Ethiopië 2013

27 september 2013: Mechelen – Addis Abeba

Na een laatste werkdag ga ik rechtstreeks naar de luchthaven. Het online inchecken lukte niet dus nemen we de trein van 17u06 om zeker op tijd te zijn. Leen wacht al geduldig op me aan het station. Pieter, mijn collega vergezelt ons toevallig nog even in de trein. In de luchthaven aangekomen, staat er niemand in de rij om in te checken en ook alle andere controles verlopen vlot zodat we om 17u45 al aan de gate staan.

Alleen piept natuurlijk  de metaaldetector weer bij mij. Schoenen uit dan maar, maar ik moet toch nog volledig betast worden. We vliegen een half uurtje tot Parijs en daar landen we om nog meer mensen mee te nemen.  Bij het landen zien we de lichtjes van de Eifeltoren! Vanuit België vertrokken er niet zoveel mensen maar in Parijs zit het vliegtuig zo goed als vol. Ik krijg ondertussen al grote honger maar het eten duurt nog wel even (tot 23u00), maar is dan wel overheerlijk (tortellini met ricotta en spinazie en rijstpap als toetje). We dutten zo goed als de zetels ons toelaten.

28 september 2013: Addis Ababa.

addis‘s Ochtends worden we nog eens gewekt voor ontbijt. Heel het vliegtuig krijgt een apelcakeje, maar wij een broodje met tofu en groentjes. Voor op schema arriveren we in Addis ababa, dit betekent nieuwe bloem in het Amhaars, de lokale taal van Ethiopië. We kopen er een visa on arrival voor 17 euro. Onze Afrikaanse vooroordelen komen al boven, want we verwachten al bijna niet dat ze ons nog wisselgeld gaan geven. Maar dat is verkeerd gedacht, we krijgen elk netjes 3 euro terug. Onze reisgids vermeldt nog 2 birr voor een tripje met de minibus naar het centrum, maar wij moeten alle moeite van de wereld doen om ook voor 50 birr mee te mogen.. Achteraf lijkt dat ook de Ethiopiërs 50 birr betalen. Het minibusje dwaalt af en toe van de grotere weg af en waant zich even een 4×4. Als laatste worden wij gedropt, in een omgeving die we toch nog vrij bizar vinden. Er is niet veel te zien, maar ons Baro hotel ligt er wel.

Er is één kamer vrij, maar die moet eerst nog gekuist worden, dus genieten we van het ontbijt in de tuin vol met vogeltjes. Zelfs de gieren en wouwen vliegen vlak boven ons hoofd. Na het ontbijt gaan we op verkenning in de stad, maar er valt niet zoveel te beleven. Het valt wel op dat er veel daklozen zijn. We springen nog het toeristenbureau binnen en kopen een ticketje voor de Selambus naar Bahir Dar. Ook in het park rond het Ghion hotel nemen we een kijkje waar er juist een trouw aan de gang is. Een oase van rust zo midden in de stad!  addis abebaBij Enrico’s pastry kopen we lekker gebakjes met pudding die we in onze tuin verorberen vooraleer we een kleine siësta houden. Na een dutje trekken we deze keer naar de andere kant van de stad, Piazza en Arat Kilso. Ook daar lijkt niet veel te beleven het museum bij de Universiteit gaat net dicht. Gelukkig dat we zo geen museumgangers zijn.

We gaan dan eerst maar iets drinken vooraleer we gaan eten. Eetstalletjes op straat kennen ze hier blijkbaar niet en ook weinig Ethiopische restaurantjes. Overal serveren ze Italiaans, afkomstig uit de periode dat de Italianen Ethiopië wilden koloniseren. We belanden dan ook in de Italiaan. Het is hier namelijk snel donker en erg ver van ons hotel durven we ons niet meer te verwijderen. Na een lange dag kruipen we vroeg onder de wol.

De buren denken er helaas anders over…er wordt nog tot laat in de nacht gefeest. Van een warme douche is helaas geen sprake, zelfs niet van een koude douche, want we hebben geen water meer in onze badkamer. Met vuile voeten kruipen we noodgedwongen dan maar het bed in.

29 september 2013: Addis Abeba -Bahir Dar.

De wekker loopt al om 4u15 af en een kwartiertje later zijn we vertrekkensklaar en onze gereserveerde taxi staat al voor de deur. Onze Selambus vertrekt op het Meskel Square, waar de eerste joggers al aan hun marathon begonnen zijn op de piste. We staan versteld van de discipline van de Ethiopiers, netjes op een rij om hun bagage af te geven. Om 5u40 zijn we vertrokken, we krijgen zelfs een cakeje als ontbijt.

Vrij snel hebben we de drukte van Addis verlaten en leren we het groene Ethiopie kennen. Het landschap is zeer mooi!  De plaspauze wordt noodgedwongen gehouden tijdens de afdaling van de Blue Nile-gorge, zo kunnen de remmen afkoelen. Een vrachtwagen voor ons had minder geluk, die ligt ondersteboven, net niet in de ravijn…De uitzichten zijn er wel adembenemend.

In Debre Markos, ergens halfweg is het lunchpauze. De menu is in het Amhaars en de buren hun bord ziet er niet zo smakelijk uit, dus wij kiezen wijs voor een omelet.  Een half uurtje later terug de bus in. De bus wordt gestart maar 5 minuten later krijgen we te horen dat ze kapot is en we niet meer verder rijden… Het is te zeggen, uiteindelijk krijgen we te weten wat er scheelt, maar we krijgen gelukkig een groot deel van ons geld terug. Ondertussen staan er al minibusjes te wachten. Deze zijn net iets minder comfortabeler, maar wel sneller en de ideale plaats om vrienden te maken! Zowel ik als Leen  hebben -omdat we niet bij elkaar zitten-er ineens elks 3 vrienden bij.

Hoewel we heel snel rijden, is het toch al bijna 5u als we eindelijk in Bahir Dar arriveren. Eén van onze vrienden brengt ons naar het Ghion hotel, dat prachtig in een tuin ligt aan het meer. Onze vooroordelen komen weer boven en we verwachten dat onze nieuwe vriend een tip wil, maar dat blijkt helemaal niet het geval te zijn…

We verkennen nog snel de wandelboulevard langs het water voor het donker wordt. Zowel de Afrikaanse visarend als het pretpark kunnen ons bekoren. Al was ons vooroordeel weer daar…we dachten dat de Afrikaanse kindjes wel blij zijn op een paardenmolen of een reuzenrad dat niet meer draait. Weeral verkeerd gedacht als na 5 minuten zowel de paardenmolen als het reuzenrad toch begint te draaien:).  We eten vis in ons hotel waar één van onze vrienden nog op bezoek komt, maar we zijn veel te moe om nog op stap te gaan. Na een aperitief hebben we er alweer een tweede date bij, maar na een douche kruipen we wijselijk het bed in.

30 september 2013: Bahir Dar

Na een ontbijt met toast -want mijn maag is al niet meer in orde- worden we om 8u30 aan de boot verwacht samen met een Ethiopisch koppel voor een tocht naar de kloosters. Het eerste klooster  Entos Eyesu op een eilandje stelt helaas niet zoveel voor. We hebben meer oog voor de vogeltjes en de vegetatie. Het tweede klooster op het Zege Peninsula is wel heel mooi. Een mooi rond orthodox klooster van modder gemaakt, maar binnen is het mooi geschilderd met allerlei taferelen. De gids vertelt er ons alles over.

We zien er ook nog een eekhoorntje en een groot knaagdier in een boom. Het derde klooster Ura kidane mihret is bijna identiek aan het eerste, er is ook een mini museumpje met kronen en er vliegen grote vlinders. De toeristenstalletjes kunnen we niet overslaan maar we gaan toch voor de nootjes ipv de toeristische papyrusbootjes. Als laatste stop gaan we naar de outlet van de Nijl. Helaas geen nijlpaarden te bespeuren hier… Er is ook een klooster, maar we hebben wel kloosters genoeg gezien en kijken liever naar de wevers, kolibries en cordonblues.

Rond 14u30 zijn we terug in het hotel, een half uurtje om te eten vooraleer we met een minibus naar de watervallen Tis Isat gaan, onze nieuwe vrienden gaan ook mee. De weg is niet geasfalteerd en je hebt dus een goed zicht op het plattelandsleven. tis isatEen gids toont ons de weg naar de waterval. Hij toont ons de Crested Eagle en de Candlebush. Ethiopische vrouwen zijn hard, bewijst onze vriendin die op hoge hakken de modder doorploetert. Met een bootje moeten we de Blauwe Nijl oversteken waarna we verder wandelen richting de waterval. De Lonely Planet waarschuwde ons voor een kleine waterval, maar niets is minder waar. Het is er prachtig!  We hadden er gerust langer kunnen vertoeven maar de zon is reeds aan het onder gaan.

We zijn maar net terug in Bahir Dar voor onze afspraak aan de kerk. We zoeken hem maar vinden hem niet en met onze andere vrienden blijkt er ook een misverstand over de afspraakplaats dus we gaan zelf maar op zoek naar een restaurantje. Het gezellig adresje dat werd aangeraden in de Lonely Planet vinden we niet, dus we kiezen er maar willekeurig iets uit. Ik kies voor de veiligheid voor de spaghetti. Na een warme douche kunnen we weer heerlijk het bed in.

1oktober 2013: Bahir Dar -Gonder

Als we opstaan miezert het een beetje… We gaan op goed geluk naar het busstation. Het gaat vlotter dan verwacht, zonder ontbijt zijn we direct weg in de minibus naar Gonder. Naast ons zit een Ethiopisch koppel dat op huwelijksreis is. Het wordt nog even spannend als er betaald moet worden. Wij hebben namelijk al betaald aan één of andere meneer in het busstation, maar hij zit niet in ons busje en we hebben ook geen ticketje ofzo. Onze vooroordelen doen ons vrezen dat we nog eens zullen moeten betalen in het busje, maar we maken ons zorgen voor niets, er wordt ons zelf niet meer gevraagd om te betalen… De weg is weer prachtig, Ethiopie is zeer groen, of toch alleszins in het noorden.

Vroeger dan verwacht arriveren we in Gondar. De courtyard van het Belegez pension stelt niet veel voor, maar de kleine kamers zijn proper. Vandaag is het terrasjesdag. Eerst een sapje, mixed avocado, papaya en mango. Dan bestellen we elders een soepje dat een boterham blijkt te zijn. Ook lekker:) Ondertussen is het blijkbaar siësta en zijn de kantoortjes en het kasteel dicht dus moeten we noodgedwongen nog een terrasje doe op de trappen in het centrum.

Het kasteel is mooi en rustgevend maar het blijft natuurlijk maar een kasteel. We ontmoeten er nog onze vrienden op huwelijksreis die zo graag met ons op de foto willen. Nadien proberen we onze trekking te boeken maar dat blijkt moeilijker dan gedacht. Er zijn niet zoveel kantoortjes als verwacht en  niemand heeft geïnteresseerden voor de vierdaagse trekking. We kiezen dan maar voor de driedaagse die gegarandeerd is met nog één persoon. Helaas is ondertussen het kantoor van Ethiopian airlines al gesloten. We zullen later wel zien hoe we dat oplossen. Dineren doen we voor de gemakkelijk over ons hotel, waar toevallig net een gezellig restaurantje ligt.

2 oktober: Gondar -Debark- Simien- Sankaber

gelada baboon We zijn vroeg wakker dus we halen bij het kraampje op de hoek nog een samosa en een broodje vooraleer we worden opgepikt om 7u30 door onze minibus. Chai, Israëlier is onze trekkinggenoot. De weg richting Debark is al prachtig! Aan een uitzichtpunt stoppen we, dat belooft voor meer! Op de weg zijn zelfs zebrapaden geschilderd, een beetje onnozel als je bedenkt dat al het vee gewoon over straat loopt… In Debark checken we in in het Headquarter en pikken we onze scout, gids en hulpkok op. Nog een theetje op het terras voor diegene die nog niet ontbeten hebben en dan vertrekken we. Debark verlaten is al niet evident in een minibus..
Het landschap is prachtig, de meskel flower kleurt heel het landschap geel. We passeren de hoogste lodge (Simien Lodge) in Afrika waar al een troep Gelada Baboons te zien is. We rijden eerst nog een eindje verder en dan mogen we uit de minibus om te wandelen. Helaas belemmeren de wolken ondertussen het grootste deel van het uitzicht, maar toch is het aangenaam vertoeven. Al voelen we de hoogte wel aan onze ademhaling als we bergop moeten wandelen. Een lunchpakketje met een sandwich met omelet geeft ons de energie om verder te gaan. Even later passeren we ook een hele kudde gelada’s. Het zijn de enigste primaten die zich met gras voeden en dat is hier dan ook hun bezigheid. Op hun poep schuiven ze vooruit terwijl ze het gras plukken. Je kan ze van dichtbij benaderen, zalig! Ondertussen begint het wel te druppelen, maar dit duurt niet lang.
We arriveren als eerste – rond half 3 al – in het Sankaberkamp op 3250m waar ze op ons wachten met verse tijmthee, vers gepofte popcorn en koekjes. De 3 vrijgezellen gelada’s zijn ook aanwezig. Het kamp ligt af en toe volledig in de wolken. We zetten onze tent op zodat Leen wat kan rusten en ik maak kennis met onze andere wandelgezellen. Ondertussen wordt het al heel wat frisser.

De crew is ondertussen aan het avondeten begonnen. Groentesoep, spaghetti, groentjes en vis. We hebben onze buik lekker vol! Na het diner gaat ook het kampvuur nog aan voor wat extra warmte maar wij kruipen vroeg onze tent in. Het is niet evident om ons in onze kleine tent goed te installeren, maar we slapen warm en prima.

3 oktober 2013: Sankaber-Geech

Het ontbijt staat om 7u klaar in’t zonnetje. Mm, pannenkoeken met honing. De tocht is weeral prachtig! Gelukkig is er vroeg op de ochtend nog geen mist en kunnen we genieten van de prachtige vergezichten. We passeren weer een vrijgezellengroepje Gelada baboons die aan’t genieten zijn van het zonnetje op een rots en een waterval in de verte. Na het uitzichtpunt bij de waterval gaat het even omhoog en komen we terug op de mainroad om daarna weer af te d(w)alen naar de rivier. Er zitten verschillende gieren vlakbij het pad.

Aan de rivier hebben we twee opties, schoenen uit of over de rotsen klauteren. Er wordt voor de tweede piste gekozen maar één dame valt helaas in’t water en haar gids bezeert zich in de poging haar te redden…Fanta (yeh), osimien

Onze gids doet nog snel een huwelijksaanzoek vooraleer hij de grote oversteek waagt. De sandwich met tonijn laat ik even links liggen en ik geniet van een sinaasappel terwijl de geiten onze bananenschillen komen oppeuzelen.

‘s Namiddags passeren we eerst Geech village. We bedanken voor de koffie en trekken verder richting de campsite. Net als we daar aankomen begint het te regenen. De thee en popcorn wordt daarom binnen geserveerd. De tent staat er gelukkig al. We maken een praatje met de nieuwe Duitse hutgenoten terwijl er buiten onze kip geslacht wordt.  Het avondmaal is wederom fantastisch. De kok trekt er zelfs speciaal zijn kokskostuum voor aan. Tomatensoep, kip, rode biet, gefrituurde courgettes. Zalig! We kruipen moe en voldaan onder de wol.


4 oktober: Geech -Debark-Gondar simienAls we opstaan zijn in de verte twee jakhalzen te bespeuren. Ze worden opgejaagd door een groepje honden. Het ontbijt is voor de verandering pap én roerei. Eerst gaat de wandeling omhoog, tussen de Giant Lobelias die enkel boven 3500m groeien. Daar is het een prachtig uitzicht met de lammergier die boven ons vliegt. Voorlopig zijn de wolken ons nog goed gezind. Vanaf de top Buyit Ras dalen we terug even af en dan weer bergop. Onze gids heeft blijkbaar haast, hij laat zelfs mij met onze scout alleen achter. Met moeite lunchen we nog net in het park.

simien Terug aan de weg worden we opgehaald door onze minibus. De weg naar beneden is echter veel lastiger. We zitten 3 keer vast in de modder. Gelukkig hebben we een schupje mee! Onze Chai slaagt er zelfs in om de ruit van de auto helemaal stuk te krijgen…; Het vertrouwen in onze chauffeur zijn we ondertussen ook wel kwijt. Als we dan ook een helling schuin afmoeten, springen we snel de auto uit van schrik om om te kantelen. We raken gelukkig heelhuids in Debark.

Terwijl onze chauffeur een koffietje drinkt, denken wij onze nootjes te delen met de plaatselijke bevolking. Dat is natuurlijk geen goed idee want binnen de kortste keer is alles op. De rit terug naar Gonder blijft nog altijd mooi zo in het avondlicht. We droppen Chai aan het infoloketje en worden dan terug afgezet aan ons pension. Er is helaas geen kamer meer vrij met badkamer maar er is gelukkig wel heet water! In het sfeervol plaatselijk restaurant gaan we voor de injera. Toch maar zurig…


5 oktober 2013: Gonder Om 8u staan we aan het loketje van Ethiopian airlines, maar het is nog niet open. Gelukkig kan je ernaast in het cafeetje lekker plaatselijk ontbijten zonder injera! Dabo firfir, en firfir betekent niets meer dan gebroken. Gebroken stukjes brood in tomatensaus dus! Als het kantoor opent kunnen we alvast onze vlucht boeken naar Addis voor de volgende dag. Voor verder connectie naar Arba Minch moeten we binnen een uurtje nog eens terugkomen.

We gaan ons hotel verlengen en genieten gewoon van het straatbeeld. Vrouwen die met hun ezeltje vol met stro of mestplakken afdalen. We hebben direct een pak vrienden en leren ezel en os in’t Amharic. Zo gaat een uurtje snel voorbij! We hebben gelukkig nog een vliegticket verder en nu dat ook geregeld is kunnen we verder leuke dingen doen. We nemen de tuktuk ( in Ethiopië eigenlijk de bajaj genoemd..) naar het busstation, dat hebben we dan ook weer eens geprobeerd. We nemen de plaatselijke bus naar Gorgora, 50 km verder, die blijkbaar direct vertrekt.

Al snel verandert de asfaltweg in een zandweg en wordt de bus voller en voller. Het ruikt naar Afrika in de bus. Zou dat iets te maken hebben met de kip die boven ons in het rek zit? We passeren dorpje na dorpje. In the middle of nowhere stoppen we. Als een andere bus uiteindelijk arriveert die wat van onze passagiers kan meenemen kunnen we terug vertrekken. 5 min later staat dan ook de verkeerspolitie klaar die checkt of we niet te vol zitten- vermoeden we toch-. De tijd tikt voorbij. Het is al 16u als we uiteindelijk in Gorgora arriveren.

Er is geen bus meer terug en aan gezien we om 8u de volgende dag op het vliegveld moeten zijn, riskeren we het ook niet om tot morgen te wachten. In het Port hotel kunnen ze gelukkig Engels en kunnen we iemand overhalen ons met de jeep tegen betaling terug te brengen. De uitstap van de chauffeur zijn zussen eindigt dan maar een avondje vroeger dan verwacht. We dineren in een etablissement met bijna livemuziek. Ik probeer de shiro, volgens onze reisgids met linzen, maar helaas in een injera…


6 oktober 2013: Gondar- Arba Minch De taxi wacht ons op om 7u30 om ons naar de luchthaven te brengen. Onze bagage gaat door de scanner en dezelfde meneer van gisteren in het kantoortje van Ethiopian Airlines laat ons nu inchecken. Dan kunnen we op ons gemak gaan ontbijten met een sandwich en een sapje. Inderdaad zeer op het gemak want onze vlucht heeft een uurtje toch wel vertraging.

Buiten fladderen de sunbirds vrolijk rond. Eenmaal in het vliegtuig krijgen we nog een sapje en een dranken. Voor we het weten -amper tijd om een Sudoku op te lossen- landen we al terug in Addis. Daar kunnen we direct door naar de gate en een half uurtje later kunnen we alweer boarden. Tijdens deze 2de vlucht blijken we ook nog een tussenstop te maken in Jimma, een verrassing voor ons.

arba minchRond 15u 30 arriveren we in Arba minch, dat zijn naam dankt aan de 40 bronnen die er ontspringen.  Met de tuktuk laten we ons naar Rift valley Pension in Uptown Shecha brengen maar dat is helaas volzet. We wandelen verder naar Arba Minch pension maar dat is ook volzet aangezien er een meeting in de stad doorgaat. Een lokale jongeman brengt ons via de achterbuurt -niet moeilijk want er is maar één straat geasfalteerd- naar Bekele Mola Hotel. Een prijscategorie hoger, maar het uitzicht op het meer maakt veel goed en ook de kamers zijn piekfijn in orde.

We genieten er van de omgeving en de vogeltjes vanop het terras tijdens de zonsondergang. Via de donkere oprijlaan gaan we dineren in het roze nieuwe hotel Eznaana. Ondertussen waren we al door verschillende partijen benaderd voor een trip naar het nationaal park en de Omovallei. In het restaurant weten ze ons terug te vinden. Als ze andere toeristen vinden, willen we wel met ze mee. Ik spreek de andere witten aan in het restaurant of ze niet mee willen, maar ze zijn al geweest. Het bed slaapt zalig.


7 oktober 2013: Arba Minch arba minchUitslaapdag en verwendag, een heerlijk warm doucheke! Helaas is het bewolkt en begint het lichtjes te druppelen, dus hebben we geen mega uitzicht vandaag bij het ontbijt. We verhuizen naar het Arba Minch Pension en gaan dan downtown met de minibus om geld af te halen. De automaat doet het niet, maar we kunnen wel in de bank terecht met onze visakaart.

Op de markt kopen we bananen, avocado’s en samosa’s om naar het nationaal park te gaan. Even gaan we de verkeerde kant op maar dat is snel rechtgezet. De eerste van vele marabous zit netjes op een boom. Aan de ingang van het park krijgen we een scout toegewezen die ons de weg naar de Forty springs wijst. Door het bos wandelen we erheen. We spotten de zwartwitte Colobus Monkey, een prachtig aapje! De scout gaat van rechts naar links naar rechts naar links, maar weet zijn weg altijd goed te vinden. We passeren ook nog een groepje bavianen. De eindbestemming valt wat tegen, een bassin met proper helder water…

We genieten er toch van onze lunch met zicht op de aapjes. De terugweg gaat langs de weg waar we ook nog een Vervet monkey zien, maar waar de temperatuur in het zonnetje oploopt. In uptown doen we een terrasje op een geitenleren stoeltje, maar ze hebben geen thee, koffie, sap of Mirinda…Nog een terrasje met juice in het Friendship café dan maar, waarna we huiswaarts keren. Ondertussen komt Gej ons melden dat hij nog kandidaten heeft voor de tour die hij ‘s avonds zal zien. We spreken af dat we om 7u in ons hotel te vinden zijn of in ons roze restaurantje..

Zo gezegd, zo gedaan, als we onze visjes op hebben in het restaurant staan de mannen er weer. Deze keer moeten we met de jeep mee en worden we afgezet in het kantoortje van de See Us Tour Guide Association waar 2 Israëliers zitten te wachten. We boeken een 4daagse tour en het nationaal park. Gej rijdt nog met Almond, de Israëlier,  naar downtown om een Spaanse dame te overtuigen zodat de kosten voor de jeep (150 dollar per dag) nog verminderd kunnen worden. Wij zetten als volleerde chaperonnes de dame terug af aan haar hotel, dat ze net niet weet terug te vinden… Eénmaal terug op hotel, als we weer net in onze ondergoed staan om te gaan slapen, wordt er weer op de deur geklopt. Gej, die nog met de mededeling komt dat een gids (die aan te raden is) 30 dollar per dag kost. De Israëliers zijn al akkoord, voor ons geen probleem. We herstructeren onze bagage en gaan dan lekker slapen.


8 oktober 2013: Arba Minch-Alduba-Dimeka-Turmi dimekaRond 7u gaan we ontbijten in het Friendship café. We kopen nog wat koekjes en water en wachten aan ons hotelletje op onze Landrover.  We wilden één rugzak achterlaten, maar ‘t is blijkbaar beter om hem mee te nemen. We pikken de anderen op en de Spaanse dame blijkt die te zijn die we al in Rift Valley pension hadden ontmoet. We rijden eerst richting Konso.

De kuddes koeien zijn net vertrokken, dus het is opletten voor koeien op de weg geblazen. We passeren bananenplantages en het landschap is zeer mooi. In Konso is er tijd voor ontbijt voor diegene die nog niet gegeten hebben. Dan is het terug de jeep in. De weg is lang, maar je kan genieten van het uitzicht!

Onze eerste echte stop is de markt van Alduba. Ze staat niet in de reisgidsen vermeld, maar wij vinden ze het leukst. Ze  is redelijk groot en er zijn geen toeristen te zien. Zowel de Bannatribe als de Hamertribe zijn er veelvuldig aanwezig. Beide stammen zijn versierd met gekleurde kraaltjes. De Hamerpeople hebben ook een speciale haardracht. Aan de overkant van de straat is de veemarkt. Omwonenden komen er naartoe om vee te kopen of te verkopen. De volgende stop is de markt van Dimeka maar die is veel kleiner en precies op toeristen gericht. We kopen er bananen en met een kindje in elke hand wandelen we naar een cafeetje voor een frisse Mirinda. De tocht gaat verder richting Turmi waar we overnachten in een plaatselijk hotelletje.

We dineren in het Tourist hotel met heerlijke macaroni waarna we tevoet terug wandelen. We gaan nog tej, de lokale drank proeven in een ‘tej beat.’ Het is er pikkedonker en we vertrouwen de tej niet helemaal, want er blijkt helemaal niet zoveel alcohol in deze te zitten. Gepaard met het plaatselijk water zou dat wel eens een probleem kunnen geven voor onze darmen. Maar we kunnen de lokale specialiteit toch niet links laten liggen, dus we drinken braafjes onze glazen leeg. Ondertussen worden de kinderen des huizes te slapen gelegd buiten op een dekentje. Het is alleen opletten voor een gevaarlijke schorpioen. Na de tej gaan we naar een echte Greenland Lodge om nog iets te drinken en we doen ook nog een lokaler cafeetje aan. De nacht is helaas veel te heet om te slapen…


9 oktober 2013: Karo Ontbijt met een koffietje en een vettig omelet vooraleer we met de jeep naar de Karostammen rijden. De Karostam zouden meester in het bodypainting zijn, maar wij krijgen de indruk dat het vooral nog voor de toeristen wordt gedaan. Het dorpje Murulle ligt boven de machtige Omo-rivier, waar ik overigens niet te dicht bij mag komen voor de krokodillen.

In één van de hutjes gaan we binnen op bezoek. Duidelijk een primitief leven. Ik heb alweer een Afrikaans minivriendje dat heel het dorp met me meewandelt. Maar hoe primitief ook, ze verkopen er wel cola…Ik laat me verleiden door de hitte hier in de Omovallei, maar het smaakt me niet…

Op de terugweg naar Turmi stoppen we nog in een Hamerdorpje. Ze willen persé dat we foto’s nemen, maar we zetten ons gezellig onder een boom. De jonge vrouwen zijn assertief en zouden graag onze beha willen. Een oudere vrouw is sieraden aan het maken van metaal. De getrouwde vrouwen herken je aan hun metalen “halskettingen” or armbanden.

Rond 15u arriveren we terug in Turmi waar we lunchen met een lekker tomatenslaatje (met héél veel look) in het Tourist hotel. De rest van de namiddag brengen we door op het dorpsplein. Ik koop een voetbal voor de plaatselijke jeugd maar daar komt natuurlijk direct ruzie van zodat de bal terug bewaard wordt in het winkeltje. Laten we hopen dat ze de volgende dag toch hebben kunnen voetballen… We leren nog wat Amharic van de jeugd -voor zover ze geen Hamer praten- en doen ons wasje. De rest van de bende heeft ‘s avonds geen honger dus wij gaan alleen met onze gidsen  lekker uit eten -kip met frietjes- in een andere lodge.


10 oktober 2013:Key Afar Ergens tussen Turmi en Key Afar zou vandaag een bull jumping ceremony plaatsvinden… We gaan alvast een kijkje nemen waar deze precies zou doorgaan en onderhandelen over de inkomprijs die je natuurlijk als toerist moet betalen. We onthouden de kilometerpaal waar we van de weg moeten afslaan en rijden dan verder naar Key Afar.

Daar is de markt vooral op toeristen gericht, dus wij gaan voor een soort smoutebollen en banaan. Nog iets drinken in ons hotel en dan moeten we terug voor de bullceremony die om 15u start.

Elke jonge man moet deze bullceremony ondergaan om volwassen te worden en te mogen trouwen. De mannen zijn zich al aan het opmaken en schilderen zich met figuren. Wat later komen de vrouwen al zingend, dansend en toeterend op horens eraan. De vrouwen hebben koeienbellen aan hun benen bevestigd om muziek te maken. De mannen slagen de vrouwelijke familieleden van de bulljumper met takkenzwepen op hun rug tot bloedens toe. De littekens worden als symbool van schoonheid gezien. Het gaat er wel erg gewelddadig aan toe en de vrouwen dagen de mannen uit om geslagen te worden. Het is niet aangenaam om naar te kijken…

Daarna trekt heel de massa terug naar het dorp waar soep wordt gegeten en verder gedanst. Het echt bulljumping vindt 4 km verder plaats. De hele massa trekt tevoet naar de ceremonieplaats waar de koeien klaar staan. Er worden 2 koeien gekozen die om één of andere reden door een poortje moeten. De familie van de bruid heeft zich versierd met groene bladeren. De bruidegom staat helemaal in zijn nakie en is heel nerveus. Hij lijkt het helemaal niet naar zijn zin te hebben. Er worden een tiental stieren op een rij gezet, wat geen sinecure is om deze op een rij te houden en dan gaat hij ervoor!Hij loopt een aantal keren over de stieren heen en komt er gelukkig zonder kleerscheurven vanaf. Dan begint heel de terugtocht terug naar het dorp.

Als we aan de auto zijn, is het bijna donker en begint het te regenen. Op de terugweg naar Key Afar krijgen we dan ook een bliksemspektakel in de wolken te zien. We doen lang over de terugrit aangezien onze grote lichten niet werken en met al dat loslopend vee kan je dan niet zo snel rijden. Gelukkig hebben we een hele goede chauffeur. Het is 8u als we terug in ons hotel arriveren, nog net op tijd voor een spaghetti. We hebben een badkamer in onze hotelkamer, maar geen deur, geen licht en geen water in onze badkamer:) Aya, onze chauffeur regelt dat ze het water toch 10 minuten opzetten zodat ik toch nog een koud doucheke kan nemen.


11oktober 2013: Key Afar- Arba Minch Vandaag rijden we terug naar Arba Minch. We gaan eerst zelf op zoek naar ontbijt maar dat is niet echt te vinden.. Maar geen nood, met de auto stoppen we nog bij een hotel dan maar voor omelet met brood. Dan zijn we enkel nog een jeeprit verwijderd van Konso. De anderen lunchen, maar ik heb nog geen honger dus ik wandel nog eens door het dorpje terwijl Leen op de motor een stukje  terug rijdt om een gele jerrycan Tej te gaan kopen.

We arriveren redelijk vroeg in Arba Minch omdat de Israëliers niet veel zin hadden om nog iets te bezoeken, maar wij en Teresa kunnen nog wel een uitstapje gebruiken dus Aya brengt ons via zijn vroegere busroute naar de bergen aan de overkant vanwaar je een prachtig zicht hebt op de meren van Arba Minch. We bezoeken er een dorpje waar ze een soort ‘brood’ maken van false bananas door de inhoud van de stengel onder de grond te bewaren en te laten fermenteren. In één van de hutten brengen we nog een bezoekje bij een oude man.

Dineren doen we in Soma restaurant, bekend voor zijn vis. het is heel lekker maar twee visjes zijn van het goede teveel dus we krijgen het niet helemaal op. Ondertussen ontmoeten we Juso, een spanjaard die we overtuigen om morgen mee naar het nationaal park te gaan. ‘s Avonds brengen we nog een bezoekje aan de disco. De Ethiopiërs houden er een specifieke dansstijl op na. We kennen de nummers die ze draaien niet, maar ze spelen wel een verzoeknummertje van Cher voor ons. Er hangt een gezellige sfeer.


12 oktober 2013: Nechisar zebraVandaag staat het Nationaal park op het programma. Ze hadden verteld dat de Israëliers pas om 9u wilden vetrekken, maar als we op’t gemak aan’t ontbijten zijn in het Friendship café komt de jeep er toch al aan rijden. We droppen ze aan het Tourist hotel waar ze kunnen ontbijten en we Teresa oppikken en rijden dan verder naar de ingang van het park om de ticketjes en de verplichte scout op te halen.

Dan rijden we naar Lake Chamo om met een boot het park te bezoeken. De toegangsweg is er slecht aan toe. Verschillende jeeps van een teambuilding van de universiteit staan er stil in de modder. Als ze uit de weg raken, kunnen wij er zonder problemen door.. Aan het ‘haventje’ liggen de bootjes klaar, je moet wel goed manoeuvreren om met droge voetjes in het bootje te belanden. De vaartocht brengt ons eerst naar de krokodillenmarkt, geen markt maar gewoon een plaats in het meer waar er veel grote krokodillen rondzwemmen, maar ook nijlpaarden en tal van vogels.

Tot aan de overkant van het meer is het nog een uurtje varen, waar we aan wal gaan en eerst de heuvel over moeten. Bovenaan heb je een prachtig zicht op de meren, maar ook op de vlaktes erlangs waar de zebra’s rustig staan te grazen. De Ethiopiërs moeten nog wel even kibbelen omdat de andere toeristen de zebra’s te dicht benaderen maar als ze eens door de verrekijker mogen kijken is het snel bijgelegd. Er rent nog een bushbuck weg uit de struiken. De wandeling is helaas niet echt ver want na de zebra’s gaat het al terug richt de boot, gelukkig via een ander weggetje. Onze lunch met droge koffiekoeken hadden we dus niet echt nodig gehad… De terugtocht met het bootje is rustgevend.

Eens terug aan land, passeren we het busstation om een ticketje naar Shashamene te kopen. Terwijl Leen internet gaat checken doe ik een poging om een sapje te gaan drinken. Helaas ze zijn op en ‘t wordt dan maar een theetje terwijl Josu me nog even gezelschap houdt.  ‘s Avonds staat er kampvuur met barbecue op het programma. Er worden tomaten, ajuinen, brood, zout, look en olie gekocht. De levende kip vinden is blijkbaar iets moeilijker, maar alles wordt geregeld. De weg naar onze kampvuurplaats -dichtbij de crocodile farm- is zeer modderig. Bovendien heeft een doorn onze band plat gemaakt en omdat het begint te onweren en dus nog modderig zal worden moet er eerst een nieuwe band op onze jeep gelegd worden. Na wat problemen met de krik, slaagt Aya daar perfect in.

Onze gastheren blijken echt stadsmensen te zijn -voor zover je Arba Minch een stad kan noemen- want ze weten niet hoe ze de levende kip moeten klaarmaken. Gelukkig kan je in Afrika met geld overal terecht en wil de man van ter plekke wel voor onze avondmaal zorgen. Er wordt eerst water gekookt om de kip te kunnen pluimen, dan worden vakkundig organen verwijderd, waarna ze weer gevuld wordt met onze tomaatjes en ajuinen. Boven het kampvuurtje wordt ze stilaan geroosterd.

Ondertussen slaat het donker toe en als we ineens moeten komen kijken -Look, look- naar wat er de weg oversteekt, kunnen we er niet veel van maken… Hyena of Hippo? Even later wordt alles duidelijk, want dan komen er nog 3 nijlpaarden aan land om te grazen. Ik blijf veilig aan ons kampvuurtje zitten – in Afrika maakt het nijlpaard na de malariamug de meestelijke menselijke slachtoffers-, maar Leen waagt het om toch van dichter bij een kijkje te nemen! De kip smaakt heerlijk. Hoewel het onze laatste avond is in Arba Minch, gaan we niet te laat slapen, want om 5u30 moeten we alweer in het busstation staan.


13 oktober 2013: Arba Minch- Shashamene Onze chauffeur is zo vriendelijk om ons de laatste dag om 5u15 al te komen halen om ons naar het busstation te brengen. Hij regelt onze stoelen voor ons, dat hadden we net nog zelf gekund aangezien we genummerde stoelen hebben toegewezen gekregen. 59, 60: waren het nu echt de laatste ticketjes of geven ze gewoon aan de farenji’s de slechtste zitplaatsen? We zitten in ieder geval op de laatste, hobbeligste rij. Een oudere man vraagt zich af wat wij in godsnaam op de bus doen en waarom we geen jeep hebben… Na de obligate kennismaking stelt hij zich ook kandidaat om terug mee naar België te gaan:).

Onderweg stoppen we ergens in een klein dorpje voor ontbijt, bananen, avocado’s en samosa’s. Hoe hobbelig het ook is op de achterste rij, ik slaag er toch enkele malen in mijn oogjes toe te doen. We arriveren al vroeg in Shashamene. We overnachten in Bekele Mola Hotel, prijs/kwaliteit de beste kamer! We gaan eerst het stadje verkennen. De reisgids waarschuwt ons voor de minst leuke stad van Ethiopië, maar vandaag speelt het nationaal voetbalteam van Ethiopia een selectiematch voor het wereldkampioenschap en heel de stad is in feeststemming.

We drinken eerst een sapje en gaan dan op zoek naar de bushaltes voor een ticketje naar Dinsho. In het kleine busstation – dat we met moeite vinden- verwijzen ze ons door naar het grote busstation. We wandelen ernaar toe maar ook daar kunnen ze ons niet verder helpen. Zoals altijd doet de rivier dienst als openbare wasgelegenheid en zijn ze de was aan het doen en hun in hun blootje aan’t wassen.Tijdens ons slaatje als lunch, begint het ineens te stortregenen, dat kan het hier ook.. We rusten in de late namiddag uit van onze vermoeiende laatste dagen en genieten van een warme douche en nog een heerlijke maaltijd!


14 oktober 2013: Dinsho-Bale Mountains We gaan vandaag dus maar op goed geluk naar het busstation. Aangezien je voor de meeste bussen om 5u30 aanwezig moet zijn, staan we om 5u15 klaar om te vertrekken.Gelukkig rijdt er net een bajaj voorbij. Het geluk is aan onze kant, want er staat een minibus zo goed als vertrekkensklaar. Nog een paar rondjes op het busterrein en dan kunnen we vertrekken.

Als we weer worden tegengehouden door één van de vele verkeerspolities, zeggen we iets wat we blijkbaar niet mochten zeggen.  Hij vraagt ons hoeveel we betaald hebben, maar mijn buurman de advocaat fluistert dat we dat niet mogen vertellen, we laten echter vallen dat we naar Dinsho gaan, maar blijkbaar heeft de minibus geen toelating om zo ver te gaan.

Na veel onderhandelingen -gelukkig hebben we een rechter mee in onze minibus- mogen we toch weer verder. Bij al de volgende verkeerspolities – en dat zijn er nog wel wat- houden we ons van de domme.  Toch komen we nog vroeg aan in Dinsho en als we ons aan het de ingang van het Nationaal Park laten afzetten, zitten er nog twee farenji’s en een local in het loketje.

bale mountainsZe willen graag met de auto naar het Harenna Forest. Aangezien Harenna te ver is om op een driedaagse trekking te doen, profiteren we van de mogelijkheid om de kosten van een auto te delen en hebben we een deal. Onze gids moet nu alleen nog een auto geregeld zien te krijgen… We gaan alvast een koffietje drinken en ontbijten met de overschot van onze bananen en een soort plat tortilla-achtig brood.

Er is uiteindelijk een auto geregeld, een heuse minibus! Via Gobe en Roba rijden we het nationaal park terug in. We zien de vegetatie veranderen naarmate we hoger en hoger rijden. Helaas hebben we door de wolken geen prachtige vergezichten. Het Sanetti plateau bevindt zich op meer dan 4000 meter en is de hotspot voor de Ethiopische wolf – die eigenlijk meer op een vos lijkt, want hij is rossig-. Onze scout op de achterbank spot er twee. Daarvoor hebben we hem dus mee gebracht!

De weg is af en toe wel moeilijk met ons minibusje ipv een 4×4 want af en toe moeten we een rivier doorsteken. We komen er gelukkig zonder kleerscheuren vanaf. Op het plateau is het wel ijzig koud. Na het plateau dalen we verder af richting het Harenna Forest. Ondertussen zijn de wolken een beetje opgeklaard en heb je prachtige uitzichten. Ook de vegetatie is helemaal anders, we zijn nu omringd door Boomheide (Erica arborea) die helemaal begroeid is met mossen. In de top van een grote boom zitten de zwartwitte Colobus aapjes te zonnen. We dalen nog verder af en lunchen lekker (brood met gomen (gestoofde boerenkool)) in een klein cultureel hotelletje met hutjes. We hebben helaas niet veel tijd om te blijven hangen want het is al laat in de namiddag en moeten nog een hele weg terug. Bergop gaat ons minibusje zeker even goed af. We zien nog de endemische apensoort Bale Monkey die van de bamboe leeft.

Eénmaal terug boven op het plateau is het prachtig, de lucht is helemaal opgeklaard, en het avondlicht maakt de omgeving wondermooi. We zien nog 5 wolven vlakbij de weg. Deze keer blijven we echt steken in de rivier, maar het geluk is aan onze kant en we raken er uiteindelijk wel uit. Het is al donker als we terug beneden arriveren. Een stijve nek hebben we er wel aan over gehouden, want ofwel maken ze die minibusjes te laag, ofwel staan de zetels te hoog, maar je moet in ieder geval constant bukken wil je deftig naar buiten kunnen kijken.

We zetten onze Amerikaanse gezellen af in een chique hotel en zelf slapen we in het zeer sober Genet holletje. Meer dan een -smalle- matras bevindt zich niet in de kamer maar voor 1.25€ pp kan je ook niet sukkelen. We gaan toch maar niet naar de douche op zoek… Leen voelt zich wat minder door de hoogte, dus we gaan niet uit eten, maar ik kan onze lunch die we voor vanmiddag had voorzien, lekker opeten. Alles boven injera, de enigste maaltijd die je in dit dorpje waarschijnlijk vindt. Het echte nadeel aan deze hotels is dat ze ook altijd superluide muziek spelen in hun café, maar gelukkig gaat deze niet door tot in de vroege uurtjes.

15 oktober 2013: Dinsho

Vandaag hadden we graag gestart met een driedaagse trekking maar omdat het Offerfeest is voor de moslims zouden er geen paardenmannen zijn. Of dat de werkelijke reden is, is maar de vraag…. We doen dus maar een dagtocht. Op zoek gaan naar ontbijt is ook nog een uitdaging. In het hotel aan de overkant -dat er overigens beter lijkt uit te zien dan het onze- kunnen we weliswaar brood met heerlijk roerei bemachtigen.

Ondertussen raken we ook aan de praat met een Ethiopische onderzoeker die onderzoek doet naar de Ethiopische wolf. We krijgen dezelfde gids mee als gisteren, maar het blijkt niet echt een dagtocht te zijn… We dralen wat rond rond het hoofdkwartier. Het is er wel heel mooi en we zien nog verschillend Mountain nyala’s, meneliks bushbucks, redbucks en warthogs maar het valt toch tegen dat we amper 2 uur later al terug aan de ingang staan… Op de vraag of we toch niet met het paard naar de andere vallei kunnen, is het antwoord dat het te nat is…. Ze hebben hier precies geen zin om geld te verdienen.

We gaan dan maar onze bagage ophalen en proberen verder te reizen. Evident zal dat niet zijn, want de minibusjes mogen dus blijkbaar niet naar Shashamene rijden en de bus rijdt meestal enkel ‘s ochtends. We vertrouwen er echter op dat ze ons wel zullen helpen. En ja hoor, niet veel later wordt er een Isuzu truck tegenhouden en mogen we mee, mits een tip voor de regelaar. Dat hebben we er graag voor over want de truck is het meest luxueuze vervoermiddel waar we al mee hebben gereden. Een prima tweepersoonszetel en wat een zicht door die grote voorruit! Voor de bijrijder zal het nu iets minder zijn, want hij moet zich achter de zetels nestelen… Jammer dat onze chauffeur geen woord Engels praat… we weten zelfs niet wat we vervoeren. De terugweg lijkt veel mooier dan voorheen met al die bergen rondom de weg, waarschijnlijk omdat nu het zonnetje schijnt. Tijdens de afdaling stoppen we even, waarschijnlijk om de remmen af te koelen, maar het is een prima chauffeur. We kopen zelfs verse boontjes langs de kant van de weg.

Gelukkig dat het vandaag feestdag is, zodat de verkeerspolitie niet werkt, want anders zouden we misschien wel in de problemen komen. Aan de grensovergang – welke grens dan ook?- wordt onze lading wel gecontroleerd. Eénmaal terug in Shashamene rijden we de buitenwijken in. We vragen ons af waar we naar toe gaan, maar stoppen gewoon 5 minuutjes bij elk van de chauffeurs hun thuis. Ze moeten nog verder naar Addis Abeba, maar maken voor ons een ommetje tot aan het klein busstation in’t centrum. Dat is weer wat anders, aan het busstation afgezet worden met de camion.

Naar Awassa kunnen we direct vertrekken, want dit is maar 20 km verder. We zijn een beetje gedesoriënteerd door de stad en weten niet goed hoe en waar we moeten uitstappen en waar we zijn, dus we laten ons door de bajaj aan hotel Midre Genet afzetten. Het lijkt verdacht, maar de kamer ziet er oké uit, dus we nemen hem. Achteraf blijkt dat we gewoon aan de achteringang zijn afgezet. We wandelen naar het meer via de boulevard waar het reeds vol met marabous zit.  Daar genieten we van de zonsondergang bij een pintje. Prachtig!

We wandelen de dijk af op zoek naar een eetgelegenheid maar ze verkopen alleen visjes en in het donker hebben we schrik van de graten dus we gaan in een echt Italiaans restaurant Dolce Vita eten. Een heerlijk slaatje en pizza! We laten ons volledig gaan en nemen nog een Amurala (likeur van een Afrikaanse boom) als degustiefje. De ober kijkt ons eens vreemd aan, en ze zijn met zijn allen aan het discussiëren welke glazen ze ons moeten serveren. We krijgen uiteindelijk een gewoon glas, met een mini bodempje Amarula, blijkbaar denken ze hier dat dit net zoals Whiskey is. De weg terug is wat donker, dus we kiezen voor de bajaj.

16 oktober 2013: Awassa -Langano

We staan op’t gemak op en testen de douche uit, waar weliswaar warm water uit komt. Prijs/kwaliteit doen we het steeds beter. 120 birr voor kamer met warm water, westers toilet en zelfs zeteltjes in de kamer. We willen onze bagage achterlaten, maar we verstaan elkaar niet echt, maar als ze ons terug naar de kamer wijzen, laten we daar onze rugzakken gewoon achter. We wandelen terug richting het meer. In de cafeetjes verkopen ze al vis als ontbijt, maar we kiezen voor sambusa’s van op de houtstoof, deze keer met rijst gevuld. Aan het meer drinken we een theetje en we worden getrakteerd op een schouwspel van ijsvogeltjes. Mooie blauwe ijsvogeltjes bij de vleet, maar ook de witzwarte ‘biddende’ ijsvogeltjes. De Afrikaanse zeearend komt ook boven ons nestelen. We genieten van de vogelpracht, maar wandelen toch verder naar de vismarkt.

Daar zijn het marabous, pelikanen en ibissen bij de vleet. We drinken er koffie onder een boompje, maar het lijkt koffie met zout te zijn. Bah! Als we terug wandelen richting naar het water, komen we een hele familie vervet monkeys tegen. Schattig om te zien. We wandelen op het gemak terug richting hotel en passeren nog het marktje. We nemen de bajaj naar het busstation maar onze chauffeur verstaat ons niet en zet ons eerst bij de cam’pus af…We kunnen direct mee met de minibus tot in Shashamene. Daar wordt het wat ingewikkelder in het busstation. We willen namelijk naar het meer van Langano. Er vertrekt net een grote bus, maar die is 40 birr en dat lijkt ons wat veel. Heel het busstation heeft al gevraagd naar waar we naartoe moeten, maar we kunnen/mogen nergens mee. Even pauzeren dan met een sapje om de nodige energie op te doen om te kunnen weerstaan aan de vele ‘Where  you go’s’..

Na het sapje kunnen we er terug tegen, maar de situatie is niet veel veranderd. Er is ondertussen nog wel een vrouw die naar Ziway moet, dus wij kijken mee de kat uit de boom. Er arriveert een grote bus waarmee we mee kunnen.  Het is even opletten waar we moeten uitstappen, want we willen aan de ingang van het Nationaal park Abiata Shala afgezet worden, en ze hebben ons nog altijd niet goed begrepen… Gelukkig staat er een groot bord met een pelikaan aan de ingang, waardoor we ons vlotjes kunnen laten afzetten. Ze proberen ons nog duidelijk te maken dat er iets gesloten is, maar daar verstaan we ook het fijne niet van… We polsen eerst bij de ingang van het Nationaal park, daar mogen we de volgende dag terugkomen, maar zij kunnen ons wel duidelijk maken dat het enigste hotel hier 3 km verder gesloten is. Er is nog een lodge 10 km verder. Gelukkig geraken we hier sneller weg met een minibus en laten we ons 7 km verder langs de weg terug afzetten.

Dan is het nog wel 2 à 3 km wandelen in de hitte over een zandweg naar de Sabana Lodge. Hier kost een overnachting 20X zoveel als onze goedkoopste overnachting maar je krijgt dan ook een heerlijk bed en badkamer voor met een prachtig uitzicht over het Langano meer. Het Langanomeer is het enigste meer in Ethiopie dat bilharziavrij is verklaard dus wij profiteren er van om nog even te gaan zwemmen voor de zon onder is. We hebben het meer voor ons alleen. Na een heerlijke douche, gaan we eten in het restaurant. Het ziet er veelbelovend uit, maar de canneloni met ricotta en spinazie stelt me toch teleur. Gelukkig kan het ijsje als dessert alles goedmaken.

17 oktober 2013: Langano-Ziway

Het ontbijt is pas om half acht, dan zijn we natuurlijk al lang wakker. Het uitgebreid ontbijtbuffet stelt ons deze keer niet teleur. We willen van alles wel eens proeven, maar dat laat onze maaginhoud niet toe.. Nog even platte rust op ons terras om nadien deze luxe lodge weer te moeten verlaten.. We trekken namelijk verder naar Ziway om dan vandaaruit het nationaal park maar te bezoeken. We zetten ons naast de weg, maar er passeren veel voertuigen waar we niet mee mogen of kunnen. Maar na een halfuurtje stopt er toch een minibus waar we nog net bij in passen… Alles loopt vanzelf.

In Ziway laten we onze bagage achter bij het Brothers Hotel en gaan dan het meer verkennen. Het zit er weer vol met marabou’s, ibissen, hamerkoppen en pelikanen. Er zit ook een zwarte reiger die een zeer merkwaardige vorm van foerageren heeft. Hij spreidt zijn vleugels namelijk boven zijn hoofd uit in de vorm van een paraplu. Aangezien we niet veel speciaals gepland hebben, gaan we nog maar eens in op een boottochtje en het is toch wel de moeite waard. We zien er heel goed de nijlpaarden en ook het birds island is indrukwekkend vol met parende aalscholvers, reigers, pelikanen en lepelaars. En is het aangenaam vertoeven op het water.

Eens terug aan land, genieten we daar van het schouwspel van de vogels. Terwijl ik de lokale kinderen afleid -verbaasd zijn ze dat ik tot 50 kan tellen in het Amhaars- probeert Leen een vliegende pelikaan op de gevoelige plaat vast te leggen. Nadien wandelen we naar de recreational area langs het meer die op onze kaart staat aangeduid. Het is er heerlijk aangenaam vertoeven. Gezellig onder de schaduw van een boom, terwijl de kinderen zichzelf, een auto of paard en kar aan het wassen zijn in het meer. Ondertussen vliegen er constant zwermen kleine vogeltjes over..

Het begint te waaien en het wordt frisjes in de schaduw dus we trekken terug naar het stadje. We hebben deze middag niet echt gegeten dus we gaan naar het Universal restaurant voor een sapje en frietjes. Het lijkt alsof ze onze frietjes vergeten zijn, maar na drie kwartier komen er de perfecte frietjes aan. Dat hadden we niet verwacht. In ons hotel proberen we een douche te nemen, maar er komt geen water uit de kraan. Dan maar op de ouderwetse manier een emmer vullen, dat gaat ook. ‘s Avonds gaan we nog een spaghetti met groentjes eten, waar we alvast ook nog cake voor onze lunch morgen kopen.

18 oktober 2013: Abiata Shalla

Deze nacht zal toch wel bovenaan de slechtste nachten genoteerd staan… Feest in het hotel, en in tegenstelling tot gisteren toen we geen water hadden, heeft onze kraan deze nacht heel de nacht gelekt….Onze emmer zit terug vol.. Om van de muggen nog niet te spreken… We gaan op zoek naar ontbijt maar het is nog vroeg. In een hotel proberen we thee en brood, maar dit duurt ook drie kwartier. Het brood is gelukkig hemels, vers brood en smaakt zonder meer… We kopen nog wat brood voor deze middag. We vinden snel een minibus die ons naar Abiata Shala brengt. Daar vertrekken we voor een wandeling die ons naar het meer Abiata brengt. In het eerste stuk zien we struisvogels en Grant’s gazelles, maar die zitten nog binnen een afsluiting. Op weg naar het meer zien we tal van vogeltjes en ook het meer is prachtig. Duizenden flamingo’s…. Als we daar zijn aangekomen, willen we eigenlijk toch ook nog het ander meer of de hotsprings zien. Volgens onze gids is dat te ver, en zo staan we voor we het weten weer aan de ingang van het nationaal park met onze lunch. Er zit niets anders op dan maar terug te keren naar Ziway. Daar lunchen we dan maar echt met een slaatje in het Bekele Mola hotel. Een theetje in een theestalletje, een sapje in het café, een ritje met de koets naar het meer, tijdverdrijven naast het meer en zo is de dag toch weeral voorbij voor je het weet. Vandaag komt er wel water uit de douche, joepie! ‘s Avonds gaan we terug eten in de Universel bar want de keuze is hier beperkt. De electriciteit valt uit, dus we moeten in het donker eten, maar het is weer zeer lekker.

19 oktober 2013: Ziway-Addis Abeba

We staan maar vroeg op aangezien de bussen altijd ‘s morgens rijden… Er is al veel volk op de baan. We wandelen naar het busstation, maar er vertrekt een minibus buitenaf. De eerste keer dat er nog farenji’s in de bus zitten, Oostenrijkers die in Ziway vrijwilligerswerk doen. Ze hebben guacamole bij waardoor ons ontbijt met brood toch nog heerlijk wordt. We hebben helaas de slechtste chauffeur te pakken. Hij doet niets anders dan optrekken en weer remmen,…. aangenaam is iets anders. Gelukkig raken we heelhuids in Addis, of toch nog een buitenstad. Daar moeten we opnieuw een minibusje in en staan we voor het eerst in Ethiopië in de file. In Addis Abeba zijn er werkelijk ook auto’s, terwijl je in de rest van het land enkel jeeps, trucks, bussen of minibussen tegenkomt.
We laten ons afzetten aan het Meskel square, waar we de eerste bank binnenstappen om onze birrs die we overhebben terug om te zetten naar euro of dollar. Eerst weigeren ze, maar dan blijkt het toch mogelijk met een maximum van 150 dollar per persoon. Er zit nog een farenji te wachten in de bank, dus ik wissel met hem alvast ook nog 100 euro. We proberen nog een bank, maar die kunnen het niet. We gaan dan maar eten in het Ghion Hotel dat in een mooi park ligt. Bij het eerste cafeetje kunnen we enkel maar iets drinken, dus we trekken verder naar het Ghion Unity house waar we wel lekker kunnen eten. We vragen of we onze bagage mogen achterlaten in het hotel. Ze kijken ons er heel vreemd aan, maar we mogen ze gelukkig wel achterlaten. We wandelen richting de Merkato maar vinden ze niet echt, we passeren enkel de groentensectie. We gaan dan nog maar een terrasje doen.

We willen nog geld wisselen in een bank, maar doen dit toch maar met een toerist. ‘s Avonds gaan we terug lekker eten in het Ghion Hotel, waar nu een massa trouwpartijen aan de gang zijn.  Gezellig!  We nemen de taxi naar de luchthaven waarna Ethiopian Airlines ons veilig thuis brengt.

Geef een antwoord