure lassi kan ik er weer tegen! We spelen nog een spelletje cricketkwartet en in de namiddag is het buurten op het terras met de meisjes.

Het duurt een eeuwigheid voor we heel de familierelatie doorhebben. Sukdeo zijn twee zussen zijn aanwezig (Puja was eerst nog naar school), de vrouw van zijn broer met haar twee zoontjes (waarvan wij dachten dat er één een meisje was), de moeder en de grootvader. Verder nog wat vrienden, vriendinnen, en neefje en nichtje aanwezig.

Het nichtje maakt een mooie hennatatoo op onze hand en arm. Achteraf deppen ze de tatoo met suikerwater. Dat zou de kleur beter doen uitkomen. Als Puja van school terugkomt, begint ze aan haar huiswerk. Rekenen, schoonschrift en zelfs Engels.We leren enkele woordjes Hindi en blijkbaar is ananas in Hindi ook ananas.

We vertrekken in de late namiddag opnieuw, ik pas echter voor de kameel. Het is echter niet
ver meer rijden, en blijkbaar komen we uit op het punt waar we vertrokken zijn! Wie had geacht dat we in een lus gereden hadden?

Van daaruit wandelen we naar de rattentempel in Deshnok waar we ons eerst tegoed doen aan de lang verwachte Maaza. De tempel valt wat tegen. Waar wij duizenden ratten verwachten, zijn dit er slechts honderden verscholen in de hoekjes.

We rijden terug met de bus naar Bikaner maar de bankautomaat doe het niet dus we moeten nog even het stad in om onze safari te kunnen betalen. Daarna douche en eten in het tuintje. We rusten ook nog verder uit in de kamer die ons werd toegewezen op de typische Indische bedden (die je overal langs de kant van de weg tegenkomt). Even komt er ook nog een rat piepen in onze badkamer….

’t Wordt nog even spannend of er nu 1 of 2 riksjachauffeurs voor de deur gaan staan, want iedereen (vino en de gids) heeft blijkbaar verschillende connecties. Gelukkig is het er maar eentje en komen we prima aan bij het mooi verlichte station. We stappen eerst al in de verkeerde trein in, maar na wat geduld op het openluchtperron komt ook onze trein eraan. Weliswaar op perron 2 ipv 1.

Alle Indiërs kruipen de sporen over met hun hebben en houden, wij nemen echter netjes de footbridge. De Indiërs tonen nog maar eens hun nette manieren. Proppen en duwen om als eerste op de trein te raken, terwijl de helft van de trein er nog uit moet. Met de nodige heftige gebaren tot gevolg. Wij wachten rustig onze beurt af, want de plaatsen zijn toch genummerd en onze coupé zit zelfs niet vol.

3 oktober: Jaisalmer

We komen al vroeg in de ochtend aan in Jaisalmer. Ze moeten ons zelfs wekken. We liggen bedolven onder het zand dat heel de nacht is binnengewaaid. De Lonely Planet had ons gewaarschuwd, maar je zou voor minder met een ochtendhumeur wakker worden, als ze al in de trein komen vragen naar welk hotel je moet. Buiten houdt de politie de riksjachauffeurs op een afstand, maar eens je de barrière passeert, sta je er alleen voor.

We kiezen er de rustigste chauffeur uit die ons naar hotel Renuka brengt. We bellen de hoteleigenaar wakker, douchen, en rusten nog wat uit op de kamer. Op een deftiger uur ontbijten we op ons dakterras. We struinen naar het fort en brengen hier wel heel de dag door.

Van hoekje naar hoekje en op elk pleintje kan je genieten van de mooie huisje. Afwisselend met een dakterras, een half body massage kan dat onze dag wel goedmaken. Even rusten in het hotel en terug naar de city waar we nog wat broeken kopen en gezellig gaan dineren bij Little Italy met een pracht van een uitzicht. Moe maar voldoen kruipen we ons bedje in (of toch op, want er valt nooit nergens onder te kruipen).

4 oktober: Jaisalmer

Deze voormiddag staat de oude stad buiten de fortmuren op het programma. We wandelen naar de mooiste haveli Patwon ki van de stad. De binnenkant ervan is ook nog eens als museum ingericht. De gratis gids gaat er echter op een drafje vandoor en hij vertelt niet veel meer dan wat we zelf met onze eigen ogen kunnen zien. Wel leren we dat de betelnut die hier overal gekauwd en gegeten wordt eigenlijk een genotsmiddel is…

Op het pleintje ernaast genieten we nog van de pracht van de omgeving terwijl een muzikant voor Nancy een liedje zingt. We struinen op ons gevoel verder door de stad, we verlaten het toeristisch gedeelte, maar eer blijven prachtige sfeerbeelden opduiken. In India verveel je je nooit, altijd is er wat te beleven op straat.

Nancy koopt nog haar boekentassen, die we in even in het hotel droppen en dan is het alweer tijd op naar onze jeep-kameel (gypsy)safari te vertrekken die om 3u start. Er gaat ook nog een Engels koppel mee die wel voor de kameel kiezen. De jeep brengt ons door dezelfde desertscrub, al is de vegetatie wel anders. Hier duiken er cactussen op.

We stoppen aan een meertje en dat water is wel prachtig om te zien. Onderweg passeren we ook nog enkele dorpjes maar daar voel we ons maar indringers. Waar het Engels koppel op de kameel gaat, rijden wij verder met de jeep. Nog even water halen en na 10 minuutjes zijn we er al.

De zandduinen zijn niet echt reuzegroot maar het is er wel aangenaam genieten van de zonsondergang. We spotten er nog de white eared bulbul en maken een prachtige fotoreportage van twee kinderen uit een woestijndorpje.

Ondertussen is onze gids al aan het eten gestart. Als voorgerecht pakora, echt heerlijk. Ook het avondmaal smaakt enorm want ze hebben er speciaal voor ons eens geen chili ingedaan. Ook wordt er voor ons muziek gespeeld en gezongen.

Op de terugweg naar huis passeren we een ambulance in het midden van de woestijn. Blijkbaar is er een man door een cobra gebeten. Hadden we dat eerder geweten dan hadden we nooit zo rustig geslapen in de woestijn denk ik

5 oktober: Jaisalmer

Omdat er voor de trein een wachtlijst was, blijven we nog een dag langer in Jaisalmer en nemen we vanavond (3u) de slaapbus naar Udaipur. Eerst betalen we voor het hotel, waar we dik moeten betalen voor de airco. Typisch Indiërs. Hoewel je een kamer zonder airco vraagt, geven ze je er toch één met. Als je ze dan voor een uurtje toevallig op zet, moet je de volle pot betalen. Toeristen in een kamer met AC steken, is de kat bij de melk zetten…

We hebben het niet echt met de eigenaar. We geloven ook al niet meer dat de trein volzet was, waarschijnlijk wou hij gewoon een extra overnachting. We besluiten een fiets te huren en naar Bara Bagh, 6 km verderop te fietsen. Het is leuk fietsen want dan heb je wat wind, maar eens je stopt, begint het zweet van je af te lopen. Gelukkig is er onderweg een stalletje waar we ons van de nodige suikers en water kunnen voorzien.

Bara bagh is schitterend gelegen, al blijft er van het meer niet veel meer over. Het bestaat vooral uit cenotaphes. Koninlijke graven, maar deze zijn prachtig gedecoreerd. Er is zo goed als geen volk. Alleen de plaatselijke bevolking en die is natuurlijk direct onze vriend en wil dat we nog een avondje blijven voor een party. Nee bedankt! Nancy vindt er ook nog een pauwenveer.

De terugweg verloopt even vlot. Terug aan de oude stad besluiten we om van onze fiets te profiteren en naar het meer te fietsen. Daar blijkt dat het toch wel vrij warm is. De cafébaas moet toch wel een beetje lachten met ons zweet… In het meer staat meer water dan verwacht en het is een welkome verademing.

We genieten er van een fris briesje aan de waterkant met zicht op wat tempels, vogels, vissen en een schildpad. We brengen onze fietsen terug en gaan dan nog even het stad in, waar we nog banana pakora smullen op een rooftop restaurant.

Om 3u pikken we onze bagage op en vertrekken we naar de bus. Het is een slaapbus en dat wil zeggen een bus met 2 verdiepingen. Onderaan stoelen (1 rij van 1 en 1 rij van 2), en bovenaan slaapcoupés. Best wel aangenaam zitten maar zweten is dat wel op zo’ne plastiek.

We genieten van de zonsondergang in de bus, maar slapen zal moeilijk worden in zo’n hobbeldebobbelrammelbus. We arriveren ’s avonds in Jodhpur waar we blijkbaar van bus moeten wisselen. Wat 10 minuutjes zou worden blijkt anderhalf uur te zijn… Ondertussen is de bus wel van onder tot boven ingeladen met pakken allerlei.

In één van de vorige dorpjes hadden we onze lekkere appelsien opgegeten en probeert Nancy ook nog een ijsje uit zo’n karretje, maar dat valt serieus tegen. De verdere nacht verloopt moeizaam. Het lijkt alsof we zelfs niet op een asfaltbaan rijden… We komen wel vroeg aan in Udaipur.

6 oktober: Udaipur

We onderhandelen op deze vroege ochtend toch al over de riksjaprijs en laten ons bij hotel Denuka afzetten. We bellen de hoteleigenaar Raju wakker, waarna we een mooie kamer krijgen toegewezen. Snel een douche en dan terug even het bed in. We slapen rustig uit voor zover dat lukt met rochelende mensen in de buurt…

We willen eerst naar het station om onze ticketjes te boeken, maar moeten nog even terugdraaien om in te checken bij Raju die even weg was om ontbijt voor zijn klanten te halen. Een rooftop restaurant openen in India is heel gemakkelijk. Je vraagt de bestelling op en gaat deze gewoon bij de winkel of de buren halen.

In het station is er gelukkig een speciaal loketje voor senioren, gehandicapten, soldaten en yippie yee toeristen, want zo aanschuiven met een horde Indiërs is het toch ook niet. Aanschuiven kennen ze hier niet. Voorkruipen en tien armen tegelijk in het loketje, zo gaat het hier. Gelukkig kunnen we onze twee treinen regelen naar Sawai Madhopur en Delhi ineens.

We laten ons op de terugweg met de riksja afzetten aan het City paleis waar we eerst nog goed gaan ontbijten op rooftop resto Taj. Het citypaleis is ook omgevormd tot een museum. Het is mooi en de uitzichten over het meer zijn ook prachtig, maar alle schilderijen over de tientallen maharadjas zeggen ons niet zoveel. Blijkbaar bestonden er in die tijd ook al wapens die vermomd zijn als stylo en werden de paarden vermomd als olifant. De pauwen zijn mooi gerestaureerd en er zijn ook ivoren deuren, maar ook een massa Indische toeristen die ons een beetje voor de voeten lopen.

Na het bezoek aan het City Palace wandelen we naar de Lal Ghat aan het meer. Enkele vrouwen zijn er hun kleren aan het wassen, de mannen wassen zichzelf en de kinderen amuseren zich vooral met zwemmen. Al zijn er enkele die niet kunnen zwemmen vermoed ik aan de hoeveelheid piepschuim die ze in hun onderbroekje stoppen om te blijven drijven….

Het is er aangenaam vertoeven op het heetste moment van de dag. We passeren nog een zilverwinkeltje met een vriendelijke, volgens ons eerlijke dame, waar Nancy nog een armband op verzoek bestelt. Als de warmte wat minder is, besluiten we eens naar de fixed price winkel van de regering te wandelen. Onderweg passeren we de klokketoren en Hathipol.

De winkel stelt echter niets voor. Enkele beeldjes, bedcovers en dat is het…. Heel die wandeling voor niets. Op de terugweg naar het hotel worden we aangesproken door een jongeman die ons even iets wil vragen. Nancy gaat op het aanbod in en natuurlijk belanden we weer in een winkel, van miniatuurschilderijen deze keer.

Terwijl Adil miniatuurschilderijen maakt op Nancy haar vingernagels probeert een andere man charmant over te komen, en de derde man test zijn Duits uit…Na de vingernagels volgt natuurlijk een hele resem schilderijen. Het is heel mooi, maar we zien het ons toch niet aan de muur hangen.

Met lege handen verlaten we dus de winkel en keren verder huiswaarts. We pikken eerst de armband op, drinken nog iets bij Café Edelweis en dan is het al tijd om naar de dansshow te vertrekken in een oude Haveli. Ik koop nog wat lotusparfum bij de kaartjesverkoper ondertussen.

De dansshow wordt voor de toeristen ingericht maar is wel spectaculair om te zien. Dansende vrouwen en mannen, met tot zelf 10 potten op hun hoofd. Hier ontmoeten we voor de tweede keer Belgen. Op het dakterras van ons hotel eten we nog een pakora en ijsje, boeken we onze paardentrip voor de volgende dag en laat Nancy zich nog eens verwennen met een full body massage.

7 oktober:Udaipur

We checken eerst uit in het hotel, waarna we nog gaan ontbijten. De banana lassi is echter de slechtste van heel de reis en Nancy haar banaan vergeten ze al helemaal…Om half negen komen ze ons oppikken aan het hotel.

We hadden een riksja verwacht, maar moeten echter in een auto instappen. Hoe die uit die kleine straatjes raakt is me een raadsel, maar we komen weliswaar heelhuids aan in een dorpje een tiental kilometer ten zuiden van de stad. Onderweg passeren we nog een ‘echte heilige koe’… Deze stond namelijk op een kar met een lint rond en een tempeltje bij!

In de ranch aangekomen krijgen we eerst een uitleg over hoe je op het paard moet zitten en bedienen. Natuurlijk moeten we nog een document ondertekenen dat we op eigen risico rijden, gelukkig krijgen we wel een helm op. We krijgen elk een Marwaripaard toegewezen met spitse oortjes. Ze mogen elkaar echter niet…

Mijn paard vindt constant dat het paard van Nancy te dicht op haar hoeven volgt en begint te stampen. Als we van volgorde wisselen gaat het iets beter. We wandelen rustig door een mooie omgeving, alleen hebben de paarden het wat lastig met de stenige ondergrond. Het eindpunt van de tocht is een prachtig meer, het Lotuslake. Precies het paradijs!

We springen van onze paarden en verkennen de omgeving vanuit een heuveltop. Terug op onze paarden springen, blijkt iets moeilijker…De terugtocht gaat gelukkig langs een andere weg. We passeren nog een heel klein dorpje en alle kinderen willen naar ons zwaaien maar terugzwaaien is wat moeilijk met de teugels in de hand.

Onderweg stoppen we aan een drinkbak voor de paarden, maar we zien de ongerustheid bij onze paardjes al toenemen. En ja hoor, 3 stijgerende paarden, maar gelukkig krijgen we ze terug onder controle. Daarna zit ik toch iets minder comfortabel op mijn paardje…

Ze brengen ons terug naar de stad, waar ze natuurlijk nog iets extra uit de brand willen slepen, maar wij laten ons gewoon op de parking afzetten. We willen nog de tempel bezoeken en wat rondhangen aan de ghat is voor ons prima. Maar eerst middagmaal, op een dakterras natuurlijk. Pizza en een lekkere vegiburger, dat smaakt.

We laten ons toch nog overhalen om miniatuurschilderijtjes te kopen, voor 10 roepie kan je niet sukkelen. De man brengt ons bovendien nog vele wijsheden bij. Zo kan je bv in je handen lezen of je een bril zult moeten dragen of niet….

En we passeren nog langs de boeken winkel voor een boek: ‘Teach yourself Hindi’.Terug in het hotel vragen we alvast of de hotelbaas een hotel in Sawai Madophur wil opbellen. We komen namelijk om één uur ’s nachts aan en zouden dan graag nog een bed vinden. Geen enkel probleem, alleen kunnen we zo wel niet onderhandelen over de prijs!

Op de trein willen we al direct ons boek uittesten. We denken eerst echter bij een toerist beland te zijn, maar het blijkt een Tibetaan te zijn, dus we kunnen gerust ons Hindi oefenen tijdens het eten van Chenna (nootjes). Mera nam karen hai. Main bahut kush hun. Onze buren moeten er van lachen…. We kruipen echter al vroeg ons bed in om toch nog een beetje te slapen voor de trein arriveert.

8 oktober: Rhantambore Nationaal park

Slapen doe ik niet goed, uit schrik onze halte te missen… Er is namelijk niemand die je wakker maakt. Gelukkig bestaat er zoiets als een wekker, en komen we mooi op tijd aan in het juiste station. Het is echter alleen nog even zoeken hoe we die deuren van de trein in godsnaam open krijgen.

Op de footbridge worden we al opgewacht door een riksjadriver die op de hoogte is dat we naar hotel Adithaya moeten. Wat een luxe. We laten ons droppen, moeten toch nog even de eigenaar wakker bellen, en kunnen dan nog een hele nacht slapen in onze luxekamer met TV.

Ontbijten en voor de rest staat er in de voormiddag niets op het programma. We moeten slechts om 12u naar het loket om onze kaartjes voor het nationaal park te bemachtigen. We brengen onze tijd door met boeken lezen en Hindi leren.

Er staat al flink wat volk aan het loketje. Dat wordt weer leuk aanschuiven tussen de Indiërs….We maken kennis met een groepje Spanjaarden van 4 die samen met ons een jeep willen delen. Komt dat goed uit, want de jongen heeft ook lange armen….Zo gezegd, zo gedaan.

Na het bemachtigen van een ticketje, kunnen we in het naastgelegen stalletje nog lekker eten. Ze maken speciaal een versie zonder chili, en die smaakt heerlijk!
Om half drie trekken we richting het nationaal park. Onze jeep zal zone 1 bezichtigen. Er mogen maar een beperkt aantal voertuigen in het park, en iedereen krijgt een zone toegewezen. De weg naar de ingang is al veelbelovend. Eens we de poort binnen zijn, groeien er reusachtige banyantrees met luchtwortels. We spotten al direct een roofvogel (Honey buzzard volgens de gidsen) en sambarherten.
We zitten heel stilletjes in de jeep om tijgers te kunnen spotten, maar het blijft bij pauwen, herten en spotted deer. Juist nog een ‘desert monitor’ in de vlucht gezien en natuurlijk de gebruikelijke langurapen.

We zijn dan ook teleurgesteld als we het park verlaten, hoewel het een hele mooie omgeving was. Morgen meer geluk…. De tijgervoetafdrukken hebben we al wel mogen bewonderen.

Terug in het hotel dineren we op ons dakterras en gaan rustig slapen want de volgende ochtend moeten we vroeg op. Van een avondje film met chips komt niets meer in huis.

9 oktober: Rhanthambore Nationaal park.

De wekker staat alweer om half 5. Om 5uur gaat namelijk het loketje open en in de Indische bureaucratie is het onmogelijk om voor de volgende dag een ticketje te bestellen. We vinden geen groepje van 4 om een jeep te delen, dus kiezen we deze keer voor de grote versie ervan, de canter.

Als we uiteindelijk ook dat ticketje hebben bemachtigd, schiet er ons nog de tijd over om snel een theetje te drinken, voor onze gids ons om half 7 komt oppikken. Onderweg pikken we nog een aantal mensen op aan hun hotel, zij hebben duidelijk meer betaald om niet te moeten aanschuiven bij het loketje…

Vandaag bezoeken we zone 3, die zou beter geschikt zijn voor het spotten van tijgers! Deze keer passeren we ook het Ranthambore fort, dat boven op een berg gelegen is. Zone 3 is heel verschillend van vegetatie dan zone 1. Terwijl zone 1 meer vochtige bossen had, is er in zone 3 meer spraken van een savanne en een reusachtig meer. Dat belooft.

We zien in ieder geval heel wat meer vogels, oa weer de wooly neck stork, drongos, treepies, maar ook een prachtige paradijsvogel. Ook de gewone antilope en de Blue bull of Nilgai zien we deze keer, naast heel veel sambarherten (het perfecte voedsel voor de tijger) en spotted deer.

Ook passeren we een everzwijn en zwemmen er krokodillen in het meer. Maar helaas geen tijgers… De gepensioneerdenbond in onze canter vindt het zelfs zo interessant dat ze ervan in slaap vallen. Je zou voor minder met een pet op van de Indische Menopauze Organisatie…

We halen onze bagage op in het hotel en laten ons naar het station brengen waar ons middagmaal uit chips met bananen bestaat. Met de kennis van ons Hindi proberen we de treinborden te ontcijferen, maar het lukt slechts moeizaam.

Deze keer staat er op ons treinticketje geen wagonnummer maar RL/WL. Omdat de trein vertrekkensklaar is voor we iemand van de spoorwegen spotten, springen we er in een willekeurige wagon in. Ik leg me ergens op de bovenste verdieping, waar duidelijk al iemand ligt, maar nu in geen velden te bespeuren is. Nancy zet zich tussen een groep andere Indiërs.

Een uurtje later moet ik mijn plaats verlaten en passeert gelukkig ook net de conducteur (teetee). Blijkbaar hebben we een ticketje op de wachtlijst… Raar systeem, maar we krijgen van de conducteur toch 1 bed aangewezen. Op naar daar dus, waar ze vriendelijk plaats maken.

Echter een uurtje later, eist een Indiër net ons bedje op. Zijn ticketje is echter ook één van de wachtlijst, dus hoewel hij geen recht heeft op juist dat bed begint hij wel enorm van zijn oren te maken en begint heel onze coupé luidkeels te discussiëren. De conducteur heeft wel een half uur nodig om iedereen te kalmeren. We moeten 5 keer van plaats wisselen, en er zitten wel 10 mensen waar er nog maar 4 mogen zitten, maar uiteindelijk komt alles wel op zijn pootjes terecht.

Alleen uit de trein raken, is weer een hele opgave met al die drummende mensen. Onze trein arriveert in Nizamuddin, waarna het weer een helse autorit is in Delhi. De taxichauffeur probeert ons nog te overtuigen dat het hotel waar we naartoe willen heel vuil is, maar daar trappen we niet in. We laten ons niet overhalen, zodat zij commissie kunnen opstrijken. Anup hotel is echter heel proper en ligt in het midden van de backpackerswijk.

We verkennen eerst al eens de straat voor we ons gaan douchen en dineren op het dakrestaurant.

10 oktober:Delhi

We staan op ons gemak op, want er is niet echt iets speciaal dat we nog in Delhi willen zien.

Gelukkig betaal je hier voor de kamer voor 24u zodat we nog tot vanavond 19u kunnen blijven, en ons nog wassen voor we op het vliegtuig moeten…

Na het ontbijten, nemen we de metro, zo dicht mogelijk tot de Jama Masjid. We moeten echter nog door een hele bazaar, en een geitenwijk. De Jama Masjid is gratis te bezichtigen, maar voor een fototoestel moet je wel 200 roepie betalen. Typisch! Ook krijg je een mooi kleedje aangebracht. De moskee is groot, maar je kan er niet echt binnen.

Hierna willen we naar het park wandelen dat op onze kaart staat, maar we raken er maar moeizaam, omdat ik de ring van Delhi niet te voet wil oversteken. ’t Voelt namelijk aan als een autostrade oversteken. Gelukkig vinden we ergens een verkeerslicht zodat we in het park arriveren waar we een dutje doen en van de vele roofvogels genieten.

We wandelen verder door heel het park naar het Ghandi memorial. Terugbrengen laten we ons wel met de riksja. We gaan nog op zoek naar een ijsje maar moeten het stellen met een appel, appelsien en een onbekende bruine vrucht. Dan maar een lassi en een slaatje in een restaurantje, waarna we op ons gemak gaan douchen en nog een filmpje kijken, voor het tijd is om uit te checken.

De resterende tijd brengen we nog in het restaurant door, en op 21u komt onze taxi ons halen. We worden naar de taxi geloodst, en ze laten ons daar een half uurtje zitten voor piet snot, waarna blijkt dat er in dat kleine autootje nog twee mensen en grote rugzakken bij moeten. Zo drukken ze dus de prijs van de taxi.

Dat blijkt de oncomfortabelste rit van heel de reis te zijn. Gelukkig komen we wel op tijd aan in de luchthaven, waar je voor je het gebouw ingaat, al moet tonen dat je wel een vliegticketje hebt. De mensen achter de balie zijn opmerkelijk vriendelijk.

Inchecken, paspoortcontrole, veiligheidscontrole en nog even wachten tot de bus ons naar ons vliegtuig brengt. Ik slaap blijkbaar al voor ons vliegtuig vertrokken is, want als we al boven in de lucht hangen, vraag ik halfslapend aan Nancy of we al vertrokken zijn. De vlucht vliegt voorbij met slapen, een filmpje (My sisters keeping), avondeten en ontbijt. Geen tijd voor spelletjes of muziek deze keer.

We arriveren om tien na zes in Parijs. Het is echter nog even wachten op onze bagage, waardoor we maar net op tijd aan de TGV belanden. Daar nog snel ons ticketje wisselen en een uurtje later staan we in het koude België.

Geef een antwoord